Kopij EN0 164
Brussel, den 17 Februarij 1817
Naar aanleiding der authorisatie vervat in de Resolu-
tien van Zijne Excellentie den Heere Minister van
Financiën waarvan ik UwEdG. een afschrift bij mijne
Missive van den 13 dezer maand No 56 deed gewor
den, heb ik de eer UwEdG. te verzoeken, de noodige
orders te willen stellen dat ten aanzien van de Trian
gulatie in de Gemeentens voor de werkzaamheden
van het Kadaster binnen UwEdG. Provincie over den
Jare 1817 aangewezen, behalven de voorschriften
begrepen in het 5 hoofdstuk eerste afdeling 4 Titul
van de Methodique verzameling der Wetten en In-
structien voor het Kadaster, speciaal het volgende
worde in agt genomen:
Ten aanzien van art 122
Dat bij voorkeur zoodanige puncten gekosen worden
welke in de natuur voorkomen zoo als Torens, Mo
lens, Spits-opgaande boomen welke zich onderschei
den als andersints mits dat derzelver vorm naar mate
van den afstand van dien aart zij dat zij nauwkeurig
bepaald kan worden
Bij artikel 124
Dat de Landmeter zijne waarnemingen uitstrekkende
tot puncten in aangrensende Gemeentens, zelfs in
dien zulks mogelijk is, twee zoodanige welke in die
Gemeente bevorens aangenomen zijn of aldaar be
paald behoren te worden. En zal de Ingenieur Verifi
cateur voorts aan de Landmeters de noodige speciale
Instructien behoren te geven, met betrekking tot de
puncten welke behoren gekosen te worden ten einde
dien aangaande geene verwarring plaats grijpe.
Ten aanzien van artikel 125
Dat nauwkeurig worde nagevolgd het model Register
ten dezen gevoegd en gequoteerd no 6 hetgeen mits
dien zal moeten bevatten:
1° De aanwijzing der driehoeken
2° De grootten der hoeken in Graden en minuten
3° De Lengten der Zijden
4° De afstanden van de Toppunten der hoeken be
westen of beoosten de middaglijn der plaats
5° De afstanden van de Toppunten der hoeken be-
Noorden of beZuiden de perpendiculaire lijn
6° De voorwerpen die tot gezigtpunten gediend heb
ben
7° Aanmerkingen welke den Landmeter vermeend
tot verstand van dezen arbeid te moeten maken.
Nopens art. 126
Dat insgelijks met alle oplettendheid het Plan van drie
hoeksmeting worde ingerigt, zoo als het model bij
deze missive gevoegd en gequoteerd no 7 aanwijst;
moetende alzoo den Landmeter daarmede belast ook
op dit plan een Lijn trekken, welke met betrekking tot
den grondlijn, de ware middaglijn voorsteld, welke
door den Toren van de plaats loopt; en een andere lijn
perpendiculaire op dezelve mede door het punt van
den Toren gaande, dezelve met de zijden van het
papier evenwijdig brengende. Daarna trekt hij met
eene tusschenruimte van 500 Meters op dit Zelve
plan lijnen welke aan de Middaglijn evenwijdig en
wederom andere welke aan de perpendiculaire lijn
parallel lopen. Van deze lijnen maakt hij gebruik om de
door hem bepaalde afstanden over te brengen.
De Grensscheiding van de Gemeente moet alsmede
op dit plan Figuratief egter zoo na mogelijk getrokke
worden, ten einde men duidelijk kan ontdekken hoe
danig zommige puncten buiten, andere op en weder-
228
om andere binnen de grensscheiding van de Ge
meente gelegen zijn.
Eindelijk zal almede zoo na mogelijk aan deze linie van
grensscheiding moeten worden aangetekend in hoe
verre zich ieder der aangrensende Gemeenten, langs
dezelve uitstrekt, moetende de benamingen van die
Gemeenten tevens daarbij worden uitgedrukt opdat
men ontdekke welke de trigonometrische puncten in
ieder van die Gemeentens gevonden worden,
en laatstelijk nopens art 127
Dat de Ingenieur Verificateur het Register en plan der
Trigonometrische operatiën ingevolge dat artikel over
nemende de noodige zorg drage dat met de Perceels
gewijze meting geen aanvang gemaakt worde, dan
nadat de Stukken van de driehoeksmeting in de ver-
eischte orde zijn
Ik verneem bij het in acht nemen van deze aanwijzinge
met grond te kunnen verwachten de Werkzaamheden
van de Triangulatie met die nauwkeurigheid zullen
worden geëxecuteerd dat dezelve aan het oogmerk
waartoe dezelve bestemd is volkomen zal beantwoor
den, en verzoeke UwEdG. bij toezending van Kopij
dezer missive met de hierbijgevoegde Modellen de
zelve wel aan den Ingenieur Verificateur in UwEdG.
Provincie te willen ter kennis brengen, ten einde
dezen ambtenaar dien overeenkomstig de noodige In
structien aan de Landmeters geve, voorts dezelve
derigeere en bijzonder in den aanvang van het werk
zich verzekere dat door hun kunstmatig en met orde
gearbeid worde.
De Administrateur van het Kadaster
(getekend) Ossewaarde
Voor kopij conform
De Administrateur van het Kadaster
(getekend) Ossewaarde
Nota. De Modellen van het Register en plan van drie
hoeksmeting worden met meerdere Modellen gevon
den bij de Missive van den 8 Mei 1817 n° 195
Kopij N° 92 F
Brussel, den 1e maart 1817
Het 115 articul van de Methodique verzameling der
Wetten en Instructien op het Kadaster schrijft voor dat
de Landmeters de Juistheid der Meters, Decameters
en Schalen van welke zij zich bedienen zullen moeten
verifieren, door ze met de Leggers te vergelijken
welke in de bureaux der Prefecturen bewaard wor
den.
Ik vertrouw dat de Legger van de mètre bevorens ter
Prefecture berust hebbende, thans nog bij het Gou
vernement in UwEdGestrenges provincie aanwezig is,
en dat derhalven wanneer door UwEdG. de noodige
orders aan den Ingenieur Verificateur gegeven wor
den, tot observantie van de bovengemelde bepaling,
daaraan door de Landmeters zal kunnen worden vol
daan. Teneinde intusschen deswegens voldoende
zekerheid te verkrijgen, zal ik UwEdG. verpligt zijn van
wel op het spoedigste renseignementen omtrend het
bestaan van dusdanige Legger in UwEdG. provincie
te willen inwinnen en er mij van te willen onderrigten
of dezelve al of niet voorhanden is teneinde ik in het
laatste geval de nodige maatregelen van voorziening
zoude kunnen provoceeren
De Adm. (getekend) Ossewaarde
Voor kopij conform
De Adm. (getekend) Ossewaarde
NGT GEODESIA 80