agenda
ling van natuurgebieden en cultuurhistorische ele
menten. Deze gronden kunnen op basis van de vast
gestelde streekplannen en de vastgestelde herinrich
tingsplannen ten name van de Staat worden ont
eigend.
Met betrekking tot de laatste groep is een maximum
oppervlakte gesteld van 5600 ha. Gevoegd bij de 800
ha, die reeds is gerealiseerd, brengt dit de doelstelling
op 6400 ha. Hiervan zal 4900 ha in Groningen en 1500
ha in Drenthe terecht komen. De Herinrichtingswet
kent dus geen artikel 13-procedure uit de Ruilver-
kavelingswet.
Zo komen we bij de gronden, die in de herverkave-
lingsblokken nodig zijn voor de aanleg van wegen,
waterlopen en hiermee samenhangende voorzienin
gen. Deze gronden worden verkregen door toepas
sing van een algemene korting, die echter een maxi
mum van 3% niet te boven mag gaan.
In de laatste plaats zullen gronden nodig zijn voor de
realisatie van de herverkavelingsplannen. Primair zijn
in dit verband te noemen de gronden nodig ter be
perking van cultuurtechnische werken en/of hand
having van structuurbepalende elementen (de zoge
naamde landmeters-hectares). Hiervoor is thans een
percentage van 3% gesteld, neerkomende op ca.
2000 ha. Nader onderzoek is evenwel nodig, vooral nu
besloten is dat het veenkoloniale wijkenpatroon dient
te blijven gehandhaafd. Daarnaast is aangegeven dat
bedrijfsvergroting een wezenlijk onderdeel zal uit
maken van de maatregelen ter verbetering van de
agrarische structuur. Hierbij worden ook gerekend de
uitbreidingsmogelijkheden voor de tuinbouw. Op dit
moment is de behoefte geraamd op 6500 ha.
Dit brengt de totale taakstelling op de verwerving van
8500 ha. Op dit moment is daarvan ca. 25% gereali
seerd. Gerekend naar de deelgebieden is voor bijvoor
beeld de Pekela's ca. 40% van haar geraamde taak
stelling verworven, voor het deelgebied Emmen daar
entegen pas ca. 15%.
Wat zijn nu de mogelijkheden voor verwerving? In de
eerste plaats geldt de regeling voor afkoop van poten
tiële toedelingsrechten. Daarnaast geldt dat verwer
ving kan plaatsvinden middels aankoop, waarbij ge
bruikers, tot een door de minister van Landbouw te
stellen moment, algehele vergoeding in geld kunnen
vragen op onteigeningsbasis. Dit is een veel ruimere
mogelijkheid vergeleken bij de mogelijkheden zoals
we die in ruilverkavelingen kennen. Is men het niet
eens over de prijs, dan kan een door de rechter
commissaris vastgesteld voorschot worden betaald.
Het eindbedrag wordt dan middels de procedure lijst
der geldelijke regelingen bepaald.
Verder blijft het verplaatsen van bedrijven naar de
IJsselmeerpolders een mogelijk gebruiksinstrument.
De landmeetkundige aspecten
De landmeetkundige aspecten kunnen we bezien van
uit een tweetal gezichtshoeken. Het zal duidelijk zijn
dat alle informatie met betrekking tot de rechten van
de eigenaren tijdig beschikbaar moet zijn. Daarom is
besloten dat op z'n minst voor de te herverkavelen
gebieden in de komende vier jaar eigenaren-admini
straties, middels het ARAK-systeem, zullen worden
opgezet. Dit systeem zal zoveel mogelijk worden uit
gebouwd, omdat eigenlijk de behoefte bestaat aan
een integraal vastgoedsysteem. Met behulp van deze
GEODESIA 80
administratieve gegevens zal in de komende jaren in
de voorbereidingsfase, middels het ATOR-systeem,
toedelingsonderzoek plaatsvinden. Beide systemen
zullen in de uitvoering worden gebruikt bij de op
stelling van de lijst van rechthebbenden, het plan van
toedeling, de akte van toedeling en de lijst der gelde
lijke regelingen.
Wat de kartografische aspecten betreft dient even
eens voortvarend te werk worden gegaan, zodat aan
het begin van de uitvoering, de besteksvoorbereiding
meegerekend, grootschalig kaartmateriaal beschik
baar is. Het zal duidelijk zijn dat het Kadaster aan de
GBKN denkt. De eerste luchtopname, voor ca. 15.000
ha, is voorjaar 1979 uitgevoerd rond Stadskanaal,
waar ook het proefproject GBKN is gelegen.
Samenvatting
Samenvattend kunnen we stellen dat de Herinrich
tingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse
Veenkoloniën de landinrichting in Nederland een nieu
we impuls kan geven; zij bevat voor de procedure in
de uitvoering goede uitgangspunten.
Landmeetkundig gezien vergt de omvang van het pro
ject een juiste voorbereiding en een goede planning,
waarbij het gebruik van nieuwe methodieken en in
strumentarium onontbeerlijk zal zijn.
Literatuur
1. Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse
Veenkoloniën, Memorie van Toelichting en de stukken Kamer
behandeling.
2. J. H. W. Makkinga: Concept-ontwerp Herinrichtingswet Oost-
Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën, NGT, oktober
1974, blz. 201-215.
28 en 29 februari 1980
Geodatisches Institut von der Rheinisch-Westfalischen
Technischen Hochschule, Aachen. Colloquium „Konti-
nuierliche Messungen in der Ingenieurgeodësie". Zie
verder de aankondiging in het decembernummer.
6 maart 1980
Rayonbijeenkomst NGL te Roermond. Inleiding door
ir. J. Polman over „De invloed van de automatisering
op landmeetkundige methoden en technieken". Zie
verder de aankondiging in dit nummer.
16 en 17 april 1980
Planologische discussiedagen te Amsterdam. Zie ver
der de aankondiging in dit nummer.
9 mei 1980
Excursie VVL naar KLM Aerocarto.
26-30 mei 1980
Second International Symposium on Problems Related
to the Redefinition of North American Vertical Geodetic
Networks, Ottawa.
30 mei 1980
Studiedag NGL over puntsbepaling (netwerkanalyse en
kwaliteitsbeheersing
13-25 juli 1980
Fourteenth International Congress of the International
Society of Photogrammetry, Hamburg.
25 augustus-1 september 1980
International Cartographic Conference of the Interna
tional Cartographic Association, Tokyo.
2-4 september 1980
Industrial and Engineering Survey Conference, under
the auspices of FIG Commission 6 and ISP Commis
sion V, London.
25 en 26 september 1980
Studiedagen NGL over basiskennis informatica.
61