C3p Kaarteringen in Suriname*) M.a.w. ook al zou een politiek stelsel het instituut van de private eigendom van de grond niet erkennen, dan is een nationaal landregistratiesysteem toch nog noodzakelijk voor de economische ontwikkeling en ten dienste van openbare doeleinden. Het accent valt dan op de gebruikers van de grond. De belangstelling die in oostblok-landen bestaat voor de landregistratie moge blijken uit het verslag in het NGT (1979, nr. 8) van de bijeenkomst van de FIG te Brno in juli 1979. Slotopmerkingen Ik heb getracht globaal enkele facetten aan te stippen die bij het invoeren en bijhouden van een landregistra tiesysteem in ontwikkelingslanden om de hoek komen kijken. Er zijn facetten bij die ook een algemeen karak ter hebben en niet specifiek verbonden zijn met ont wikkelingslanden. Ik wil hiermee zeggen, dat vele van de genoemde facetten ook van groot belang zijn bij de op gang komende invoering van een landregistratie in de hoog ontwikkelde landen als de USA, Canada, en Groot-Brittannië. Ik hoop erin geslaagd te zijn een min of meer duide lijke eerste indruk te hebben gegeven van enkele van de vele onderdelen van het thema van deze inleiding. Ik wil evenwel niet nalaten nog enkele punten aan te stippen: a. Probeer niet ons hoog ontwikkelde en kostbare landregistratiesysteem zonder meer te introduce ren in ontwikkelingslanden. b. Met opzet is niet te veel het woord kadaster ge bruikt, omdat het woord landregistratie in ontwik kelingslanden meer voorkomt dan de aanduiding kadaster. Voorts dekt het begrip landregistratie beter zowel de privaatrechtelijke als de publiek rechtelijke aspecten. c. Het grote belang van een landregistratie uit zich mede in het feit dat de UNO een rapport heeft ge publiceerd waarin allerlei, ook buiten de techniek vallende facetten van een dergelijk systeem nader zijn belicht. Ik moge dit rapport uit 1973 in uw aan dacht aanbevelen, d. Op enkele plaatsen heb ik vreemde woorden ge bruikt. Ik hoop de verwijtbaarheid hiervoor, zo die er van bepaalde kanten zou zijn, te verminderen of te elimineren door te wijzen op het feit dat dit vak termen zijn, waarvoor geen Nederlandse, duidelijke en ingeburgerde equivalenten bestaan. Literatuur United Nations Report of the meeting of the Ad Hoe Group of Experts on Cadastral Surveying and Mapping, New York, oktober 1972. G. Larsson: Land Registration in Developing Countries, World Cartography (United Nations) Volume XI, 1971 Sir Ernest Dowson en V. L. 0. Sheppard: Land Registration, Her Majesty's Stationery Office, Londen 1956. H. W. West: The role of land registration in developing countries, The Chartered Surveyor, november 1969. S. Rowton Simpson: Land, Law and Registration, Cambridge Uni versity Press, Londen, New York, Melbourne, 1976. P. F. Dale: Cadastral Surveys within the Commonwealth, Her Majesty's Stationery Office, Londen 1976. J. L. G. Henssen: Maintenance of Cadastres, World Cartography (United Nations) Volume XIII, 1975. J. L. G. Henssen: Cadastres, Including Some Aspects of Assess ment of Real Property, The Canadian Surveyor, maart 1975. United Nations Inter-regional Seminar Cadastral Surveying and Urban Mapping, Seminar Report, West-Berlijn 1974. Workshop Cadastral Surveying, Mapping and Landinformation, Hannover, 1978. M. J. M. Bogaerts: Land information Systems in Developing Countries, Symposium FIG, oktober 1978, Darmstadt. J. Visser: The Use of Large Scale Ortophoto Maps in Cadastral Survey, and for Rural and Urban Development Projects, The ITC Journal, 1976, biz. 275. J. Nittinger: Zur Bedeutung des Transfers des deutschen Vermes- sungswesens in die Entwicklungslander, Allgemeine Vermessungs- Nachrichten, april 1979. Lustrumboek van Snellius 1970-1975, Het OICRF door J. L. G. Henssen. Documentatie OICRF. door ir. J. B. C. Wekker, hoofd van de Dienst Centraal Bureau Luchtkartering in Suriname. Inleiding De aanzet tot de sociaal-economische ontwikkeling van Suriname direct na de Tweede Wereldoorlog werd gegeven door het Welvaartsfonds uit Neder land. Eén der allereerste voorzieningen hiertoe was de luchtfotografische opname van het Surinaamse grond gebied, t.b.v. de exploratie van potentiële mogelijk heden voor natuurlijke hulpbronnen. Inleiding gehouden op 25 oktober 1979 in Utrecht op het NGL Jubileumcongres. -«Sag p* 1 Immers, de kaart van Suriname, waarover men op dat tijdstip (1947) beschikte, was die van Bakhuis en De Quant uit 1930, waarop minder dan 80% van het land oppervlak in kaart is gebracht; met name het gebied tussen de hoofdrivieren en het verre binnenland was nog „terra incognita". Tot het midden van de 19e eeuw was Suriname een plantagekolonie en was de landbouw de enige bron van inkomsten. Met de emancipatie van de slaven kwam hier definitief een einde aan. 14 GEODFSIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 16