en O.M. Oranjewoud bestaat een geringe tegen spraak tussen enerzijds O.M. Gasselte en O.M. Oranjewoud en anderzijds O.M. Bunde en O.M. Westernieland. Deze tegenspraken zijn evenwel niet significant; nulpaal Lauwersoog en O.M. Appelscha en O.M. Drachten, die in de NAM-waterpassing van 1975 in hoogte zijn bepaald, passen goed in het „histo risch model"; O.M. Zuidhorn en O.M. Vries passen evenals in 1975 goed in het „historisch model"; de oude hoogten van O.M. Gasselte, O.M. Bunde, O.M. Vries, O.M. Zuidhorn, O.M. Oranjewoud, O.M. Drachten en O.M. Appelscha evenals nul- paal Lauwersoog kunnen derhalve worden aan gehouden. Uit dalingsgrafieken (figuur 2) en bij vergelijking van zakkingsprofielen met die van voorgaande metingen (figuren 3 en 4) blijkt een grote overeenkomst in vorm, implicerend dat de bodemdaling min of meer regel matig is doorgegaan. In figuur 5 is de bodemdaling, die is opgetreden tussen 1964/65 en 1978, weerge geven op een kaart met lijnen van gelijke zakking (iso- dalingslijnen). De daling in het centrum van het gas- veld bedraagt ongeveer 8 cm. De „uitschieters" in het zakkingsbeeld zullen naar alle waarschijnlijkheid aan locale invloeden (b.v. water onttrekking) moeten worden toegeschreven. Voor een vergelijking tussen resultaten van de controle waterpassingen van de MD en de waterpassingen van de NAM raadplege men tabel 4. In totaal werden zo'n 160 peilmerken met elkaar vergeleken. Hoewel de ver schillen soms vrij groot zijn, werd nergens de tolerans overschreden. m 1972 KR^NINGÊN .MEX -SOABlLjlflI i 1 cm. I Pr.m 7H-0* IC-01|2 7G-QG7 F-Qi Fig. 2. Dalingsgrafieken van enige peilmerken in het gasveld NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 8