Uniformering en flexibiliteit in het
rangschikken van topografische
gegevens
door prof. A. Z. Guttenberg, Department of Urban and Regional Planning,
University of Illinois at Urbana-Champaign, USA
SUMMARY
Standardization and flexibility in the ordering of topographic data
Starting from topographic objects registered by the Netherlands Cadaster, PTT, Utility Companies and
the Municipality of Rotterdam, three problem areas when constructing standardized and flexible land
data bases are enlarged upon: the derivation of a basic list of objects, the relation of the Hst to classifica
tion and the problem of interscalar topography.
IInleiding
Algemeen wordt erkend dat het systematisch verza
melen en verwerken van vastgoedgegevens een es
sentieel onderdeel van het ruimtelijk beheer vormt. Dit
geldt niet alleen voor elk soort van ruimtelijk beheer,
maar ook voor de particuliere sector van de econo
mie. Op het eerste gezicht lijken de organisatie en
classificatie van dergelijke gegevens een zuiver tech
nische aangelegenheid te zijn. Toch heeft deze activi
teit consequenties, die verder reiken dan louter tech
nische aangelegenheden.
Evenals bij andere soorten van administraties voor be
paalde doelen, is bij het ruimtelijk beheer de mogelijk
heid om informatie te definiëren, te verzamelen en te
verstrekken erg groot. Dankzij een ontluikende com
putertechnologie berust dit vermogen bij een betrek
kelijk klein aantal specialisten. Zowel hun vermogen
om schade te berokkenen, als hun vermogen om
goed te doen, is groot en de verantwoordelijkheid die
zij dragen staat gelijk aan hun macht.
Verscheidene grote gegevensproducerende diensten,
zoals bijvoorbeeld het Kadaster, de Nutsbedrijven en
de Nederlandse Spoorwegen, staan nu op het punt
hun gegevensverzamelingen te automatiseren. Zich
bewust zijnde van hun verantwoordelijkheid hebben
zij besloten alternatieve methoden voor de identifi
catie, de classificatie en de organisatie van vastgoed
gegevens in overweging te nemen. Het voornaamste
doel is een systeem te ontwerpen dat de onderlinge
uitwisselbaarheid en de wederzijdse mogelijkheid tot
aanvulling van de door hen ieder afzonderlijk verza
melde gegevens waarborgt. Voorts hopen zij belang
rijke besparingen op het totale nationale budget van
de gegevensverwerking te bereiken. Nauwelijks
minder belangrijk is het een meervoudig systeem te
vervaardigen, dat dienstbaar gemaakt kan worden
aan het grootst mogelijke aantal huidige en toekom
stige gebruikers met een groot aantal verschillende
behoeften ten aanzien van de gegevens. Hun ge
meenschappelijk streven wordt overkoepeld door de
Bestuurlijke Overlegcommissie Overheidsautomatise-
ring (BOCO) van het Ministerie van Binnenlandse Za
ken en de Werkgroep Uniformering van de Rijkscom
missie voor Geodesie. De technische verantwoorde
lijkheid voor de uniformering van de vastgoedtermino
logie en van de procedure voor het verzamelen van
gegevens ligt hoofdzakelijk bij de Afdeling der Geo
desie van de Technische Hogeschool Delft.
Ten behoeve van het onderzoek is het totale onder-
zoekspakket over vier deelgroepen verdeeld, t.w.:
classificatie;
precisie en betrouwbaarheid;
plaatsaanduiding en gegevensstructuren;
toegankelijkheid en conversie.
Dit artikel richt zich op een gedeelte van de door de
deelgroep classificatie gehanteerde benadering van
het identificatie- en classificatievraagstuk betreffende
topografische elementen [1].
2. Strekking van het onderzoek
„Topografisch element" betekent in deze context
iedere eenheid, enkel- of meervoudig, zichtbaar of
onzichtbaar, natuurlijk of kunstmatig, die een vaste
plaats op het aardoppervlak bezit en die ten behoeve
van een kartografisch doel het beste beschouwd kan
worden als een afzonderlijk element.
Met behulp van deze definitie kunnen uiteenlopende
zaken, zoals een boom, een tennisveld, een gebouw,
een postdistrict en een eigendomsperceel als topogra
fische elementen worden gekwalificeerd.
Er bestaat geen enkel element dat niet onder bepaalde
omstandigheden als een feitelijk onderdeel van een
topografisch informatiesysteem kan worden be
schouwd. Teneinde dit veld af te bakenen en het een
praktisch toepassingsgebied te verschaffen, is er een
scheiding aangebracht tussen topografische elemen
ten in het algemeen en elementen die van bijzonder
belang zijn voor dit onderzoek. Onder deze laatste
categorie worden in de eerste plaats die elementen
verstaan, die voorkomen op de kaarten van een be
perkt aantal diensten, zoals de NS, de PTT, het Ka-
Prof. Guttenberg was van september 1977 tot september 1978
en van augustus tot december 1979 als gasthoogleraar aan de
Afdeling der Geodesie van de Technische Hogeschool Delft
verbonden.
De leden van de deelgroep Classificatie binnen de Afdeling der
Geodesie van de Technische Hogeschool Delft zijn: ir. R. J.
Boerkoel, prof. dr. ir. M. J. M. Bogaerts, ir. T. J. Poelstra en
E. P. F. Schol.
Voor een gedetailleerde uiteenzetting van de theoretische
achtergronden van dit artikel wordt verwezen naar de paper
„Land Data Classification A Linguistic Approach", A. Z.
Guttenberg, Proceedings, Seventh European Symposium on
Urban Data Management, The Hague, The Netherlands, April
23-27,1979.
NGT GEODESIA 80
371