agenda
publikaties
WIJZIGING VAN DE ONTEIGENINGSWET
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ingediend
tot wijziging van de Onteigeningswet. De memorie
van toelichting op het ontwerp is ondertekend door
de ministers De Ruiter van Justitie, Beelaerts van
Blokland van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Orde
ning en Van der Stee van Landbouw en Visserij.
Allereerst wordt voorgesteld dat bij het bepalen van
de schadeloosstelling geen rekening wordt gehouden
met voordelen of nadelen, teweeggebracht door acti
viteiten van de onteigenaar welke deel uitmaken van
het werk waarvoor onteigend wordt. Met dit voorstel,
dat niet alleen de waarde van het te onteigenen goed
doch ook de overige schade betreft, wordt de huidige
rechtspraak op dit punt in de wet vastgelegd.
Nieuw is het aanvullende voorstel dat evenmin reke
ning wordt gehouden met voordelen of nadelen van
de activiteiten van andere publiekrechtelijke lichamen,
voorzover verricht minder dan drie jaar vóór de dag
waarop de onteigening plaats vindt. Deze aldus voor
gestelde regeling heeft eveneens betrekking zowel op
de waarde van het te onteigenen goed als op de ove
rige schade. Van de overige schade is hier vooral van
belang de inkomstenschade. Het woord „activitei
ten" is aan de huidige rechtspraak ontleend en omvat
niet alleen het bouwrijp maken van de grond.
Het ontwerp heeft ten doel te voorkomen dat de ont
eigenaar vergoeding moet geven voor de waardever-
meerderende invloed die uitgaat van bestemmingen
door de overheid aan de grond toegekend, waardoor
particulieren ten koste van de gemeenschap zouden
worden verrijkt. Ter uitvoering van deze doelstelling
wordt op de verkeerswaarde overeenkomstig de hui
dige bestemming in mindering gebracht de waarde
vermeerdering, tengevolge van een bestemming
minder dan tien jaar voorafgaande aan de onteigening
door de overheid gegeven aan de te onteigenen zaak
of aan zaken gelegen in de omgeving daarvan. Aldus
valt de onteigende bijvoorbeeld niet toe de waarde
stijging die voortvloeit uit het feit dat de overheid,
teneinde tot woningbouw te kunnen komen, aan de
grond een woningbouwbestemming moet geven.
In het systeem van het ontwerp vormt de waarde
overeenkomstig de huidige bestemming het maxi
mum. Als derhalve waardering overeenkomstig een
vroegere bestemming tot een hogere waarde zou lei
den, betekent dit slechts dat op de huidige verkeers
waarde geen aftrek plaats vindt.
Het ontwerp geeft een oplossing voor de bijzondere
problemen die zich voordoen bij onteigenden, die in
hun bedrijfsvoering belemmerd zijn door de bestem
ming ter realisering waarvan onteigend wordt. Voor
gesteld wordt de onteigende vergoeding te geven
voor de inkomstenschade, die hij tengevolge van die
bestemming heeft geleden. Uiteraard moet op die ver
goeding in mindering worden gebracht de schade
vergoeding, welke de onteigende ter zake is toege
kend op grond van artikel 49 van de Wet op de Ruim
telijke Ordening. In dat artikel is de planschade ge
regeld, dat wil zeggen de schade tengevolge van de
vaststelling van een bestemmingsplan.
Het wetsontwerp bevat een bepaling, die voorschrijft
de voorgestelde bepalingen toe te passen met inacht
neming van de eisen van redelijkheid en billijkheid en
die het mogelijk maakt de eerdere artikelen geheel of
gedeeltelijk buiten toepassing te laten, indien wèl toe
passing in de gegeven omstandigheden tot onrede
lijke en onbillijke gevolgen zou leiden.
Met het ontwerp wordt uitvoering gegeven aan het
regeeraccoord. Daarin is opgemerkt, dat de wetge
ving op dit punt zou kunnen worden gegoten in de
vorm van het systeem dat wel genoemd wordt „ge
bruikswaarde plus", dan wel in de vorm van het
stelsel „verkeerswaarde minus". In het regeeraccoord
is op praktische gronden de voorkeur voor deze laat
ste oplossing uitgesproken.
Tenslotte hebben de betrokken ministers besloten een
onderzoek in te stellen naar de toepassing van artikel
49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
28 en 29 januari 1980
Technische Akademie Wuppertal. Seminar Industrie
Photogrammetrie. Zie verder de aankondiging in het
novembernummer.
14 februari 1980
Kring voor Remote Sensing. Studiedag te Wage-
ningen. Zie verder de aankondiging in dit nummer.
28 en 29 februari 1980
Geodatisches Institut von der Rheinisch-Westfalischen
Technischen Hochschule, Aachen. Colloquium „Konti-
nuierliche Messungen in der Ingenieurgeodasie". Zie
verder de aankondiging in het decembernummer.
6 maart 1980
Rayonbijeenkomst NGL te Roermond. Inleiding door
ir. J. Polman over „De invloed van de automatisering
op landmeetkundige methoden en technieken". Nadere
aankondiging in het februarinummer.
26-30 mei 1980
Second International Symposium on Problems Related
to the Redefinition of North American Vertical Geodetic
Networks, Ottawa.
13-25 juli 1980
Fourteenth International Congress of the International
Society of Photogrammetry, Hamburg.
25 augustus-1 september 1980
International Cartographic Conference of the Interna
tional Cartographic Association, Tokyo.
2-4 September 1980
Industrial and Engineering Survey Conference, under
the auspices of FIG Commission 6 and ISP Commis
sion V, London.
SATELLITE DOPPLER POSITIONING
Het verslag van de Second International Geodetic
Symposium on Satellite Doppler Positioning", gehou
den van 22-26 januari 1979 in Austin, Texas, is te
bestellen bij dr. Arnold J. Tucker, Applied Research
Laboratories, The University of Texas at Austin,
10000 Burnet Road, Austin, Texas 78758 USA.
De kosten bedragen 25 (cheques e.d. op naam van
„The University of Texas at Austin").
34
GEODESIA 80