nederlands geodetisch tijdschrift De coördinatie en instandhouding van de maatvoering bij de voorbereiding en uitvoering van bestemmingsplannen M door ing. J. E. P. E. Wesse/s, chef van de afdeling Landmeetkunde van het bedrijf Openbare Werken van de gemeente Maastricht. In mei 1979 werd op verzoek van de Rayoncommissie Zuid van het NGL te Eindhoven een lezing gehouden over bovengenoemd onderwerp. Er bleek voor deze lezing een overweldigende belangstelling te bestaan. Op verzoek van vele aan wezigen is besloten deze lezing in dit blad te publiceren. Inleiding Ongeveer tien jaren geleden werden woningen ge pland binnen een stramien van wegen, dat bouw terreinen omsloot, vaak rechthoekig van vorm en eenvoudig van maatvoering. Bij de tegenwoordige stedebouwkundige plannen worden woningblokken gegroepeerd en zijn de wegen qua vormgeving en maatvoering sterk afhankelijk van de ligging en de maatvoering van de te bouwen woningblokken. Met de grondoverdracht, de realisering van de civiel technische werken (riolering, wegcunet) en het leg gen van de nutsvoorzieningen wordt meestal gestart voordat de definitieve bouwblokmaten van de wo ningen bekend zijn. Het is vooral dit aspect dat de coördinatie en instandhouding van de maatvoering bij de voorbereiding en uitvoering van de plannen zo ingewikkeld maakt. In dit artikel zullen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen: 1De moderne stedebouwkundige opzet van te reali seren plannen. 2. De consequenties van deze stedebouwkundige op zet voor de maatvoering. 3. Het matenplan: doelstelling, ontwikkeling en toe passing. 4. De organisatorische aspecten voor een goede coördinatie en instandhouding van de maatvoering bij de voorbereiding en uitvoering van het plan. Bij het lezen van deze uiteenzetting zal men zich moe ten realiseren, dat de beschreven werkmethoden sterk afhankelijk zijn van de organisatie waarin men werkt. Iedere lezer zal voor zichzelf moeten nagaan wat voor hem in zijn werksituatie toepasbaar is. De bij dit artikel afgebeelde kaartfragmenten zijn t.o.v. de oor spronkelijke plans een factor 2 verkleind. NGT GEODESIA 80 1. De moderne stedebouwkundige opzet van de te realiseren plannen De laatste tien jaren is de opzet van een stedebouw kundig plan ingrijpend gewijzigd. 1.1. Voorheen kenmerkte een stedebouwkundig plan (zie figuur 1) zich meestal als een plan waarin het openbaar terrein bestond uit een rijbaan met aan beide of aan één zijde een trottoir. De indeling tussen de gevels aan weerszijden van de weg vertoonde bijna steeds hetzelfde patroon: voortuin - trottoir - rijbaan - trottoir - voortuin. De scheiding van de functies (rij baan, trottoir, plantsoen, e.d.) was een rechte of een gebogen lijn, vrijwel steeds evenwijdig aan elkaar en loodrecht op elkaar, zonder verspringingen: gewoon rechttoe-rechtaan. Uitgangspunt voor een bebouwingsplan was meestal een rechthoekig bouwterrein; dus met een eenvou dige maatvoering. 1.2. In een modern stedebouwkundig plan (zie figuur 2) zijn tussen de hoofdontsluitingswegen (aan- en af- voerwegen van het wijkgebeuren) de woningen zoda nig gegroepeerd, dat achter de woningen voldoende tuin en aan de voorzijde voldoende openbaar terrein aanwezig is. De hoofdontsluitingswegen hebben een rechte doorlopende wegbelijning, meestal een rijbaan met aan weerszijden een trottoir. De vorm van het openbaar terrein (woonerf) is bijna geheel afhankelijk van het rooilijnenverloop van de te realiseren bebou wing. De doorlopende rechte belijning is geheel ver dwenen, de voorgevels verspringen, de wegbelijning eveneens. De term woonerf is gevallen. In deze uiteenzetting worden met woonerf niet alleen die openbare terrei nen bedoeld, die met verkeersborden als „woonerf" in de zin van „het Reglement verkeersregels en ver- 133

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 3