Provinciale Staten van Groningen en Drenthe zenden het door hen vastgestelde ontwerp, de ingediende bezwaren en hun adviezen naar de ministers van Landbouw en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Deze stellen, mede na advies van de CCC en de RPC en in overleg met de overige betrokken ministers, het herinrichtingsprogramma vast. Provin ciale Staten kunnen tegen dit besluit bij de Kroon in beroep gaan, waarmee overigens de vaststelling van het programma wordt geschorst. Een andere, wellicht niet meer van belang zijnde voorwaarde is, dat de vaststelling moet gebeuren op basis van de vastge stelde streekplannen. Gewezen is reeds op het ge reedkomen van de streekplanprocedures. Tenslotte kan nog worden vermeld, dat het pro gramma overeenkomstig de geschetste procedure kan worden gewijzigd. Het is echter niet te verwach ten dat dit vaak zal gebeuren. Het herinrichtingsplan De Herinrichtingscommissie stelt met behulp van de deelgebiedscommissie voor elk deelgebied afzonder lijk een voorontwerp van één of meer herinrichtings plannen op. Die herinrichtingsplannen zijn te be schouwen als de huidige, maar dan uitgebreide rap porten ex artikel 34 van de Ruilverkavelingswet (de z.g. stemmingsrapporten). Zij dienen te worden ge baseerd op het herinrichtingsprogramma en dienen in overeenstemming te zijn met de streekplannen. Bij het opstellen van de plannen moet een goed overleg met de gemeenten en de waterschappen worden ge voerd. Het herinrichtingsplan bevat op basis van de doel stellingen alle voor de herinrichting van een deelge bied noodzakelijke maatregelen en voorzieningen en daarnaast een raming van de totale kosten en de ver deling hiervan. Tevens bevat het voor een deelgebied één of meer afzonderlijk te herverkavelen blokken. Het herinrichtingsplan geeft verder een beschrijving van de ruimtelijke, economische en sociaal-cultu rele toestand in het deelgebied, een beschrijving van de algemeen landbouwkundige toestand in de te herverkavelen blokken en het plan van voorzieningen met bijbehorende kaarten. Op die kaarten worden zo nauwkeurig mogelijk de begrenzing van het deelge bied, de indeling in afzonderlijk te herverkavelen blokken, de te handhaven natuurgebieden, de land schappelijke en cultuurhistorische elementen en de noodzakelijk geachte voorzieningen aangegeven. Die voorzieningen betreffen a. wijzigingen in het stelsel van wegen, waterlopen, dijken en kaden met de daartoe behorende kunst werken; b. veiligstelling en ontwikkeling van natuurgebieden, landschappelijke, recreatieve en cultuurhistorische elementen; c. de uitvoering van andere werken in het belang van de herinrichting. Tevens worden op kaart aangeduid de voorzieningen waarvoor onteigend kan worden en de voorzieningen in elk blok waarvoor de grond verkregen wordt door middel van een algemene aftrek. Dit is nodig om de eigenaren te informeren en ook om tijdens de uit voering duidelijkheid te hebben hoe de grondverwer ving zal plaatsvinden. De stadsmeierrechten zullen per deelgebied worden opgeheven. Wanneer in een deelgebied stadsmeier rechten voorkomen, die geen deel uitmaken van een te herverkavelen blok, geeft het herinrichtingsplan als oplossing hiervoor aan dat deze stadsmeierrechten op de lijst van rechthebbenden in een bepaald blok worden opgenomen. Mede op basis van de resultaten van de inspraak, die evenwel niet is voorgeschreven, stelt de Herinrich tingscommissie het voorontwerp van het herinrich tingsplan op en zendt dit voorontwerp naar de CCC. Deze commissie stelt het herinrichtingsplan in ont werp vast en zendt het naar Gedeputeerde Staten. Indien Gedeputeerde Staten zich met het ontwerp kunnen verenigen leggen zij het ter visie, waarna een ieder bezwaren kan indienen bij Provinciale Staten. Vervolgens stellen Provinciale Staten het herinrich tingsplan vast. Bij het herinrichtingsplan kan worden bepaald dat, in dien het belang der herverkaveling zulks vordert, Ge deputeerde Staten bevoegd zijn op voorstel van de Herinrichtingscommissie het herinrichtingsplan uit te werken en uit te breiden. Die bevoegdheid van Gede puteerde Staten kan worden begrensd door een rege ling die in het herinrichtingsplan is opgenomen. Deze regeling vertoont gelijkenis met die in artikel 4 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, waar aan Gedepu teerde Staten de bevoegdheid wordt toegekend vast gestelde streekplannen nader uit te werken. De uit breidingen kunnen slechts betrekking hebben op voorzieningen zoals plattelandswegen en waterlopen, waarvan de plaats eerst is vast te stellen als de toe delingsplannen meer concrete vorm hebben gekre gen. Toepassing van deze mogelijkheid gebeurt na een tervisielegging met een mogelijke bezwarenbe- handeling. (Vergelijk de art. 79-procedure van de Ruil verkavelingswet, evenwel zonder de staten met af metingen). Een en ander heeft tot resultaat dat de uit werking of uitbreiding alsnog geacht wordt deel uit te maken van het herinrichtingsplan. Algehele wijzigingen kunnen in de vastgestelde herin richtingsplannen worden aangebracht, in welk geval opnieuw tervisielegging van de wijziging en behande ling van bezwaren plaatsvindt, alvorens de wijziging door Provinciale Staten wordt vastgesteld. Ruilverkavelingsgebieden worden niet uitgesloten van herverkaveling, uitgezonderd die gebieden waar op het tijdstip van verzending van het voorontwerp van het herinrichtingsplan naar de CCC een ruilverkave ling nog in uitvoering is. Het zal duidelijk zijn dat de Herinrichtingscommissie ook voor andere gebieden kan besluiten dat geen herverkaveling zal plaats vinden. Zodra een herinrichtingsplan of een gedeelte hiervan door Provinciale Staten is vastgesteld, kan de Herin richtingscommissie de uitvoering van het plan ter hand nemen. Beter dan in de Ruilverkavelingswet 1954 en ongeveer conform de Wet Midden-Delfland zijn in de Herinrichtingswet de aan de eigenaren en gebruiksgerechtigden op te leggen gedogingsplich- ten, tijdens de voorbereidings- en uitvoeringsperiode van het herinrichtingsprogramma en de herinrich tingsplannen, geregeld. Schaden, welke rechtstreeks het gevolg zijn van uitvoering van werken, worden vergoed door het Rijk. 58 GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 8