een hulpmiddel bij het uitzetten zijn. De landmeter draagt de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor uit zetting conform het matenplan. 3.2.18. Tenslotte nog even de voordelen van het kilometreren van wegen: de lengte van de weg is in de voorbereiding exact bekend; de civieltechnicus kan in de voorbereidingsfase maatvoeringen aan deze kilometrering vastleggen, b.v. lengteprofielen; de kilometrering komt ook voor op de bestek tekeningen: door het uitzetten van alle kilometre- ringspunten in het terrein kan de aannemer zich heel goed oriënteren; het uitzetten van diverse objecten door derden is sterk vereenvoudigd (controlekokers, mantelbui zen); aan de kilometrering kunnen in het terrein diverse objecten worden vastgemeten. 4. De organisatorische aspecten voor een goede coördinatie en instandhouding van de maatvoe ring bij de voorbereiding en uitvoering van het plan Het is begrijpelijk dat de onder hoofdstuk 3 beschre ven ontwikkeling van het matenpian alleen tot stand kan komen wanneer alle erbij betrokken vakdisciplines daaraan willen meewerken. Een afdeling Landmeet kunde is een dienstverlenende afdeling en is, voor wat de te verwerken gegevens betreft, volledig afhankelijk van anderen. Een goede maatvoering kan alleen tot stand komen, wanneer de andere disciplines ervan doordrongen zijn dat alleen met hun medewerking een goede maatvoering tot stand kan komen. Gaan zij immers nonchalant te werk, dan zal het aantal wijzi gingen zeer groot zijn. Zo groot zelfs dat zij niet meer te verwerken zijn, omdat het verwerken niet alleen veel tijd zal kosten, maar ook een onoverzichtelijke maatvoering in de hand werkt, wat weer fouten ver oorzaakt. Het is duidelijk dat de andere disciplines een goed inzicht in het ontstaan van een matenplan moeten hebben. Het meewerken aan de totstand koming van het matenplan kan bovendien geen vrij blijvende zaak zijn. Daarvoor zijn de te bereiken doel stellingen te belangrijk. Om tot een goede werkwijze te komen is een aantal jaren geleden besloten alle betrokkenen in het bedrijf d.m.v. een discussienota met het probleem maat voering te confronteren. Deze discussienota is als Praatstuk maatvoering" bekend geworden en is als bijlage 1 bij dit artikel opgenomen. In dit praatstuk is uiteengezet: de doelstellingen van het matenplan; een z.g. „levensloop" van een matenplan om tijdens de te voeren besprekingen als leidraad te kunnen dienen; een verdeling van de gehele materie in vier fasen: a. een voorbereidingsfase, b. een woningbouwfase, c. een uitvoeringsfase, d. een grondzakenfase. In vele besprekingen met alle betrokkenen is aan de hand van de in dit praatstuk gestelde vragen een procedure ontwikkeld. Deze procedure is in een Dienstvoorschrift maatvoering" vastgelegd en als bijlage 2 opgenomen. Ter verduidelijking is een orga nisatieschema van het bedrijf Openbare Werken als bijlage 3 opgenomen. De beschreven procedure gaat alleen op voor het be drijf Openbare Werken in Maastricht. Ze is gebaseerd op het takenpakket van de diverse afdelingen. Toch kan deze procedure wel als leidraad dienen bij het op stellen van een procedure bij andere gemeenten. Zo is ook deze hele uiteenzetting bedoeld; n.l. een totaaloverzicht te geven van de problematiek van de maatvoering in de moderne stedebouw en hoe orga nisatorisch hiervoor een oplossing is gevonden. Schrijver van dit artikel hoopt hiermee een bijdrage te leveren aan de discussiemaatvoering". Bijlage 1 Praatstuk maatvoering) De maatvoering bij de voorbereiding en de uit voering van objecten I. Ten behoeve van de maatvoering bij de voorbereiding en de uit voering van objecten worden sedert enige tijd door de afdeling Landmeetkunde matenplannen opgesteld, waarmee de volgende doelstellingen worden nagestreefd: 1Reeds tijdens de voorbereiding wordt de werkelijkheid, zoals het later uitgevoerd zal worden, exact vastgelegd. 2. Alle betrokkenen worden reeds tijdens de voorbereidingsfase geconfronteerd met de werkelijkheid van de uitvoering, waar door eventuele problemen tijdig kunnen worden onderkend en opgelost. 3. De door de verschillende afdelingen te verstrekken gegevens worden op basis van computerberekeningen centraal op maat vast materiaal nauwkeurig verwerkt. 4. De consequenties van eventuele wijzigingen kunnen steeds vooraf worden overzien. 5. Op de centrale plaats is steeds de laatste toestand bij de hand. 6. Er zijn steeds goede en uniforme ondergronden beschikbaar voor het „verder werken" (zoals civieltechnische en cultuur technische bestekken, leidingtekeningen, overdrachtstekenin gen, woningbouwplannen, micro-detaillering e.d.). 7. Wijzigingen in de horizontale ligging van het plan kunnen ge makkelijk aan alle betrokkenen worden meegedeeld. Ten aanzien van het vastleggen van objecten in een matenplan gelden de volgende gedragsregels: a. Er wordt niet méér vastgelegd dan voor de maatvoering nood zakelijk is. b. Elke vastlegging moet gezien worden als een „uitgangspunt", d.w.z. dat wijzigingen mogelijk blijven, tenzij deze door eerder verrichte handelingen (zoals verkoop, realisering) niet meer zijn toegestaan. De in dit verband gehanteerde term „matenplan" dient ruim te worden geïnterpreteerd, dus niet alleen het als officieel bekend staande matenplan maar ook alle met betrekking tot de maatvoe ring vervaardigde tekeningen. II. In de praktijk blijken er nogal wat problemen met betrekking tot de maatvoering voor te komen. Deze problemen worden hoofd zakelijk veroorzaakt door het ontbreken van vaste gedragsregels en door de onbekendheid met het ontstaan en de verdere ontwikkeling van het matenplan. Hieronder volgt een chronologisch overzicht van de „levensloop" van een matenplan: 1. Eerste aanzet matenplan (ondergrond schaal 1 500 met ge- kilometreerde assen van wegen). 2. Matenplan (overbrengen belijning juridisch plan in de eerste aanzet matenplan; hiervoor zijn nodig de concrete bouw plannen verwerkt door de afdeling Stedebouw in de eerste aanzet matenplan). N.B. Thans is de ondergrond klaar voor de civieltechnische en cultuurtechnische bestekken. 3. Verwerking wijzigingen aan de hand van door de afdeling Stedebouw verstrekte afdrukken van de werkkaart (t.m. de uitvoering!). 4. Vervaardiging erfpachtstekeningen voor de Raad (zie punt 18). 5. Vervaardiging overdrachtstekeningen complexbouw voor de Raad (A.C.-contracten; zie punt 12). NGT GEODESIA 80 141

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 11