A Fig. 12. Proefnet Meer en Beek. J van pseudo-lengten 10. Fig. 14. 1'! bij de voerstraalmethode; versie 1. Fig. 13. Proefnet Meer en Beek. V\ van pseudo-lengten. NGT GEODESIA 80 Allereerst de voerstraalmethode: In een heel eenvou dig voorbeeld zijn in eerste instantie een minimaal aantal voerstralen en de eigenmaten gemeten (figuur 14). Dit blijkt duidelijk onvoldoende voor eer^redelijke betrouwbaarheid (voor één lengte zelfs i'! 42). Bij een wat redelijker meetopzet in figuur 15, drie extra voerstralen en een eigenmaat toegevoegd, wor den de waarden voor iX veel acceptabeler: slechts één richting blijkt nog onvoldoende gecontroleerd (12). Verwacht mag worden, dat als elk punt tweemaal direct wordt gecontroleerd een maximumwaarde voor V% van 8 haalbaar is. Nu dezelfde figuratie, gemeten m.b.v. meetlijnen en loodlijnen: In figuur 16 weer een zeer magere meet opzet: de aangegeven loodlijnen en de eigenmaten. Berekend is hier de V), van het deelnet van detail punten plus grondslagpunten, omdat de eventuele foute ligging van de hulppunten in een meetlijn ons niet interesseert. Door het grotere aantal waarnemin gen (één loodlijn betekent al vier waarnemingen: af stand langs de meetlijn; inrichten in de meetlijn; rech te hoek; lengte van de loodlijn) zijn alleen de waarden VT 7 aangegeven. De betrouwbaarheid is op en kele plaatsen nog dik onvoldoende: rechte hoeken met V7! van 12, 21 en zelfs 94; inrichten in de meet lijn: 10, 9 en 14 en nog een paar te slechte afstanden. In een tweede versie (figuur 17) zijn nog een aantal controlematen toegevoegd, met bevredigend resul taat. Ook hier mag voorzichtig gesteld worden, dat bij twee maal controleren van elk punt een iX van 8 haalbaar is. Tenslotte nog een paar opmerkingen: Over betrouw baarheid en V\ valt nog veel meer te zeggen: bijvoor beeld hoe staat het met de vervorming na aansluiting 313

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 15