Fig. 15. I' J bij de voerstraalmethode; versie 2. i Fig. 16. Vi. bij detailmetenversie 1._De strepen om het getal duiden de waarneming aan waarop l'J betrekking heeft. 14: in richten in lijn; - to - eigen maat langs meetlijn. Fig. 17. KJ bij detailmeten; versie 2. van een vrij net aan gegeven punten of hoe groot is de /j ten gevolge van een eventueel niet-ontdekte fout in een gegeven aansluitingspunt (verstoring)? Naar deze en nog andere vraagpunten is intensief onder zoek geweest, hetgeen heeft geresulteerd in een aan tal zeer praktische vuistregels en afschattingsformu- les. Een paar conclusies wil ik u niet onthouden de Vj. t.g.v. een fout in een richting of afstand is na aansluiting aan gegeven punten altijd iets klei ner dan de desbetreffende v! in het vrije net (dus: vrije net goed, dan ook net na aansluiting goed); de VT t.g.v. een eventuele verstoring van een aansluitingspunt blijft in de huidige kringnetten ac ceptabel, mits de aansluitingspunten redelijk over het net verdeeld liggen; een niet-ontdekte fout in het hogere orde net (bijv. RD-net) bewerkstelligt in het aan te sluiten ver- dichtingsnet (kringnet) hoogstens eenzelfde Ij (dus als RD-net VJ 10 heeft, dan ook kringnet VJ 10). Wel loopt men in dit laatste geval een redelijke kans, dat de toetsing op de gegeven coör dinaten wordt verworpen, omdat deze toetsing veelal kleinere vervormingen op kan sporen. Teneinde u nogmaals op het hart te drukken de opzet van kringnetten te verbeteren, besluit ik deze voor dracht met een overzicht van de orde van grootte van V J in diverse typen meetopzetten TRIANGULATIE 6 TRILATERATIE 25 KRINGNETTEN 12 PUNTEN AAN RAND 25 6 PUNTEN AAN RAND 10 MEETLIJNEN <10 VOERSTRAAL <10 314 NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 16