daster en de gemeente Rotterdam. In de tweede plaats worden elementen bedoeld, die aan zulke kaar ten en kaarten van gelijksoortige diensten, in het geval dat bijzondere omstandigheden dit wenselijk maken, kunnen worden toegevoegd. In dit onderzoek is de uiteindelijke reden voor identifi catie van topografische elementen de noodzaak tot classificatie ervan. Velen zijn van mening, dat, gezien de verscheidenheid aan belangen in deze elementen, er geen classificatiesysteem mogelijk is dat al deze belangen kan behartigen en er derhalve aanspraak op kan maken superieur te zijn ten opzichte van andere systemen. Dit is in zekere zin waar. Zo kan bijvoor beeld van de classificatie van topografische elemen ten van het Kadaster niet worden gezegd, dat deze superieur is ten opzichte van de classificaties die door de gemeenten of de PTT worden gebruikt, en omge keerd. Wanneer men dit tegenspreekt, staat dit gelijk aan het ontkennen van de grote verscheidenheid aan doelen die aan hetzelfde systeem kunnen worden toe gekend. Aan de andere kant zou het echter ook niet juist zijn om te beweren dat alle classificaties van topografische elementen altijd van hetzelfde niveau zijn. Het zal duidelijk zijn, dat een systeem, dat van begin af aan uitgaat van de premisse dat er méér dan één juiste wijze van gegevensrangschikking bestaat en daarbij tot doel heeft deze vele wijzen te coördi neren op grond van een grotere samenhang en syste matiek, van een hoger niveau is dan de andere. Juist deze poging om een groter classificatiesysteem op basis van de vele correcte (op een direct doel ge richte) kleinere systemen op te bouwen, karakteriseert dit onderzoek. Ten eerste moet in deze opzet veel, zo niet alles, terug te vinden zijn van de grote gevarieerd heid aan doelen, waartoe topografische gegevens worden verzameld. Dat wil zeggen: Het moet geclas sificeerde ruimte ten behoeve van deze doelen ver schaffen. Even belangrijk is het dat het nieuwe sys teem is uit te breiden, in verband met mogelijk nieuwe ontwikkelingen die betrekking hebben op het verza melen van topografische gegevens, zonder dat dit leidt tot herclassificatie van alle reeds in het systeem aanwezige elementen. Op analoge manier bouwt de wijze vader van een gezin een huis, waarbij niet alleen in de huidige behoeften van zijn gezin, maar ook in alle onvoorziene toekomstige behoeften wordt voor zien. De methode die wij hebben gevolgd om een systeem, zoals hiervoor werd beschreven, te verwezenlijken be staat uit het onderscheiden van verschillende, maar wel aan elkaar gerelateerde stappen. De eerste en meest belangrijke stap om tot een uni forme classificatie van topografische elementen te komen, is de identificatie van de elementaire bouw stenen van het systeem; de eenheden die geclassifi ceerd moeten worden. Bij dit onderzoek bestaan de te classificeren eenheden uit de topografische elemen ten, die voorkomen op de kaarten 1 1000 van de diverse diensten. De tweede stap is er op toe te zien dat telkens wan neer hetzelfde woord of grafisch symbool door de ver schillende diensten voor de aanduiding van een be paald topografisch element wordt gebruikt, inderdaad aan hetzelfde topografische element wordt gerefe reerd. Zoals de geodeet Jean-Jacques Chevallier [2] heeft aangetoond, kunnen de namen van vele topo grafische elementen behoorlijk vaag zijn. Omgekeerd geldt dat telkens wanneer het duidelijk is, dat één enkel element door twee symbolen wordt weergege ven, hetzij één van deze symbolen moet vervallen, hetzij beide symbolen door een derde moeten worden vervangen. Het principe berust hierop: één element metéén naam (derde stap). Alleen wanneer alle elementen zijn geïdentificeerd en alle sporen van dubbelzinnigheid zijn verwijderd, wordt betrouwbare classificatie mogelijk. Hiermee wordt een dusdanige rangschikking van elementen bedoeld, dat aan de verschillende eisen van alle dien sten, waarvoor deze elementen van belang zijn, wordt voldaan (vierde stap). Een vijfde stap is de coördinatie van topografische elementen op de kaarten met schaal 1 1000 met topografische elementen op kaarten met een kleinere schaal. Tenslotte wordt de basislijst van topografische ele menten in proefgebieden getest. Niet alleen moet elk element op de lijst in werkelijkheid bestaan, maar het moet ook te herkennen zijn voor degenen die ervoor verantwoordelijk zijn het te vinden en het bestaan er van te registreren. In het vervolg van dit artikel zal ik dieper ingaan op drie van deze onderwerpen, t.w. het ontstaan van de basislijst van topografische elementen; de relatie van de basislijst tot de classificatie; het probleem rond de topografie op diverse scha len. 3. Een topografisch woordenboek: ontstaan en classificatie De lijst, zoals is weergegeven in tabel 1, bestaat uit een reeks elementen, waarvan de meeste fysieke ob jecten zijn [3]. De lijst werd op de volgende manier samengesteld: Begonnen werd met een basiscatalo gus van gebouwen en andere fysieke structuren, die voornamelijk werden afgeleid uit Amerikaanse bron nen. Daarna volgde een nauwkeurig onderzoek naar kaarten, kaartlegenda's en gecodeerde kaartgegevens van de volgende diensten: het Kadaster, de PTT, de Nutsbedrijven en de gemeente Rotterdam. In som mige gevallen waren de elementen niet echt be noemd, maar werden zij op de kaart alleen door ana loge lijnen weergegeven. Elk geïdentificeerd element, dat nog niet op de basislijst voorkwam, werd aan de lijst toegevoegd. Dit resulteerde in een basislijst be staande uit 367 onderdelen, waarvan wegens ruimte gebrek slechts een gedeelte in tabel 1 is opgenomen. I2I Jean-Jacques Chevallier, Comments of the Relative Importance of Basic Requirements of Land Information Systems Speed, Accuracy, Completeness. Symposium FIG Commission 3 and 5, Ottawa, Canada, October 2-5, 1979. I3I De fysieke elementen moeten niet worden verward met de daar mee verbonden activiteiten, die een geheel verschillend aspect van de topografie vormen. Zo betekent bijv. de term „zieken huis" een gebouw dat als ziekenhuis gebouwd is en niet ieder mogelijk onderkomen waarin patiënten dag en nacht worden verpleegd. 372 NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 14