De rol van het ITC in de ontwikkelingssamenwerking door prof. ir. A. J. van der Weele, oud-rector van het ITC. Het onderwerp van mijn betoog vormt een onderdeel van het schema van deze dag, dat in het programma is aangekondigd als: „Geodesie in ontwikkelings landen". Dit dwingt mij er welhaast toe, en het feit dat ik de eerste spreker van deze dag ben accentueert dit nog eens extra, om te beginnen met een aantal algemene opmerkingen over de termen „ontwikke lingslanden" en „ontwikkelingssamenwerking". Hier bij ben ik mij ervan bewust dat deze onderwerpen al gedurende lange tijd en vanuit een veelheid van gezichtspunten in woord en geschrift zijn behandeld. De mij toegemeten tijd zou geheel kunnen worden ge vuld met alleen maar een samenvatting van deze meningen en gedachten. Omdat dat niet de bedoeling is, zal ik mij beperken tot een beschouwing van beide termen vanuit een geodetisch oogpunt. Vanuit dit gezichtspunt kan men stellen dat een ontwikkelings landeen land is waar de geodesie of de geodeten niet of onvoldoende kunnen voldoen aan de eisen, die hen door het maatschappelijk leven worden gesteld. Uit het feit dat in ons land nog maar zeer kort geleden een begin is gemaakt met de vervaardiging van een grootschalige basiskaart, hoewel de behoefte hieraan al lang bestond, kan men de gevolgtrekking afleiden dat volgens de zojuist gegeven definitie ook Neder land een ontwikkelingsland is. Deze conclusie is naar mijn mening volkomen juist en zij onderstreept de stelling die ik hier met nadruk wil poneren, n.l. dat men vanuit geodetisch oogpunt gezien niet kan spreken van ontwikkelingslanden" in het algemeen, maar hoogstens van landen in verschillende stadia van ontwikkeling". Dat deze stelling ook geldt wanneer men het pro bleem vanuit andere gezichtspunten benadert, laat ik hier verder onbesproken. Dat men bij het vergelijken van de situatie in verschillende landen niet al te opper vlakkig te werk moet gaan, moge blijken uit het feit dat b.v. de „Survey of India" onlangs haar 150-jarig bestaan vierde, terwijl in Nederland de Rijkscommissie voor Geodesie nog maar net 100 jaar bestaat, zonder dat men kan stellen dat in India beter dan in Neder land aan de vragen van het maatschappelijk leven kan worden voldaan. Er zijn veel, zeer veel, omstandig heden die invloed hebben op de wijze waarop, en de mate waarin, op de vragen van de maatschappij door geodeten wordt gereageerd en het gebruik van de term „ontwikkelingslanden" impliceert een generalisatie, waartegen ik uitdrukkelijk wil waarschu wen. Inleiding gehouden op 25 oktober 1979 in Utrecht op het NGL Jubileumcongres. GEODESIA 80 De term ontwikkelingssamenwerkingvereist even eens enige toelichting. Die term is een moderne versie van wat in een eerder stadium met „ontwikkelings hulp" werd omschreven en werd gekozen om meer accent te leggen op de „gelijkwaardigheid" van de hulpgever en de hulpontvanger. Ook hier is sprake van een hoge mate van generalisatie, daar de mate van gelijkwaardigheid uiteraard sterk afhankelijk is van het stadium van ontwikkeling van de geodesie in het ontvangende land. In meer algemene zin is de term aanvaardbaar, wanneer zij wordt verstaan als een aanwijzing dat het onjuist is om eenzijdig hulp in één of andere vorm aan te bieden of zelfs op te leggen. Minstens zal over de vorm, de omvang en de prioriteit overleg met de partner moeten worden gepleegd en kan hem niet iets worden opgedrongen, waaraan hij geen behoefte heeft of dat niet of slecht past in de so ciale en/of economische omstandigheden van zijn land. Over het „doel" van de ontwikkelingssamenwerking in het algemeen bestaan eveneens veel meningen en gedachten. De motieven om eraan mee te werken variëren van zuiver ethische tot zuiver egoïstische en het zou wederom te ver voeren om hierop nader in te gaan. Laat ik derhalve volstaan met het doel dat het ITC zich stelt als basis voor haar werk in het kader van de ontwikkelingssamenwerking. De doelstelling, zoals die in de statuten van het ITC is omschreven, is voor dit doel m.i. te vaag en ik zal dus een poging doen tot vertaling in meer aan mijn betoog aangepaste woor den. Het doel van de werkzaamheden van het ITC is dan er naar te streven dat in de landen, die daaraan be hoefte hebben meestal aangeduid als ontwikke lingslanden survey "-organisaties worden voor zien van de kennis en ervaring die nodig is om hen te laten voldoen aan de door de maatschappij gestelde eisen. Met andere woorden gezegd, het ITC ziet als primaire taak: de overdracht van kennis en ervaring ten behoeve van het zo goed mogelijk functioneren van ,,survey"-organisaties in de z.g. ontwikkelings landen. Het zal u opvallen dat, waar ik tot nu toe in overeen stemming met het thema van dit congres steeds het woord „geodesie" heb gebruikt, dit in de definitie van de taak vervangen is door het woord „survey". Op de reden voor deze verandering kom ik straks in meer detail terug. Allereerst wil ik nader ingaan op de middelen die voor de genoemde overdracht van kennis en ervaring worden gebruikt. Samengevat in een paar trefwoor den zijn deze middelen: het geven van onderwijs en het geven van adviezen, waarbij het onderwijs in 3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 5