De huidige stand van de Delftse toetsingsmethoden geodesie. Zo kunnen we dus weer fouten definiëren en opsporen en komen tot nauwkeurigheidsbeschou wingen (betrouwbaarheid èn precisie). U kunt hier door begrijpen waarom wij nog steeds ons intensief bezig houden met problemen in het platte vlak: deze zijn nu eenmaal beter te overzien en men beschikt hierbij over meer praktische ervaringen. Zelf zal ik de ontplooiing en afronding van al deze mogelijke toepassingen van een grondidee wel niet meer meemaken. De geschiedenis leert bovendien dat steeds weer theorieën zijn vervangen door andere, vóór volledige afronding werd bereikt. En misschien geldt dit ook wel voor de mijne, immers de theorie is bewust eenvoudig gehouden, eigenlijk te eenvoudig om er veel eer mee in te leggen. Soms denk ik in dit verband wel eens aan de woorden van J. M. Tienstra, toen hij zich in de laatste maanden van zijn leven verontschuldigde voor de in zijn ogen te geringe omvang van zijn oeuvre: Teveel tijd is heen gegaan met het ontwerpen van rekenformulieren voor logaritmisch rekenen". De log-tafel is vervangen door de computer, maar nu geldt dat de eenvoudige schoolwiskunde, waarmee moest worden gewerkt, is vervangen door een stroom van moderne wiskunde. En ik ben teveel landmeter gebleven om dit nog te kunnen verteren. De eenvoud en hopelijk evenwichtigheid van theorieën van mijn opvolger zal wat men noemt op een hoger niveau liggen. De eerste tekenen zijn er al: op stochas tisch gebied het boek van prof. dr. K. R. Koch (Para- meterschatzung und Hypothesentests in linearen Mo dellen Dümmler, 1980) en op optimaliseringsgebied het boek van prof. dr. E. W. Grafarend e.a. (Opti- mierung geodatischer Messoperationen Wich- mann, 1979). Ik wens daarbij de jongeren toe, dat zij een open oog mogen houden voor fouten en zeker voor de fout zich kritiekloos mee te laten sleuren door modeverschijnselen in de geodesie. door ir. H. M. de Heus, Afdeling der Geodesie van de Technische Hogeschool Delft. SUMMARY Present status of testing procedures developed in Delft By means of a simple example the B-method of testing and the resulting reliability analysis are explained. A quantity I'J is introduced as a measure of reliability. The reliability of various types of survey measure ments is illustrated by a number of examples. Na de lezing van prof. Baarda, die de ontwikkelingen in de mathematische geodesie in het algemeen en die in de toetsings- en betrouwbaarheidstheorie in het bij zonder voor u heeft uiteengezet, is aan mij de taak toegedacht om inhoudelijk op met name het begrip betrouwbaarheid" in te gaan. Ik ben mij er terdege van bewust dat het een moeilijke taak is en wel omdat het praktisch onmogelijk is een inhoudelijk verhaal voor iedereen even interessant te doen zijn: Waar de één zegt: ,,Ja hoor eens, dat weet ik allemaal al wel" zal hetzelfde een ander heel onbe grijpelijk in de oren klinken. Toch heb ik geprobeerd mijn verhaal zo in te richten, dat een ieder van u er wel iets aan kan hebben. Daar toe heb ik, vanuit theoretisch oogpunt gezien, wel enkele concessies moeten doen en heb ik tevens ge probeerd formules zoveel mogelijk te vermijden. In plaats daarvan is mijn bedoeling om aan de hand van voorbeelden en plaatjes een aantal hoofdzaken duide lijk te maken. Niet alle aspecten zullen zodoende uit gebreid aan de orde komen, maar ik hoop op deze manier u voldoende aanknopingspunten te bieden om met de betrouwbaarheidsbeoordeling, zoals die thans Inleiding gehouden op 30 mei 1980 in Bunnik op de NGL- studiedag „Fouten maken en fouten zoeken". NGT GEODESIA 80 in Delft is ontwikkeld, in de praktijk uit de voeten te kunnen. Laten we nu allereerst met elkaar afspreken wat we met het begrip „betrouwbaarheid" bedoelen. Vaak wordt betrouwbaarheid in verband gebracht met het aantal fouten dat wordt gemaakt. Nu zijn betrouw baarheidsbeschrijvingen weliswaar overbodig als er nooit fouten zouden worden gemaakt, maar uitgaan de van het feit dat fouten maken onvermijdelijk is en zal blijven, wil ik onder betrouwbaarheid iets anders verstaan, en wel: Als eenmaal een fout (in bijv. een waarneming) is gemaakt, hoe groot kan die fout dan zijn voor ik hem ontdek en hoe desastreus zijn de ge volgen als ik hem niet ontdek. Een goede betrouw baarheid betekent dan: Dusdanig kleine fouten kun nen opsporen, dat de gevolgen van een niet-ontdekte fout nog acceptabel zijn. Nu is afgesproken wat we onder betrouwbaarheid verstaan, wil ik ingaan op een aantal begrippen, die nauw met betrouwbaarheid samenhangen, zoals toet sen, kritieke waarde, grenswaarde, onderscheidings vermogen e.d. Ik zal dat doen aan de hand van een heel eenvoudig voorbeeld: Stel we hebben een stochastische groot heid tweemaal waargenomen, bijvoorbeeld een hoog teverschil dat twee keer gewaterpast is, een hoek of 307

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 11