genoemden een grote achterstand hebben in te halen. Zij hebben echter gemeen dat, ten behoeve van de ontwikkelingen die hun regering voor ogen staan, een groot aantal gegevens moet worden verzameld en in hun onderling verband moet worden geanalyseerd, teneinde tot verantwoorde beslissingen te kunnen ko men. Deze gegevens zijn zeer gevarieerd van aard en omvatten een veelheid van vakgebieden, zoals bo demkunde, geologie, geomorfologie, hydrologie, economie, sociologie enz. In de ontwikkelde landen zijn ze, verdeeld over een aantal organisaties, vaak aanwezig zodat het probleem zich beperkt tot het bij eenbrengen, waar nodig het up-to-date brengen en bestuderen van hun samenhang ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling. In de ontwikkelingslan den zijn deze gegevens vaak niet of in onvoldoende mate aanwezig. De term survey", die ik zoëven in plaats van het woord „geodesie" gebruikte, omvat nu het verzame len en vastleggen van al deze gegevens en vervolgens de analyse ervan, zodat ze in hun samenhang kunnen worden gepresenteerd aan de autoriteiten, die ten slotte de beslissing over de ontwikkelingen moeten nemen. De basis van het bestaan van het ITC ligt nu in het feit, dat met behulp van luchtopnamen het ver zamelen van een aantal van deze gegevens sneller en soms beter kan gebeuren dan met behulp van de klas sieke veldmethoden. Dit geldt met name voor al die kenmerken, die plaatsgebonden zijn en waarvoor de luchtopname zowel over het kenmerk als over de ligging ervan informatie geeft. Als u de plaatsbepaling uit luchtopnamen beschouwt als een onderdeel van het vakgebied der geodesie, dan blijkt uit de evengenoemde gedachtengang dat de geodesie slechts één van de elementen is die bij een „survey" ten behoeve van ontwikkeling een rol zou spelen. Dit weerspiegelt zich in het cursuspro gramma van het ITC, waarin enerzijds het maken van luchtopnamen, het verwerken daarvan, of m.a.w. de fotogrammetrie en de kartografie voorkomen, doch anderzijds het door middel van foto-interpretatie ver krijgen van gegevens op het gebied van de bodem kunde, de geologie met inbegrip van de hydrogeo- logie en de ingenieursgeologie, de geomorfologie en de geografie, de bosbouw en de vegetatie voorkomen en waarnaast nog meer multidisciplinair samenge stelde cursussen ten behoeve van stedelijke en lande lijke gebieden zijn georganiseerd. De cursussen, waarbij foto-interpretatie een rol speelt, zijn toegespitst op het gebruik van luchtop namen waaronder ook de nieuwere z.g. remote- sensing technieken zijn begrepen op een bepaald vakgebied. Van de cursist wordt geëist, dat hij een algemene kennis van dit vakgebied in eigen land (of elders) al heeft verkregen, zodat de cursusduur ge middeld tot ongeveer een jaar beperkt kan blijven. Diegenen die een Master's Degree willen behalen hebben daarvoor ruim twee jaar nodig. Het opleiden van vakspecialisten alléén voorziet ech ter nog niet in alle ,,survey"-behoeften van de ont wikkelingslanden. In het verleden zijn vele, op zichzelf misschien uitstekende rapporten in kasten bijgezet, omdat zij ófwel voor de potentiële gebruiker, die veel al géén vakman is, niet te begrijpen zijn, ófwel omdat zij zo eenzijdig zijn dat zij meer vragen oproepen dan zij beantwoorden. GEODESIA 80 Om in deze leemte te voorzien werd 15 jaar geleden de afdeling Integrated Surveys" ingesteld. Hier wordt met name aandacht besteed aan de samenhang tus sen de verschillende specialisaties die bij de survey een rol spelen. Om misverstand te voorkomen is het nuttig erop te wijzen dat een „integrated" survey iets anders is dan de som van een aantal mono-discipli naire surveys. Integendeel, reeds bij de uitvoering van de survey door vertegenwoordigers van verschillende vakgebieden wordt een goede onderlinge samenhang en aanpassing nagestreefd, waarbij het gestelde doel een belangrijk criterium is. De vakgebieden, die in deze samenhang een rol spelen, omvatten naast die, waarbij via luchtopnamen gegevens kunnen worden verkregen, ook een aantal andere, die betrekking heb ben op de sociale en economische aspecten. Naast de onderlinge samenhang van de onderschei den specialismen is een wezenlijk kenmerk van de ge- integreerde survey, dat tijdens de uitvoering een regelmatige terugkoppeling plaatsvindt met de auto riteiten, die tenslotte de beslissingen moeten nemen over de toepassingen van de resultaten. Ik ben mij er van bewust dat deze uiteenzetting vrij vaag is, maar de materie is te gecompliceerd om er in kort bestek diep op in te gaan. Op gevaar af een vertekend beeld te geven wil ik als illustratie twee gesimplificeerde voorbeelden geven om te illustreren wat ik bedoel. Wanneer in het survey-team de landbouwkundige tot de conclusie komt, dat in het onderzochte gebied de omstandigheden bijzonder gunstig zijn voor een ge was A, kan de econoom hem wellicht vertellen dat aan dit gewas in het land geen behoefte bestaat en dat het op de wereldmarkt weinig of niets oplevert. Het kan ook zijn dat de socioloog kan vaststellen, dat de teelt van gewas A eisen stelt die strijdig zijn met het traditionele cultuurpatroon van de plaatselijke be volking. In beide gevallen zal de landbouwkundige goed doen zijn werk voort te zetten met het zoeken naar alternatieven. Dit voorbeeld is er één, waarvoor een goed overleg binnen het survey-team nodig is om in-efficiënt werk te voorkomen. Wanneer dit team tot het inzicht komt, dat in het onderzochte gebied ontwikkelingen in ver schillende richtingen mogelijk zijn, die niet gelijktijdig kunnen worden aangepakt daar hiervoor ofwel de financiële ofwel de personele middelen ontbreken, zal overleg moeten worden gepleegd met de opdracht gever om vast te stellen in welke richting met prioriteit moet worden voortgegaan. In het voorgaande heb ik een aantal problemen aan geraakt, die stuk voor stuk een volledige voordracht zouden kunnen opleveren. Ik heb echter mijn doel be reikt, wanneer u daarvan de indruk overhoudt dat het ITC zich weliswaar op een deelgebied van de geode sie beweegt, n.l. op het terrein van de fotogrammetrie en de kartografie, doch daarnaast de specialiteit van het gebruik van luchtopnamen ook op een aantal andere vakgebieden beoefent. Het geheel van deze activiteiten vormt de ,,survey"-inspanning, die nodig is om een voldoende sterke basis te leveren voor het beoordelen en uitvoeren van ontwikkelingsplannen. Dat de sociaal-economische elementen hierbij in toe nemende mate aandacht verdienen is door de vele ervaringen in het verleden duidelijk aangetoond. Te veel goed bedoelde plannen hebben niet het effect opgeleverd dat men ervan verwachtte, omdat het 5

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 7