Het adres van de advertentie-acquisiteur J. P. DE JONGE is gewijzigd in: Blokbrekersstraat 13 - 6325 CS Berg en Terblijt (L.) - Tel. (04406) 41566 6. Op het door de landmeter gemaakte veldwerk plaatst de toe zichthouder zijn handtekening, als bewijs voor de ontvangst van de aanwijs. 7. Een kopie van dit veldwerk, in kleur bijgewerkt, wordt binnen een week in tweevoud aan de toezichthouder gezonden. De toezichthouder zorgt voor de verstrekking van een kopie aan belanghebbende. 8. De controle op de maatvoering berust bij de toezichthouder; daarbij dient hij te letten op: a. de maatvoering welke is aangegeven op het uitzetveldwerk; b. indien aanwezig, de maatvoering van het matenplan; c. de begrenzing van het terrein, indien de gemeente verant woordelijk is voor de verkaveling. Indien dit van toepassing is, zal de landmeter dit duidelijk op het veldwerk vermelden. 9. Indien door de toezichthouder tijdens de uitvoering afwijkingen van de uitzettingen en het matenplan worden geconstateerd en er wordt besloten dit niet te laten corrigeren, dient hij dit onverwijld te melden aan de chef van de afdeling Landmeet kunde. 10. Heruitzettingen vinden in het algemeen alleen plaats tegen betaling van de gemaakte kosten. 11. Verzoeken om heruitzettingen richt de toezichthouder aan de chef van de afdeling Landmeetkunde. Voor het uitvoeren van deze werkzaamheden zal de landmeter de toezichthouder een opdrachtbon laten tekenen. De toezichthouder geeft op deze bon aan of naar zijn mening de kosten wel of niet vergoed zullen moeten worden. IV. Revisie van de hoogte van de riolering 1. De toezichthouder dient de hoogte van de riolering volgens de gegeven hoogtematen te controleren. De door deze controle verkregen gegevens noteert hij op een revisietekening. Op deze revisietekening houdt hij tevens aantekening van wijzigingen in de ligging van de controleputten ten opzichte van de door de afdeling Landmeetkunde uitgezette punten. 2. Een rivisiewaterpassing van de hoogten van de controleput deksels van de riolering wordt door de afdeling Landmeetkunde uitgevoerd nadat de wegen geheel zijn afgewerkt. V. Overdracht van gronden 1. Overdracht van gronden in bestemmingsplannen waar een matenplan is opgemaakt: a. op initiatief van het Grondbedrijf aan Openbare Werken (te leiden via afdeling Landmeetkunde) geeft afdeling Stede- bouw, in overleg met de afdeling Landmeetkunde, op het matenplan met een contourlijn de grenzen aan van de over te dragen blokken (kavels); b. de afdeling Landmeetkunde legt deze begrenzing ter goed keuring voor aan het Grondbedrijf, dat zich daarbij tevens sterk dient te maken voor het accoord van de wederpartij (voor accoord laten tekenen); c. zodra zekerheid is verkregen omtrent uitvoering conform de beleidsadviezen (bijvoorbeeld machtiging tot aanbesteding) verzoekt het Grondbedrijf Openbare Werken (afdeling Land meetkunde) de oppervlakten van de over te dragen blokken (kavels) te bepalen en de overdrachtstekeningen te maken op basis van de onder b bedoelde, door de wederpartij voor accoord getekende, tekeningen. Het juiste tijdstip daarvoor dient, zoals bij de huidige werk wijze, in de projectgroep te worden bepaald. Bij ontbreken van een projectgroep dient dit te geschieden via de verant woordelijke functionaris bij Openbare Werken voor het be trokken project; d. de gemaakte overdrachtstekeningen worden door Openbare Werken (afdeling Landmeetkunde) aan het Grondbedrijf ver zonden; e. 1. de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor hetgeen wordt overgedragen ligt bij het Grondbedrijf; 2. Openbare Werken (afdeling Landmeetkunde) blijft verant woordelijk voor het vastleggen van de grenzen en de oppervlaktebepaling; f. wijzigingen in de blokbegrenzing kunnen door Openbare Werken (afdeling Stedebouw) worden gehonoreerd na over leg met de afdeling Landmeetkunde en andere belangheb bende disciplines. Zonodig worden desbetreffende verzoeken door het Grond bedrijf ter advies aan Openbare Werken gezonden, waarbij zij via de afdeling Landmeetkunde worden geleid. Door de afdeling Landmeetkunde worden deze wijzigingen op aanwijzing van de afdeling Stedebouw in het matenplan verwerkt; g. Openbare Werken (afdeling Landmeetkunde) bepaalt of de bestaande overdrachtstekeningen moeten worden gewijzigd, zonodig in overleg met en eventueel op verzoek van het Grondbedrijf, c.q. van de wijziging nieuwe overdrachtsteke ningen moeten worden gemaakt. Het Grondbedrijf draagt zorg voor de verdere verwerking van die gegevens; h. na de goedkeuring van de overdracht door de Raad wordt door het Grondbedrijf hierover bericht gezonden aan Open bare Werken (afdeling Landmeetkunde); i. het uitzetten en aanwijzen van de grenzen ten behoeve van het Kadaster geschiedt door de afdeling Landmeetkunde op basis van de onder V-1-d en/of V-1-g genoemde tekeningen. 2. Overdracht van gedeeltelijke kadastrale percelen waar geen matenplan is opgemaakt: a. het Grondbedrijf verzoekt Openbare Werken (afdeling Land meetkunde) deze overdrachtstekeningen op te maken. Afde ling Landmeetkunde wint de daartoe nodige adviezen in (van afdeling Stedebouw, Verkeer, Cultuurtechniek enz.). Vooraf vergewist het Grondbedrijf zich ten aanzien van de aanwezig heid van kabels, leidingen en/of andere nutsvoorzieningen in de over te dragen grond, aan te vragen via Openbare Werken (afdeling Civiele Techniek - voorbereiding); b. Openbare Werken (afdeling Landmeetkunde) zorgt voor tij dige beantwoording van het verzoek aan het Grondbedrijf, eventueel met de mededeling dat nazending van de defini tieve tekeningen vóór de dag van transport zal volgen; c. indien in de tekoopaanbieding zaken staan, die de grensuit- zetting kunnen beïnvloeden, zendt het Grondbedrijf aan Openbare Werken (afdeling Landmeetkunde) een afschrift daarvan. Indien al definitieve overdrachtstekeningen zijn opgesteld, dienen deze dan eventueel te worden gewijzigd, c.q. dienen nieuwe overdrachtstekeningen te worden gemaakt; d. na de goedkeuring van de overdracht door de Raad wordt door het Grondbedrijf hierover bericht gezonden aan Open bare Werken (afdeling Landmeetkunde); e. het uitzetten en aanwijzen van de grenzen ten behoeve van het Kadaster geschiedt door de afdeling Landmeetkunde op basis van de onder V-2-a, V-2-b of V-2-c genoemde teke ningen. 3. Overdracht van gronden door middel van een A.B.C.-contract: a. in geval een A.B.C.-grondoverdrachtscontract wordt opge maakt, aanvaardt de Gemeente geen enkele aansprakelijkheid voor de grenzen tussen de kavels en de oppervlakte van de individuele kavels; b. de voor deze overdracht benodigde tekeningen dienen door de partij B (bijvoorbeeld projectontwikkelaar) op basis van de door Openbare Werken (afdeling Landmeetkunde) ter be schikking gestelde ondergronden te worden vervaardigd en vervolgens bij het Grondbedrijf te worden ingediend; c. het Grondbedrijf zendt de onder b bedoelde tekeningen aan Openbare Werken (afdeling Landmeetkunde), waar de be grenzing met de gemeente-eigendommen wordt getoetst aan de hand van de onder V-1-d en/of V-1-g, c.q. V-2-a, V-2-b of V-2-c genoemde tekeningen; d. Openbare Werken (afdeling Landmeetkunde) brengt advies uit over de bevindingen aan het Grondbedrijf, dat voor verdere verwerking dient zorg te dragen. Maastricht, 1 september 1979 144 NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 14