CrétotéOüV
nederlands geodetisch tijdschrift
De opzet van metingenachtergronden
en algemene gezichtspunten
door profir. W. Baarda, Afdeling der Geodesie van de Technische Hogeschool
Delft.
SUMMARY
Planning of measurements: background and general views
Prof. Baarda reviews his research of the last 35 years. The development of theories is illustrated in three
main areas: mathematical modelling, precision and reliability evaluation.
De aankondiging van deze studiedag deed mij reali
seren dat het reeds 1980 is en dat daarmee een pe
riode van 35 jaar wordt gemarkeerd, iets minder voor
universitair onderwijs, iets meer voor onderzoek.
Een periode die ook niet veel langer zal kunnen zijn.
Ik ben daarom verheugd nog de gelegenheid te ver
krijgen tot u te spreken over de realisatie van vraag
stellingen, daterend uit de eerste jaren na mijn Delftse
studie. Weinig, misschien te weinig, heb ik dit mogen
doen. Nationale discussie verplaatste zich naar inter
nationale discussie, een gevolg van de steeds weer op
te merken golfwerking van aandacht voor specifieke
onderwerpen: een hoogtepunt voor de technische
landmeetkunde in de HTW-tijd, een dieptepunt enkele
jaren geleden, nu weer een opkomende beweging
ook internationaal omdat informatie en systemen
definitie van begrippen vereisen, ook in kwalitatief
opzicht.
De laatste maal dat ik tot een gelijksoortig gehoor als
nu mocht spreken was in november 1965, het onder
werp de jongste Staatscommissie inzake het Kadas
ter, de titel „Schimmenspel en maatschappij". Na
lezing leidde tot verbazing: Wie had gedacht dat er in
wezen zo weinig veranderd is, wie ook had gedacht
dat zelfs het kernstuk uit het rapport de Kadaster-
raad nog tot het rijk der schimmen zou blijven be
horen! In tegenstelling tot de universitaire raden, die
men soms gaarne de teruggang naar dit rijk zou toe
wensen, blijft de motivering tot instelling van de
Kadasterraad recht overeind staan. Deze motivering
berust immers op de constatering dat iedere mens, en
daarmede een maatschappij gevormd door deze
mensen, niet altijd eeuwig juiste beslissingen kan
nemen en dat daarom een continue controle- of
Inleiding gehouden op 30 mei 1980 in Bunnik op de NGL-
studiedag „Fouten maken en fouten zoeken".
NGT GEODESIA 80
correctiemogelijkheid aanwezig dient te zijn, speciaal
bij een zo centraal gedachte en ook daadwerkelijk
uitgegroeide dienst als het Kadaster. Leidingen
kadaster, topografie op kadastrale kaarten, raam
plans, automatiseringhet waren onderkende pro
blemen bij HTW- en Staatscommissie. Ontwikkeling
en realisering waren doelbewust verschoven naar een
Kadasterraad, waar invloeden van wetenschap en
maatschappij tot evenwichtige opbouw zouden kun
nen leiden.
Ik aarzel niet op te merken dat hier een formidabele
fout is gemaakt, de fout van het niet-instellen van een
Kadasterraad. Maar evenmin heb ik aarzeling om voor
het maken van deze fout begrip op te brengen, en wel
omdat ik zelf pijnlijke ervaringen heb met het pro
bleem een fout als zodanig te onderkennen, zeker in
sociaal of maatschappelijk verkeer. Pas onderkenning
maakt ook een begrip als „controle" mogelijk, even
als het dan volgende begrip „correctie".
Zo komen we dan toch via een omweg bij het begrip
fout, bij het maken van fouten en als je hieraan
gelooft bij het zoeken naar fouten, de controle dus.
Bij een voor hem gekozen onderwerp dient de spreker
zijn gehoor te suggereren, dat nu juist dit onderwerp
zijn volle aandacht heeft en heeft gehad, ja zelfs dat
dit onderwerp hem heeft gebiologeerd. Misschien is
dit zelfs wel waar voor de huidige spreker, al moet hier
haastig aan toe worden gevoegd dat zijn werkgebied
slechts betrekking heeft op het simpele gebied van
technische fouten en dan nog beperkt tot delen van
de geodesie.
De start gaat terug tot het begin van de veertiger
jaren, toen na alle Delftse theorie het moeilijke prak
tijkvak van het kadastrale detailmeten moest worden
geleerd. Onder meer moest, onder toezicht van één
der ervaren landmeters van het Kadaster, een wate
ring nabij Brielle worden opgemeten en wel zonder
301