Bij een mijlpaal
De voorzitter van de Stichting Nederlands Genoot
schap voor Landmeetkunde heeft in zijn openings
artikel van deze 22e jaargang de feiten al genoemd,
die er aanleiding toe geven bij de datum 1 januari 1980
in gedachten een mijlpaal te plaatsen.
De toetreding van de Nederlandse Vereniging voor
Geodesie tot het NGL is geen op zichzelf staande ge
beurtenis, maar een schakel in een keten van ont
wikkelingen. Zij die al wat langer meelopen in het
Nederlandse geodetische verenigingsleven hebben
persoonlijke herinneringen aan die ontwikkelingen.
Wie die herinneringen niet heeft kan eens gaan snuf
felen in oude jaargangen van het Tijdschrift voor
Kadaster en Landmeetkunde, Geodesia, het Neder
lands Geodetisch Tijdschrift en niet te vergeten in de
huishoudelijke organen van de diverse verenigingen.
Het is bijzonder leerzaam om, met wijsheid achteraf,
te zien hoe de ontwikkeling van techniek en vakbe
oefening gepaard gaat met maatschappelijke ontwik
kelingen, onder andere weerspiegeld in het vereni
gingsleven. Secretarissen, verslaggevers, notaschrij
vers; zij hebben voor tijdgenoten en voor het nage
slacht vastgelegd wat besturen, structuurcommissies
en woordvoerders op vergaderingen hebben overwo
gen en gezegd. Een ingewikkeld en boeiend beeld rijst
op uit die verslagen en notulen; men herkent de ook
door de voorzitter van het NGL genoemde sceptici,
die zeggen: ,,'t gaat toch goed zoals het is", maar ook
de vroege vooruitzieners, die jaren tevoren al duidelijk
zeggen waar het heen zal gaan, al of niet genuan
ceerd met opmerkingen over de haalbaarheid. Wij zijn
nu in de situatie van een bergbeklimmer die na een
moeilijke tocht vol dwalingen op de top aankomt, dan
het beklommen terrein kan overzien en zonder moeite
de gemakkelijkste weg omhoog kan aanwijzen.
De weg is lang geweest. In 1957 werd er al geconsta
teerd dat de organisatie van de toenmalige Neder
landse Landmeetkundige Federatie moest worden
herzien en dat er een algemene vereniging van geo
detisch ingenieurs moest komen. Het duurde tot 1971
voor de NVG er kwam. Dat is maar negen jaar gele
den; er heeft dus wel een versnelling van gebeurte
nissen plaatsgevonden. Maar alles moet kennelijk z'n
tijd hebben. Jarenlang is het gewoon onvermijdelijk
geweest dat er in onze toch maar kleine vakwereld
twee tijdschriften naast elkaar bestonden en twee
soorten congressen werden georganiseerd. Het is ver
leidelijk, en ten dele ook wel terecht, te spreken van
een logische ontwikkeling, die heeft geleid tot de her
vorming die nu haar beslag heeft gekregen. Maar
niet alleen betrekkingen tussen mensen volgen
de wetten van de logica; met verenigingen is het net
zo. Ruzie kan net zo logisch zijn als samenwerking.
Om een ontwikkeling als deze tot stand te brengen is
niet alleen logica nodig, maar ook de wil tot samen
werking, een goede afweging van verlangens en ge
voelens en verder realiteitszin en durf. Dat is allemaal
opgebracht door de besturen van het NGL en de NVG
en hun onderhandelaars en ook door de achterbannen
die hun goedkeuring hebben gegeven. Zij die door
hun inspanning dit resultaat tot stand hebben ge
bracht verdienen de warme dank van de hele Neder
landse landmeetkundige wereld. Graag wil ik ook op
deze plaats het bestuur van het NGL danken voor de
hartelijke en ongedwongen wijze waarop de vertegen
woordigers van de NVG, vooruitlopend op de officiële
toetreding, zijn ontvangen.
Bij een mijlpaal hoort een blik in de toekomst. Maar
wie kan in de toekomst kijken? Slechts enkele dingen
zijn zeker. Zeker is dat er in het verenigingsleven een
periode van gewenning zal moeten volgen: ook de
beste auto moet worden ingereden. Zeker is ook dat
de snelle ontwikkeling van de techniek en van de
maatschappij voortdurend grote aandacht zal vragen.
De leden van de NVG zullen hiertoe in NGL-verband
hun bijdrage kunnen en moeten leveren, waartoe ik
hen van harte wil aansporen. Daarnaast zal de NVG
haar eigen identiteit houden om enkele specifieke be
langen te behartigen.
Nu na een lange historische ontwikkeling een goede
en eendrachtige organisatie van het landmeetkundige
verenigingsleven in ons land tot stand is gebracht, wil
ik namens de NVG alle leden van de bij het NGL aan
gesloten verenigingen begroeten, met de beste wen
sen voor een voortgezette rijke bloei van het Neder
lands Genootschap voor Landmeetkunde.
ir. J. E. Alberda,
voorzitter van de
Nederlandse Vereniging voor Geodesie.
2
GEODESIA 80