landmeetkundige opgaven BV V- - Naarmate meer afgeweken wordt van de beoogde opzet is het eerder denkbaar, dat de vraag naar een meer omvangrijke toetsingsprocedure toeneemt, het geen afbreuk zou doen aan de doelstelling welke bij het instrument kavelruil voor ogen staat. Afsluitend constateer ik, dat de landinrichting in Drenthe gelukkig bezig is uit de impasse te komen, waarin deze de laatste jaren heeft verkeerd. Door het weer in voorbereiding nemen van een aantal ruilver kavelingen, alsmede het op gang komen van de her inrichting van de Veenkoloniën, zal een belangrijke stap worden gezet in de richting van een integrale aanpak van de betrokken gebieden, in overeenstem ming met het provinciaal planologisch beleid en met toepassing van de Relatienota. Daarnaast staat de kavelruil, die in de afgelopen jaren in een grote be hoefte heeft voorzien, mede bij gebrek aan andere mogelijkheden, en die ook in de toekomst nog veel boeren in Drenthe, maar ook elders in Nederland, soulaas zal kunnen bieden bij de zo noodzakelijke ver betering van de inrichting van hun bedrijven. De hier aanwezige deelnemers van de kavelruil „Koeien- weg" kunnen erover meespreken. Zij hebben deze mogelijkheid aangegrepen om tot een betere verkave ling te komen. Toevallig is daar de 20.000e ha bij. Heren, ik wil u van harte feliciteren met het initiatief dat u hebt genomen, om door middel van kavelruil Uw situatie te verbeteren. Opgave 11 Zie voor de opgave NGT Geodesia van juni 1980, p. 232. In de schets is door onzorgvuldigheid van mij een fout ontstaan. De tekening had er als volgt moe ten uitzien: A Si. Q"' A», ,-J ^<"7 In de tekening, die bij de opgave staat afgedrukt, zijn Q en P de voetpunten van de loodlijnen. Echter na berekening blijkt de lengte van RP veel groter te zijn dan 95.38 m Qt 118 m), hetgeen hier uiteraard onmo gelijk is. Wellicht heeft deze constatering sommigen ervan weerhouden hun oplossing in te zenden. Van de zeven inzenders heeft een aantal de gemaakte fout onderkend. Mijn excuses voor deze „onmogelijke" opgave! Merkwaardig genoeg heeft de verandering in de schets geen enkele invloed op de resultaten. De con structie alleen bedoeld om de verhouding tussen de lengten van RQ en QP te geven. De opgave is dus, als we het probleem ontdoen v >n zijn landmeetkundige verpakking: Gegeven een driehoek ABC en een vast punt D. Be paal de lijn door D, die de zijden AB, BC en CA (of hun verlengden) snijdt in resp. P, R en Q, zó dat RQ QP a b. In ons geval is a 54.63 en b 39.7^. Uit de gegeven coördinaten van A, B en C volgen de elementen van driehoek ABC: hoeken zijden A 113.4336 gr BC 294.155 B 24.6910 gr CA 113.772 C 61.8753 gr AB 248.477 Het probleem kan door iteratie worden opgelost. Kie zen we voor AP een benadering s^ dan kunnen de coördinaten van Pt uit argument en afstand en die van R, als snijpunt worden berekend. Er zijn vervolgens twee mogelijkheden: 1. Qt wordt berekend als snijpunt van AC en PïD; de verhouding RQ, Q^ wordt vergeleken met de bekende verhouding 54.63 39.75; voor de lengte AP wordt een nieuwe benadering s2 gekozen enz. 2. Qt wordt berekend uit de coördinaten van Rt en Pt en de bekende verhouding; daarna wordt nage gaan in hoeverre Qt op AC ligt en op grond van dit onderzoek wordt AP opnieuw geschat. De eerste methode is gekozen door de heer Oberman; de tweede door de heer Stoute. Beide inzenders be perken het aantal iteratiestappen tot een minimum, door van de lengte AP via een kaart twee goede be naderingen te kiezen, de coördinaten van Q te bereke nen, met beide benaderingen als uitgangspunt, en vervolgens te interpoleren. Het is altijd weer verras send te constateren, dat zo'n interpolatie meteen de juiste resultaten oplevert. De heer Haasbroek stelt hoek PDB gelijk aan x en berekent alle in de figuur voorkomende hoeken of drukt deze uit in x. Toepassing van de gegevens leidt tot de goniometrische vergelijking sin2 x 0.130558 sin x cos x 0.735053 welke door iteratie wordt opgelost. De berekening 386 NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 28