per ha wordt gegeven. Deze werken moeten dan van zelfsprekend wel passen in de van kracht zijnde be stemmingsplannen. Voor eventuele aanvullende be plantingen is bij projecten groter dan 50 ha een extra bijdrage van f 125 per ha beschikbaar. Ten behoeve van de snelle en efficiënte werkwijze is de uitvoering van de regeling zoveel mogelijk gede centraliseerd, waarbij een provinciale werkgroep Kavelruil, bestaande uit vertegenwoordigers van de genoemde vier rijksdiensten, een belangrijke rol ver vult. Deze vier diensten verlenen, ieder vanuit eigen des kundigheid en verantwoordelijkheid, hun zeer ge waardeerde medewerking aan de uitvoering van de regeling Kavelruil en perceelsvergroting. In het bij zonder zou ik bij deze gelegenheid willen noemen de enige van deze vier diensten, die niet onder mijn Ministerie ressorteert, n.l. het Kadaster. Deze Dienst is van het begin af, sinds 1924, bij ruilverkaveling be trokken geweest en neemt een sleutelpositie in, die gebaseerd is op zijn specifieke taak, bevoegdheid en deskundigheid. Dit is ook bij kavelruil het geval; zon der Kadaster derhalve geen kavelruil. Tot de werk zaamheden van het Kadaster behoren o.a. het leveren van het kaartmateriaal, de verificatie van de kadastrale gegevens, het opstellen van de overeenkomst, de in meting van de nieuwe grenzen en de verzorging van de stukken voor de toezending aan de notaris. Voor de wijze waarop het Kadaster zijn taak vervult heb ik grote waardering, evenals voor de wijze waarop deze Dienst daarbij met de onder mijn Ministerie ressor terende diensten samenwerkt. De resultaten van de regeling Dat de regeling in de praktijk is aangeslagen blijkt uit het feit, dat op 1 april 1980 sinds het van kracht worden van de regeling meer dan 1100 kavelruilen met een oppervlakte van bijna 30.000 ha waren aan gemeld, waarvan inmiddels op diezelfde datum 888 met een oppervlakte van bijna 20.000 ha waren vol tooid. Na een grote toevloed in de eerste paar jaar wordt nu reeds diverse jaren een gestage stroom kavelruilen aangemeld van 2 a 3.000 ha per jaar, terwijl tevens jaarlijks ongeveer eenzelfde oppervlakte tot stand komt. De grootte van de kavelruilen loopt uiteen van minimaal 3 eigenaren (wettelijk minimum) met enkele hectaren tot enige tientallen eigenaren met soms enkele honderden hectaren. De gemiddelde grootte van alle gereedgekomen kavelruilen bedraagt 22,4 ha. Gemiddeld zijn ongeveer 8 eigenaren bij een kavelruil betrokken. Het aantal agrarische bedrijven, dat van een kavelruil profiteert, bedraagt gemiddeld vier per geval. Het blijkt dus dat enkele duizenden boeren hun bedrijven in de afgelopen negen jaar door middel van kavelruil hebben kunnen verbeteren. Wat de activiteiten op kavelruilgebied en de gemid delde grootte per object betreft, treden duidelijke ver schillen op tussen de diverse provincies. De grootste activiteit heeft zich tot nu toe afgespeeld in de pro vincies Drenthe, Overijssel, Gelderland en Noord- Brabant. De gemiddelde grootte per object varieert van 11,2 ha in Limburg tot 60 ha in Drenthe. De praktijk heeft verder het beginsel bevestigd, dat relatief kleine projecten de voorkeur verdienen, omdat deze in het algemeen snel worden gerealiseerd. Dit is ook van belang voor een efficiënte aanwending van de ambtelijke medewerking. Wat zijn nu de resultaten en voordelen van kavelruilen voor de betrokken boeren en landbouwbedrijven? De belangrijkste effecten van de kavelruil zijn de kavelconcentratie (zowel eigendom als gebruik) en de afstandsverkorting. In een aantal gevallen is ook sprake van een belangrijke verbetering van de per- ceelsvorm. De kavelconcentratie kan zowel betrek king hebben op veldkavels als op huiskavels. Ver groting van de huiskavel is vooral van belang voor veehouderijbedrijven. De verbeterde bedrijfsverkave- ling brengt onder meer de volgende voordelen met zich mee: verlaging van de produktiekosten, bespa ring van de energiekosten door kortere vervoersaf- standen en wat zeer belangrijk is betere werkom standigheden voor de boer. De plaats van de kavelruil in het landinrichtings- beleid De kavelruil is een belangrijk onderdeel van het instru mentarium ter uitvoering van het landinrichtingsbe- leid. Dit beleid heeft een meervoudige doelstelling, waarin naast de landbouw ook andere belangen wor den behartigd. Ruilverkaveling of herinrichting is het middel voor integrale aanpak van grotere gebieden; kavelruil daar entegen een goed middel voor de aanpak van een deelaspect, te weten verkaveling op beperkte schaal. Een integrale aanpak kent een lange voorbereidings- en uitvoeringsperiode; kavelruil komt in beginsel bin nen twee jaar tot stand. Beide maatregelen staan naast elkaar met dien verstande, dat kavelruil geen vervangingsmiddel is van de wettelijke ruilverkaveling of herinrichting, maar daarop een welkome aanvulling vormt. Kavelruil komt derhalve in aanmerking in ge bieden die voor een integrale aanpak in aanmerking komen, maar waar nog geen ruilverkaveling in uitvoe ring is en in gebieden, waar alleen op beperkte schaal verbetering van de verkaveling nodig is. De suggestie, die in sommige publikaties wel eens naar voren komt, als zou kavelruil terug worden ge drongen ten behoeve van de wettelijke ruilverkave ling, is onjuist. Nergens wordt kavelruil afgeremd, alleen moeten soms ongewenste ontwikkelingen wor den tegengegaan, juist in het belang van dit instru ment. Dit is bijvoorbeeld enkele jaren geleden ge beurd, toen de Centrale Cultuurtechnische Commis sie de voorbereidingsduur beperkte tot twee jaar. Dit om te voorkomen dat te grote kavelruilen zouden worden geëntameerd, met als ongewenst gevolg een lange voorbereidingsduur, een grote kans dat de ruil niet tot stand komt en een te inefficiënte inzet van het overheidsapparaat. Een snelle totstandkoming van kavelruilen met een beperkt aantal deelnemers is juist in het belang van de betrokkenen. Wat de toekomst betreft, zou ik nog het volgende willen opmerken: Gezien de weerklank die de regeling heeft gevonden, de grote behoefte aan verbetering van de verkaveling in vele gebieden en het feit dat een integrale benadering van alle daarvoor in aanmerking komende gebieden door diverse omstandigheden ge faseerd moet gebeuren, is te verwachten, dat de be langstelling voor kavelruil voorlopig op tenminste het zelfde niveau zal blijven als de afgelopen jaren. In dit opzicht zijn de omstandigheden nog grotendeels het zelfde als bij het in werking treden van de regeling in 1971. Verder zal ook in gebieden, waar reeds een 384 NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 26