Met deze gravimeters kunnen alleen zwaartekracht- verschillen worden gemeten en geen absolute zwaar tekracht. Om de veranderingen die deze in de tijd maakt te kunnen constateren, moeten we daarom uit gaan van een stabiel basispunt waarvan men ver onderstelt dat g niet met de tijd verandert. In ons ge val is dat het punt Gasselte op de Drentse Hondsrug. Dit punt is op zijn beurt weer verbonden met het Nederlandse zwaartekrachtnet en dat is weer opge nomen in het internationale, wereldomspannende zwaartekrachtnet. Als we over enige jaren de me tingen herhalen, kan er iets gezegd worden over de veranderingen. Zoals gezegd heeft 3 cm hoogteverandering een zwaartekrachtverandering van 10~8 g tot gevolg. We kunnen daardoor de zwaartekrachtmeter ook gebrui ken als hoogtemeter. Daar zwaartekrachtmetingen veel goedkoper zijn en sneller zijn uit te voeren dan waterpassingen, is het wellicht in de toekomst moge lijk het tijdsinterval tussen waterpassingen te vergro ten en tussendoor de hoogteveranderingen te contro leren met zwaartekrachtmetingen. Dit betekent dan een aanzienlijke werkbesparing. 5. Meetresultaten De zwaartekrachtmetingen zijn verricht gedurende drie weken van 25 september tot 13 oktober 1978 met de La Coste-Romberg gravimeter model G nr. 79, die voor deze gelegenheid in bruikleen was van de Tech nische Universiteit Hannover. In figuur 2 zijn de meetpunten aangegeven. Daar een gravimeter in principe zwaartekrachtverschillen meet, stelt elke verbindingslijn in de figuur een waarneming voor. Totaal hadden we 85 waarnemingen en 21 on bekende stations, dus 64 overtallige waarnemingen. Het punt Gasselte is als basispunt gekozen omdat dit punt buiten het zakkingsgebied van het gasveld ligt. Het ligt op de zandgronden van de Hondsrug, waar door verwacht mag worden dat de zwaartekracht daar weinig of niet zal veranderen in de loop van de tijd. Uit de vereffening van het net volgen de zwaarte krachtverschillen van alle punten t.o.v. Gasselte. De absolute waarde van de zwaartekracht wordt ge vonden door het verschil van Gasselte te meten t.o.v. Utrecht, het centrale punt van het Nederlandse zwaartekrachtnet. Utrecht is op zijn beurt weer ver bonden met het Duitse en het internationale zwaarte krachtnet, waarin een aantal punten zijn opgenomen waar g in absolute waarde is bepaald. De eenheid waarmee in de gravimetrie de zwaartekracht meestal wordt uitgedrukt is milligal (1 mgal 10~6 ms'2). Voor hele kleine grootheden wordt gerekend in micro- gal 1 /u gal 10_8ms_2). De drift van de gravimeter kon nauwkeurig worden bepaald door het verloop van de instrumentaflezingen in de loop van de drie weken te bekijken. Er bleek een verschil in drift te zijn gedurende de werkdagen en ge durende het weekend, wanneer het instrument stil stond. Gedurende de werkdagen was de drift 30 p gal per 24 uur en gedurende de weekenden 18 Mgal per 24 uur. De drift was praktisch lineair gedurende die drie weken. Voor de vereffening van het net werden eerst de waarnemingen gecorrigeerd voor deze drift. Voor de vereffening van het net worden de gemeten zwaartekrachtverschillen als waarnemingen inge voerd. De meetopzet was zodanig, dat aangenomen kon worden dat er een negatieve correlatie moest be staan tussen opvolgende waarnemingen. De correla tiecoëfficiënt p kan theoretisch worden bepaald en blijkt dan afhankelijk te zijn van de verhouding tussen de variantie van de afleesnauwkeurigheid van het in strument en de variantie die uit de netsvereffening wordt verkregen. De afleesnauwkeurigheid van het instrument was 5/ugal. Uit de voorlopige nets vereffening met ongecorreleerde waarnemingen volg de een schatting van de standaardafwijking van a2 13pgal. 5 Daarmee werd: P= (^)2 0,15. Hiermee werd de definitieve netsvereffening uitge voerd. De resultaten staan in tabel 1 STATION X y H 9 ^9 co I co Ag (m) (m) (m) (mgal) (mgal) (mgal) Gasselte 249.087 564.825 17,84 981.313,890 0,000 -20,28 Annerveen 248.400 567.795 2,05 323,147 0,006 -18,23 Tusschenklappen 254.200 575.280 -0,43 331,581 6 -16,32 Roode Til 258.040 579.565 -0,60 334,178 7 -17,06 Haren 238.980 578.105 0,50 328,854 5 -21,19 Kooipolder 246.910 580.985 -0,28 331,598 5 -20,82 Groningen 234.468 583.077 0,94 332,914 4 -20,94 Tenboer 238.840 586.625 -0,34 335,174 5 -21,79 Schildmeer 253.565 589.435 -0,85 341,816 6 -17,28 Ten Post 245.525 591.170 -0,15 339,186 7 -21,17 Delfzijl 260.640 591.945 0,06 345,498 6 -15,15 Stedum 242.555 594.970 1,18 341,430 6 -21,52 Winsum 231.800 595.435 0,86 341,605 6 -21,95 Middelstum 238.488 596.425 3,07 341,894 7 -21,66 Leermens 250.010 597.095 1,13 345,007 6 -19,51 Garsthuizen 243.250 598.780 2,20 343,916 7 -21,68 Bierum 254.735 599.525 1,21 350,779 7 -15,53 Uithuizermeden (kerk) 242.937 603.250 2,81 348,799 6 -20,10 Een rum 227.800 602.785 1,64 346,820 7 -22,27 Usquert 237.100 605.005 1,73 353,200 6 -17,48 Uithuizermeden (kabel) 249.275 607.905 1,85 356,439 7 -16,29 x, V H ^(g-go* Ag 7 RD-coördinaten hoogte zwaartekracht, g0 g van Gasselte (basisstation) standaardafwijking van (g-g0) zwaartekracht anomalie (g 7) normaalzwaarte kracht 190 Tabel 7. Resultaten van de definitieve netsvereffening. NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 20