nederlands geodetisch tijdschrift De grondslagbank, fundament voor de opbouw van landmeetkundige databanken door ir. J. Polman, hoofd van de afdeling Onderzoek van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers. SUMMARY The increasing automation of activities in surveying and cartography results in an increasingly important role of the coordinate system of the Netherlands Triangulation Service. Although the development of survey data banks is in an early stage, the coordination of the use of these data banks made by the various agencies and institutions is presently already of great importance. A proposal is made to establish a data bank of 24 million well defined detailpoints, to be used as a common geodetic control system for future survey data banks. 1. Inleiding Het coördinatenstelsel van de Rijksdriehoeksmeting dient als grondslag voor een grote verscheidenheid aan landmeetkundige en kartografische werkzaam heden in Nederland. Dit coördinatenstelsel, dat theo retisch is gedefinieerd door de keuze van een nulpunt, een oriëntering en een maateenheid, is in de praktijk geconcretiseerd door een net van vaste punten be staande uit RD-punten en hoofdpunten. Voor de vastlegging van de RD-punten wordt in het algemeen gebruik gemaakt van kerktorens of andere hecht gefundeerde gebouwen. Kerktorens lenen zich vaak uitstekend voor metingen over grote afstanden, terwijl de stang van de toren zeer geschikt is als per manent richtsignaal. Het aantal RD-punten in Neder land bedraagt omstreeks 3000, hetgeen betekent dat de punten gemiddeld op een onderlinge afstand van circa 4 km liggen. Als verdichting van het net van RD-punten wordt een net van hoofdpunten tot stand gebracht. Deze punten worden gevormd door boutjes, die zijn ingemetseld in goed gefundeerde bouwwerken. Deze hoofdpunten worden in het algemeen bepaald uit kringnetten, die worden gemeten ten behoeve van bepaalde land meetkundige projecten, zoals hermeting, ruilverkave ling of GBKN. Ook het aantal hoofdpunten zal uit eindelijk omstreeks 3000 gaan bedragen, zodat ge middeld de afstand tussen punten van het complete net van RD- en hoofdpunten ongeveer 3 km zal zijn. Door publikatie van gegevens over RD-punten en hoofdpunten komt het RD-stelsel beschikbaar voor algemeen gebruik. Meestal houdt dit in dat meerdere diensten en instellingen het puntennet gebruiken voor een verdere verdichting, leidend tot een veld van grondslagpunten voor eigen gebruik. Deze punten- velden voldoen niet altijd aan dezelfde kwaliteitseisen, terwijl vaak ook geen direct verband is gelegd tussen puntenvelden van verschillende diensten. Het indi recte verband is in principe wel aanwezig, omdat men is uitgegaan van hetzelfde RD-puntennet. In veel gevallen echter wordt het RD-net niet als grondslag gebruikt voor landmeetkundige werkzaam heden. Oorzaken hiervoor zijn o.m. het ontbreken van een landmeetkundige detailgrondslag, het niet be schikbaar zijn van kaarten in het RD-stelsel of het gebrek aan landmeetkundige kennis. Bij het Kadaster bijvoorbeeld zijn 60% van de kadastrale kaarten niet hermeten, waardoor meten in RD meestal niet moge lijk is. De meeste leidingbeheerders meten hun lei dingen vast aan de aanwezige topografie en maken gebruik van veelal slechte basiskaarten of kadastrale kaarten. Deze situatie zal nog tientallen jaren voort duren, tenzij een zeer gedetailleerde landmeetkundige grondslag in bebouwde gebieden voorhanden komt die voor alle gebruikers gemakkelijk toegankelijk is. In de HTW 56 is de gedachte gelanceerd een detail grondslag te creëren voor algemeen gebruik door het bepalen van polygoonpunten om de 250 m in be bouwd gebied en om de 1000 m in landelijk gebied. [Baarda, de Groot, Harkink, 1956], Voor deze punten zouden markante punten of ingemetselde boutjes moeten worden gekozen of eventueel ander, duur zaam verzekeringsmateriaal. Deze filosofie is echter gestrand op de hoge kosten, het minder doelmatige gebruik voor dagelijkse metingen en vooral het bijna onbegonnen werk ten behoeve van de bewaking, de publikatie en het beheer. Opvallend is nu dat in verschillende landen deze ge dachte opnieuw naar voren komt [Tegeler, 1979], [Chrzanowski, Steeves, 1977] en [Klingenberg, An- dris, 1979]. Als gevolg van het toenemende compu tergebruik, waarbij coördinaten een grote rol spelen, is de behoefte aan een permanente en direct bruik bare grondslag groeiende. Ongetwijfeld zijn de reali satiemogelijkheden thans gunstiger. Door het gebruik NGT GEODESIA 80 221

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 3