M 229 Kopij N° 217-0 's Gravenhage, den 3 Junij 1817 Het is mij dienstig voorgekomen om op eenige voor gekomen bedenkingen tot directie van Ingenieurs Verificateurs en Landmeters en in afwachting van zoodanige orders, als bij vervolg zoude mogen worden gesteld, ten aanzien der tauxatie van canalen Meeren en wateren de Heeren Directeuren en der halve ook UwEdG. te kennen te geven teneinde zulks ter kennis der voorn, ambtenaren te brengen. 1° Dat de Slooten welke de perceelen omringen of van elkander scheiden ofschoon dezelve ook eene meer als gewone breedte hebben met de percee len behooren opgemeten en berekend te worden, en dat het over het algemeen genoegzaam is, de Scheiding van de eigendommen ook in dat geval met een enkele lijn op de plans te tekenen. 2° Dat niettemin ten aanzien van zeer breede graften en wateren hoedanige er in sommige Streken en zulks veelal waar ontgravingen en verveeningen hebben plaats gehad gevonden worden, van de voorzeide regel behoord te worden afgeweken dat deze wateren a/s afzonderlijke perceelen zullen moeten worden beschouwd, opgemeten en op de plans geteekend mitsgaders berekend en ten name van de eigenaars op het aanwijzend Tableau in de colom der belastbare Eigendommen zullen behoren te worden gebracht 3° Dat ook op de laatst voor gemelde zal moeten worden gehandelt met de Meeren welke bij het 160 artikel der Methodique verzameling niet van de opmeting zijn uitgezonderd, en 4° Dat insgelijks zoodanig behoord te worden te werk gegaan ten aanzien van de trekvaarten en de daar bij behorende Trekpaden. De Administrateur van het Kadaster (getekend) Ossewaarde Voor kopij conform De Administrateur van het Kadaster (getekend) Ossewaarde Kopij N°227-Q 's Gravenhage, den 25 Julij 1817 Het verslag der gedane Verificatien van de Trigono metrische bewerking in onderscheidene Gemeentens van eenige Provinciën in te algemeene termen zijnde vervat om met genoegzame zekerheid te kunnen op maken, in hoeverre daaromtrent met de vereischte zorg is te werk gegaan, terwijl bereids de ondervin ding geleerd heeft, dat de Plans en Registers van deze belangrijke bewerking niet overal die nauwkeurigheid hebben, welke zoo hoogst noodig is om de verder daarop te gronden opmetingen te verzekeren, is het dan ook reeds noodig geworden om hierin zo veel mogelijk door nog meer bepaalde voorschriften te voorzien en verzoeke ik UwEdG. mitsdien de noodige orders te willen stellen 1° Dat onverminderd de nauwkeurige observantie van hetgene bij de bestaande instructien speciaal bij mijne missive van 17 Febr. 11 n° 64 is voor geschreven, en de preciese navolging van de gegevene modellen bij de verdere te formeren trigonometrische plans, ook in het centrum van elke driehoek gesteld worde een nummer, invoege zooals hiernevens (in deze tekst hieronder) wordt aangewezen, in zodanige volgorde als de op- h <i neming van den Schakel heeft plaats gehad en dat dat nummer herhaald worde bij het Register der Trigonometrische operatien op de kant voor de eerste kolom welke de letterende hoeken aanwijst. 2° Dat de Ingenieur Verificateur het geheele plan en mitsdien alle de driehoeken bij hetzelve voorko mende nauwkeurig narekene en met alle mogelijke zorg tegen het Register confronteere. 3° Dat dien onverminderd door hem gedaan worden behoorlijke verificatien van een genoegzaam getal Lijnen en hoeken op het terrein, zoodanig dat uit het een en ander door hem de meest volledige overtuiging van de regelmatigheid en Juistheid van den arbeid verkrege worde 4° Dat van de eene en andere bewerking door ge zegde ambtenaren worde geformeerd een nauw keurig verslag, tableaux gewijze ingerigt, volgens het voorbeeld hiernevens (in deze tekst wegge laten) gevoegd in hetwelke zoo wel de verificatien bij berekening, als die op het terrein geschied behoren gebragt te worden; de eerste alleen voor zoo verre er eenige geringe verschillen zou den mogen zijn ontdekt, het geene alzoo zeldzaam zal behooren te wezen en de laatste namelijk die op het terrein zoowel in gevallen van nauwkeurig bevinding als wanneer er eenige afwijkingen zou den mogen bestaan; Zullende deze laatste verifi catie ter behoorlijke distinctie, met rooden inkt in het tableau behoren gesteld te worden en voorts in de kolom der aanmerkingen door den Ingenieur Verificateur behoren te worden opgegeven het getal Trigonometrische punten welke de geheele oppervlakte der Gemeente bevat zonder daar onder te begrijpen zoodanige punten welke buiten de Gemeenten gelegen zijn, terwijl aldaar mede zal behooren te worden vermeld of de gevondene verschillen al of niet admissibel zijn en in hoe verre de erreuren (ingeval er die bestaan) zijn geremi- dieerd of verder het plan van Driehoeksmeting en het Register dier bewerking al of niet net en nauw keurig zijn bewerkt, terwijl al het verdere tot noo dige elucidatie dienstig en niet voegzaam in deze kolom kunnende geplaatst worden, in een afzon derlijk rapport moet begrepen worden. Ik verzoek UwEdG. wel te willen toezien dat door den Ingenieur Verificateur aan deze voorschriften ten aan zien van alle de Gemeenten van welke hij voortaan de verificatie bij art. 244 van het Recueil Méthodique voorgeschrevenen zal ondernemen, nauwkeurig ge volgd en dadelijk bij het inkomen van dit rapport, het- NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 11