systemen heeft ook weer de vorm van zo'n be
stand.
2. Het programma SOLADI 03, voor het interactief
wijzigen van een standaarddataset, met de vol
gende mogelijkheden
het uittekenen;
het verwijderen, toevoegen en wijzigen van lijn-
stukken, tekst, symbolen, signaturen e.d.;
het zodanig wijzigen van de gegevens, dat aan
bepaalde voorwaarden wordt voldaan zoals
rechthoekig, parallel, cirkelvormig enz.
3. Het programma SOLADI 04, dat meerdere data
sets samenvoegt, een kaartblad samenstelt en dat
tekent. Als uitvoermogelijkheden kennen we hier
tevens de hardcopy en de magneetband. Het be
stand op die magneetband kan in de Univac
U 1100-computer van de Dienst Informatieverwer
king van de Rijkswaterstaat worden uitgebreid met
gegevens uit bestanden van b.v. assen en gren
zen.
3. Fotogrammetrisch digitaal kaarteren
Zoals bekend worden luchtfoto's voor kaartvervaar
diging met een zo grote overlapping genomen, dat zij
als stereoparen in zogenaamde dubbelbeeld-instru
menten na oriëntering een drie-dimensionaal terrein
model vormen. Hierin kunnen met een meetmerk
detailpunten worden gemeten. Oriënteert men dit
beeld ook absoluut met behulp van referentiepunten
en koppelt men het meetmerk aan een tekenstift, dan
is analoge kaartvervaardiging mogelijk. Dit vindt sinds
de oprichting van de Meetkundige Dienst in 1931
plaats.
Gedeeltelijke automatisering is te realiseren door de
verplaatsingen van het meetmerk als locale coördi
naten te registreren en van een herkenningscode voor
grafische presentatie te voorzien. Hierna vindt dan via
een computer transformatie en automatisch uitteke
nen plaats.
Deze digitale methode wordt bij de Meetkundige
Dienst in het produktieproces naast het analoog kaar
teren sinds 1972 toegepast. Op dit ogenblik vindt van
het fotogrammetrisch kaarteren circa 80% digitaal
plaats. Het aantal zo vervaardigde kaartbladen was
het laatste jaar 608.
Het produktieproces ziet er momenteel als volgt uit:
1. De digitale gegevens van een fotogrammetrisch
model worden verzameld op de magneetband
cassette van een Hewlett-Packard 9825A tafel
computer. Hierbij vindt tevens syntaxcontrole
plaats.
2. Deze cassette wordt ingelezen, via de on-line op
gestelde HP 9825A, in het besturingssysteem van
de laserdisplay. De ingelezen modelgegevens wor
den met behulp van SOLADI 02 vertaald tot een
standaarddataset.
3. Vervolgens wordt met SOLADI 03 een proefteke-
ning van het model op diazofilm vervaardigd. De
fotogrammeter beoordeelt op een vergroting hier
van de juistheid en volledigheid van de digitale
gegevens, terwijl het betreffende model nog in het
fotogrammetrisch instrument aanwezig is. Even
tuele wijzigingen of aanvullingen kan hij onmiddel
lijk aanbrengen. Gezien het voorlopige karakter
wordt deze dataset niet in het systeem bewaard.
4. Het definitieve cassettebestand wordt wegge
schreven op magneetband.
5. Te zijner tijd worden per project de modelgegevens
samengevoegd en worden proefbladen vervaar
digd, waarop meerdere modellen voorkomen. Op
zo'n proefblad vindt controle op kaartredactie en
-inhoud door de kartograaf plaats.
6. Aan de hand van opmerkingen van de kartograaf
werkt de operateur mutaties in en maakt met
SOLADI 04 een magneetband met tekeninstruc
ties. Eventueel via de Univac-computer worden
hiermee op de CalComp 7500 tekenautomaat de
definitieve af te leveren tekeningen (gravures) ver
vaardigd. Nog onderzocht wordt of van diazofilm
een gelijkwaardige vergroting is te produceren.
7. De modelgegevens blijven op magneetband be
waard. Het is dus mogelijk bladen met een andere
schaal en/of ligging bij te laten maken.
4. Aanpassingen
In de kaartproduktie vonden de laatste twintig jaar
ingrijpende veranderingen plaats. Te noemen zijn de
overgang van echt manueel beschriften van kaart
werk naar het aanbrengen van plakschrift met kant
en-klare lettercombinaties (teksten) en het opnieuw
gebruikelijk worden van graveren in plaats van (posi
tief) tekenen, dit laatste nu op kunststof in plaats van
op steen of koper zoals in vroeger eeuwen. Verder
dient ook melding te worden gemaakt van de haast
revolutionaire ontwikkelingen in de reprografie, waar
van de kartografie dankbaar gebruik maakt. Naast en
verweven met dit alles werd door gefaseerde automa
tisering handwerk overgenomen door computer en
tekenautomaat.
Bij analoge fotogrammetrische kaartvervaardiging
vindt de volledige afwerking door de kartograaf
plaats. In de eerste fase van het digitaal kaarteren cor
rigeerde hij het „halfprodukt" van de tekenautomaat.
In de huidige fase geeft hij als „kaartredacteur" aan
wijzingen voor bijvoorbeeld het verplaatsen van tek
sten en signaturen. De essentie van het vakmanschap
blijft dus voor hem behouden in een veranderde taak.
Overtolligheid van personeel is door de aanpassingen
in de werkmethode bepaald niet veroorzaakt, dit
mede door de gefaseerde overgang en „natuurlijk"
verloop naar andere afdelingen van de Dienst.
Wel hadden met name oudere grafisch geschoolden
soms onvrede over moderne technieken en methoden
in het algemeen. De problemen die daardoor kunnen
ontstaan zijn sterk individueel van aard en dienen dan
ook per geval te worden bezien en opgelost. Uiteraard
kregen interne opleiding en voorlichting voortdurend
aandacht. Organisatorisch vonden aanpassingen
plaats door vorming van een AIV (afdeling informatie
verwerking) en integratie tussen de afdeling foto-
grammetrie en de kartografische tekenzaal.
Ondanks verzwaring van het werkpakket mocht het
personeelsbestand niet toenemen, maar moest het
zelfs inkrimpen. Vandaar dat arbeidsbesparing uit
gangspunt was bij de diverse aanpassingen in de
methodiek van de kaartproduktie. Voorts is bekorting
van de verwerkingstijd per opdracht op zich ook van
belang. Hoe vaak wenst een opdrachtgever niet dat
zijn kaarten „gisteren klaar" zijn? Dit mag en kan niet
betekenen dat alles razendsnel moet gebeuren. Wel
dat de Meetkundige Dienst ernaar moet streven zo
nodig het gevraagde binnen zeer korte tijd te leveren,
hetgeen de inzet van deze geavanceerde apparatuur
verklaart.
108
GEODESIA 80