Fig. 9. Trilateratie met os 3 cm en S,y 25 km. De grens waarden in cm Iboven de driehoekszijde) en Vj Ionder de drie hoekszijde). Fig. 10. H voor een kringnet met triangulatie en trilateratie, O r 1 dmgr, os 3 cm en S,y 25 km. Vervolgens dezelfde figuratie als kringnet (richtingen afstanden), waarbij dan niet alle verbindingslijnen worden gemeten. In figuur 10 zijn de bijbehorende waarden voor V\ aangegeven, waarbij we zien dat de onderste kring van vier punten een vergelijkbare be- Fig. 11. Proefnet Meer en Beek. Y). van richtingen ^.8. trouwbaarheid heeft als triangulatie, terwijl VJ. in de kring van zes punten oploopt tot 9. Kijken we nu naar kringnetten, zoals die thans in de praktijk worden toegepast. We nemen hiervoor het aloude proefnet ,,Meer en Beek" (figuur 11). De V7! van de richtingen is redelijk, alhoewel bij insnijdings constructies dient te worden opgepast (minstens vier niet te korte richtingen, liever vijf). De van de pseudo-lengten daarentegen (figuur 12) rijzen de pan uit en staan zeker in geen enkele verhouding tot de Vf van de richtingen. Vanuit optimaliseringsstand punt (homogeniteit van Vj, dienen ofwel de rich tingen slechter ofwel de afstanden beter te worden. Omdat de thans binnen het Laboratorium voor Geo detische Rekentechniek (LGR) gehanteerde norm van 10 (fouteninvloeden tot maximaal 10 x de precisie) toch zeker niet te scherp lijkt, is in figuur 13 aangegeven met welke kunstgrepen men een derge lijk kringnet zou kunnen verbeteren (afsnijdingscon structies, insnijden van hulppunten). U ziet dat ook dit niet altijd voldoende is en dat dan ook alle zijden aan de rand van het net in een dergelijke constructie die nen te zijn begrepen. Beter is dan ook voor een struc turele oplossing te kiezen via de vuistregel: kringen binnen in het net tot 12 punten, kringen aan de rand 6 tot hooguit 7 punten. Dit dan gebaseerd op de eis V\ 10 [«-»vxjs 16 cm]. Bij een strengere eis voor VI dient men de norm voor het aantal punten per kring ruwweg evenredig te verminderen, bijv. 6; aantal punten per kring 7 en voor randkringen 4. De noodzaak voor het verbeteren van kringnetten blijkt destemeer als we de betrouwbaarheid van de detailmeting bezien. 312 NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 14