3.2.4. Afbeelden hoofdontsluitingswegen
Gebruikmakend van de gekaarteerde kilometrerings-
punten en de maatvoering op het bestemmingsplan
kunnen de wegkanten, trottoirs, bermen enz. op het
matenplan worden ingetekend.
3.2.5. Matenplan le fase
Het matenplan 1e fase is thans gereed. Deze onder
grond wordt ter beschikking gesteld aan de afdeling
Stedebouw en aan de architecten. Binnen een blok
dat wordt omsloten door hoofdontsluitingswegen
kunnen zij de woningblokken zodanig groeperen, dat
wordt voldaan aan de in het bestemmingsplan ge
stelde eisen. Omdat bij dit werk nogal wat stede-
bouwkundige beslissingen moeten worden genomen,
is het noodzakelijk dat dit werk in de stedebouwkun-
dige discipline wordt uitgevoerd. Vaak wordt dit werk
door de architect uitgevoerd, maar steeds onder ver
antwoordelijkheid van de afdeling Stedebouw voor
wat betreft de toetsing aan het bestemmingsplan.
Omdat in de praktijk is gebleken dat er bij het over-
tekenen van de ondergrond nogal wat onnauwkeurig
heden in de kaart ontstaan, is thans voorgeschreven
dat men dient te tekenen op een door de afdeling
Landmeetkunde verstrekte acute van het matenplan.
Dit vereenvoudigt ook weer het toetsingswerk.
Het is van belang dat men voor deze werkzaamheden
tracht te beschikken over de maatvoering van de
woningplattegronden, zoals deze ook later in werke
lijkheid zal zijn. Men heeft wel eens de neiging te
denken dat het in dit stadium nog allemaal niet zo
precies hoeft. Door deze handelwijze werkt men het
wijzigen in de hand.
3.2.6. Verdere afwerking matenplan (Zie figuren 3
en 4)
Aan de hand van de onder 3.2.5. beschreven teke
ning, goedgekeurd door de afdeling Stedebouw,
wordt het matenplan verder opgezet. Hierbij wordt
ook gebruik gemaakt van de mogelijkheid hoekpunten
in coördinaten te berekenen. Men moet het aantal
punten echter wel trachten te beperken. Dit is af
hankelijk van de te verwachten wijzigingen. Het be
rekenen van een aantal hoofdpunten is in ieder geval
noodzakelijk om onnauwkeurigheden te voorkomen,
als gevolg van het construeren met de steekpasser en
driehoeken. Laat men het berekenen van de punten in
dit stadium achterwege, met de bedoeling om het
later alsnog te doen, dan dient men zich te realiseren
dat de dan berekende punten ook weer in het maten
plan moeten worden gecontroleerd. De door die con
structies ontstane onnauwkeurigheden zullen hierbij
aan het licht treden en zijn dan al de eerste afwij
kingen tussen het matenplan en de werkelijkheid.
Men dient zich steeds af te vragen waarvoor het op
een bepaald ogenblik opgemaakte matenplan zal gaan
dienen. Van groot belang in dit stadium is de afbeel
ding van de begrenzing tussen openbaar terrein en
niet-openbaar terrein. Het is n.l. de bedoeling het
matenplan te gaan gebruiken als ondergrond voor de
diverse (civieltechnische) bestektekeningen en de
overdrachtstekeningen. In de praktijk is gebleken dat
het voldoende is de rooilijnen, de begrenzing tussen
openbaar en niet-openbaar terrein en de grenzen tus
sen de als apart bouwterrein te verkopen kavels (de
z.g. „particuliere kavels") aan te geven. Wijzigingen
in de begrenzing van deze kavels zullen sporadisch
nog voorkomen. In de particuliere kavels worden
verder de rooilijnen, de kavelnummers en de opper
vlakten vermeld.
3.2.7. Toepassing matenplan
Het matenplan is nu zover dat het als ondergrond kan
worden gebruikt voor de civiel- en de cultuur
technische bestektekeningen. Alle vakdisciplines en
de architecten worden nu door toezending van het
matenplan van het bestaan hiervan op de hoogte
gebracht. In een begeleidende brief wordt aan be
trokkenen gevraagd na te gaan of deze met het
matenplan accoord kunnen gaan.
3.2.8. Wijzigen van het matenplan
Moeten er wijzigingen in het matenplan worden aan
gebracht, dan is het noodzakelijk dat wordt nagegaan
of de voorgestelde wijziging wel mogelijk is. Niet al
leen moet dit stedebouwkundig worden getoetst,
maar ook moet worden nagegaan of die wijziging nog
wel mogelijk is, in verband met o.a. de overdracht van
de grond, de financiële haalbaarheid of dat in het
terrein ondertussen uitvoering heeft plaats gehad.
Het is om deze redenen nodig dat een initiatiefnemer
tot een wijziging alle betrokkenen hoort. Verder zal de
nieuwe situatie conform het bestemmingsplan moe
ten zijn.
Worden er toch beslissingen genomen die gevolgen
hebben voor de opzet van het bestemmingsplan, dan
zal deze beslissing zeker door de afdeling Stedebouw
moeten worden gehonoreerd. Om naderhand te kun
nen nagaan, waarom een matenplan afwijkt van het
oorspronkelijk bestemmingsplan, is het van belang
dat bij de afdeling Stedebouw op een kaart (de z.g.
werkkaart) deze beslissingen worden verwerkt. Men
moet voorkomen dat de afdeling Landmeetkunde zich
later zal moeten verantwoorden waarom de afbeel
ding op het matenplan afwijkt van het stedebouw
kundig plan.
3.2.9. Bouwvergunning (Zie figuur 5)
Voordat de bouwvergunning wordt verleend wordt de
maatvoering van de situatietekening, behorend bij de
bouwvergunning, vergeleken met de maatvoering van
het matenplan. Dit is van groot belang om later bij het
uitzetten van de woningen er zeker van te zijn, dat de
maatvoering van het matenplan conform de bouw
vergunning is. Om aan te geven dat deze activiteit is
uitgevoerd, wordt in het bouwblok op het matenplan
een zwart driehoekje getekend. Op de situatieteke
ningen behorende bij de bouwvergunning wordt de
stempel „landmeetkunde" en de datum van controle
vermeld. Zo kan later bij toch nog optredende ver
schillen in de maatvoering op eenvoudige wijze wor
den nagegaan welke tekeningen op het matenplan
werden verwerkt.
3.2.10. Start bouwrijp maken
Onder bouwrijp maken wordt verstaan het leggen van
de riolering en de nutsleidingen en het aanleggen van
de wegen in eerste fase (b.v. stolwegen). Ten be
hoeve van deze werkzaamheden worden de toekom
stige plaatsen van de controlekokers van de riolering
op het matenplan gecopieerd van de civieltechnische
bestekstekeningen.
In het terrein worden door de landmeter meetlijnen
verkend, waaraan de uitzetgegevens kunnen worden
NGT GEODESIA 80
137