rrn r [C"U Ha) (g0 g46) HB 1500 m gBB. 981.216 0,0424 x 1500 en 0 C' 98ÏÏ3ÖÖ f500"'™'" Als we de formules (3) en (5) vergelijken zien we dat de orthometrische hoogte afhankelijk is van de plaat selijke zwaartekracht en de dynamische hoogte niet. Orthometrische en dynamische correcties Met de formules (2), (3), (4) en (5) kunnen de ortho metrische en dynamische hoogten worden berekend; het is echter een bewerkelijke weg. Voor de praktijk worden de formules iets omgewerkt, zodat de hoogteverschillen in eerste benadering op de conventionele manier uit waterpassing kunnen wor den gevonden door het optellen van alle hoogtever schillen per slag 2sAh,. Vervolgens worden kleine correcties berekend om tot de orthometrische en dy namische hoogteverschillen te komen: (Hb-HA)orth. 2, Ahj O.C. (H= H A' dyn. 2i Ah, D.C. (6) O.C. orthometrische correctie, D.C. dynamische correctie. Door substitutie van de formules (2), (3) en (5) kan men O.C. en D.C. uitrekenen. Na enige bewerkingen is het eindresultaat: •j O.C. [HA (gAA. 9o' 9o Hb (9bb- 9o' 2(g, g0) Ahj (7) D.C. 2 i (g, g45) A h,J 945 945 2i (gr - g0) A hj Hierbij is g0 een willekeurig te kiezen g-waarde en g45 de g op 45° breedte. Praktijkvoorbeeld Om een indruk te krijgen van de orde van grootte van de correcties wordt hier een voorbeeld gegeven. Men waterpast van A naar B. Benaderde waarden voor Ha Hb worden gevonden uit het ongecorrigeerde hoogteverschil. Stel HA 500 m en Als eenheid voor zwaartekracht wordt gebruikt de milligal (mgal) gA 981.458 mgal en gB 981.216 mgal. Kies voor g0 een gemiddelde waarde, zodat (g, g0) kleine waarden worden g0 981.300 mgal g45 980.619 mgal Uit de combinatie van waterpassing en zwaartekracht volgt: 2i <9i 9o> Ah; 35.000 mgal meter. 981.280 mgal 1500x1-20) 35.000] 0,158 m D.C. [(1500 - 500) x (681) 35.000] 0,730 m Hieraan zien we dat de correcties zeker niet verwaar loosbaar zijn voor nauwkeurigheidswaterpassing in middel- en hooggebergte. Het verband tussen zwaartekracht en hoogte verandering In het voorgaande is het verband tussen hoogte en zwaartekracht behandeld als een statische, onveran derlijke toestand. Indien er echter veranderingen in de ondergrond optreden, zoals bij de exploitatie van kolen in Limburg of bij de winning van aardgas in Groningen, verandert ook de zwaartekracht en daar mee de ligging van de niveauvlakken. Als men, zoals in Groningen, de zakking van het ter rein nauwkeurig wil bepalen uit periodieke waterpas sing moet men met deze verandering van de niveau vlakken ook rekening houden. Om deze reden is in Groningen vorig jaar een nauwkeurig net van zwaarte- krachtpunten gemeten. Dit aspect van de combinatie van waterpassing met zwaartekracht zal belicht wor den in het mei-nummer van dit tijdschrift. Een opgave Twee wolkenkrabbers A en B zijn bijna even hoog en men wil weten welke de hoogste is. De eigenaar van A zet daartoe een waterpasinstru ment op het dak van zijn gebouw en waterpast het hoogteverschil. Hij vindt dat zijn gebouw hoger is. De eigenaar van B vertrouwt het niet en meet de hoogte van beide gebouwen door een meetlint langs de gevel naar beneden te laten zakken. De voet van beide ge bouwen is even hoog, d.w.z. ze staan op hetzelfde niveauvlak. Hij vindt dat gebouw B hoger is. Als we aannemen dat beide metingen foutloos zijn rijst de vraag welk gebouw nu hoger is. Dus is gAA- 981.458 0,0424 x 500 981.479 mgal 148 NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 18