Studiedagen
NGL1980
FOUTEN MAKEN EN FOUTEN ZOEKEN
BASISKENNIS INFORMATICA
Opdat de onvermijdelijkheid van het opmeten van
ieders eigendomsperceel volstrekt duidelijk zou zijn,
probeerde de minister echter in 1805 eerst nog een
ander idee, n.l. door de eigenaren niet zoals eerst hun
inkomsten te laten opgeven, maar de grootte van hun
bezit, in de veronderstelling dat dit gemakkelijker zou
gaan. Tezamen moesten die opgegeven grootten
natuurlijk de oppervlakte opleveren die uit de kaart
was berekend.
Men was nog maar nauwelijks hiermee begonnen, of
men stootte op onoverkomelijke moeilijkheden: er
werden maar weinig opgaven ingeleverd en die waren
veelal te onnauwkeurig. De som was veel kleiner dan
de grootte volgens de kaart. Op aandrang van de
minister zette men echter door: sommige directeuren
van de Belastingen gingen zelf met hun personeel
naar de gemeenten, ze vroegen van huis tot huis naar
de opgaven, ze hielpen bij het beantwoorden van de
vragen en daarnaast betaalden ze kundige aanwijzers.
Met veel arbeid en moeite lukte het aldus een aantal
verpondingslijsten te verkrijgen. Al gaven deze lijsten
lang niet voor iedere eigenaar de juiste grootte van
zijn bezit weer, toch hielpen ze de onbillijkheden ge
deeltelijk uit de wereld. De invordering van de be
lasting leverde geen klachten op, omdat tenminste de
meest gevoelige gebreken waren verholpen. Zo bleek
dat er binnen eenzelfde gemeente eigenaren waren,
die vroeger zelfs tot de helft van hun inkomsten
hadden te betalen, terwijl anderen soms slechts een
honderdste deel opbrachten. Tengevolge van dit
kadaster bracht men evenredig het achtste tiende
gedeelte van zijn inkomsten op.
Ondertussen stond het probleem om de opgaven van
de eigenaren te krijgen nog recht overeind, alsmede
het nog groter probleem om de opgegeven opper
vlakten in overeenstemming te brengen met de uit de
kaart berekende grootten. Van alle kanten werd daar
om aangedrongen op de uitvoering van de perceels
gewijze meting als enig middel om aan iedereen recht
te doen wedervaren. Diverse gemeenten hadden
reeds op eigen kosten zo'n kadaster opgericht, andere
vroegen toestemming om daartoe een belasting te
mogen heffen. Dit bracht de minister van Financiën er
in 1807 toe te besluiten om een bijeenkomst te be
leggen van directeuren der Belastingen en hoofdland
meters, onder voorzitterschap van de heer Delambre,
secretaris van het Instituut der Exacte Wetenschap
pen, teneinde hen over de wijze van uitvoering te
raadplegen. Uit die beraadslagingen is een ontwerp
voortgekomen, waarvan de principes door Zijne
Majesteit de Keizer in 1808 werden goedgekeurd. Al
dus is men, door ervaring wijs geworden, stapsgewijs
teruggekomen tot de conclusie van de Constitue
rende Vergaderinghet perceelsgewijs kadaster.
N.B. In het tijdschrift voor Kadaster en Landmeet
kunde (jaargang 1954 - p. 190) is een bewerking in het
Nederlands opgenomen van Le cadastre francais ge
schreven door R. Herbin. Deze bewerking van de
hand van ir. F. Harkink kreeg de titel mee: Het ont
staan van het Franse kadaster.
Nadere gegevens over deze
studiedagen en de wijze van
aanmelding worden gepubli
ceerd in het aprilnummer.
Door het bestuur van de Stichting NGL is besloten in 1980 de volgende
studiedagen te organiseren
Deze studiedag zal worden gehouden op 30 mei 1980 in Bunnik en zal zijn
gewijd aan de precisie en betrouwbaarheid van metingen. Sprekers zijn
gevraagd uit de kringen van de Afdeling der Geodesie van de TH te Delft, de
rijksdiensten en het bedrijfsleven, om zowel theoretische aspecten als
praktische ervaringen bij de opzet van metingen en bij het maken en zoeken
van fouten te belichten.
Deze studiedag is gericht op de belangstellingscategorie van vakgenoten met
een TH- of HTS-opleiding of een vergelijkbare achtergrond.
Plaats en datum van deze studiedag zijn nog niet bekend; waarschijnlijk zal
dit onderwerp in het najaar op een nog nader te bepalen plaats worden
behandeld. Gedacht wordt aan twee dagen in september/oktober, waarop
aandacht zal worden besteed aan de grondbeginselen van de informatica
waarmee vele collega's in de dagelijkse praktijk te maken hebben.
Deze studiedagen zijn gericht op de belangstellingscategorie van kartografen
en landmeetkundigen met een MTS-opleiding of een vergelijkbare achter
grond. Hierbij wordt vooral gedacht aan hen die in hun opleiding niet met
dit onderwerp in aanraking zijn gekomen, maar die in hun dagelijkse werk
hiermee worden geconfronteerd.
DE COMMISSIE STUDIEDAGEN
110
GEODESIA 80