Ervaringen bij het stedebouwkundig bureau Na ontvangst van de door de Gemeente vervaardigde ondergrond voor het te ontwikkelen bestemmings plan, gaat het stedebouwkundig bureau hierop de plankaart van het bestemmingsplan tekenen. Er zijn twee duidelijk verschillende tijdstippen in de ontwik keling van een bestemmingsplan te onderscheiden, waarop de Gemeente een GBKN-ondergrond aan levert. Eerste aanlevering in de voorontwerpfase De eerste aanlevering vindt plaats in het prille begin van de voorbereiding van een bestemmingsplan, de zogenaamde voorontwerpfase. In de praktijk is het in de meeste gevallen zinvol gebleken om in dit stadium gebruik te maken van een montage van (delen van) GBKN-bladen. Een en ander is afhankelijk van de ligging van het plangebied ten opzichte van de GBKN- indeling. In deze fase ligt de nadruk op een eenvoudig te hanteren kaart. Een voordeel van de werkwijze met deze montages is, dat het overzicht en de samenhang van het plange bied als geheel blijft gehandhaafd, zonder dat hier voor afzonderlijke bladen aaneengeschoven moeten worden. In deze fase van de bestemmingsplanont wikkeling komt dit voordeel met name tot uitdrukking bij de inventarisatiewerkzaamheden en bij het door veel (adviserende) instanties veelvuldig raadplegen van de ontwerp-plankaart. Ook het kostenaspect kan hier nog worden genoemd. Vijftig afdrukken (een gebruikelijk aantal in deze fase) van een plankaart, die op een uit bijvoorbeeld zes (delen van) GBKN-bladen gemonteerde ondergrond is getekend, zijn goedkoper dan de in het andere geval benodigde driehonderd afdrukken van de afzonder lijke plankaartbladen. De eerste schetsontwerpen en ook bijvoorbeeld de in- ventarisatiegegevens worden niet op de door de gemeente geleverde ondergrond getekend, maar op kopieën daarvan (polyesterfilm of transparantpapier). Op de voor het stedebouwkundig bureau „originele" ondergrond wordt uitsluitend de plankaart van het zo „definitief" mogelijke voorontwerp van het bestem mingsplan getekend. Op verzoek van het bureau kan de Gemeente een tweede originele kopie van de ondergrond aanleveren voor het uittekenen van bijvoorbeeld bijlagekaarten, dit om kwaliteitsverlies en maatafwijkingen door her haald kopiëren te voorkomen. Tweede aanlevering voor terinzagelegging van het ontwerp Zoals reeds is vermeld, wordt het ontwerp vóór de terinzagelegging op definitieve ondergronden volgens de GBKN-indeling uitgetekend. Aldus wordt de zeker heid verkregen, dat de inhoud van de plankaart in deze fase van het ontwerp dezelfde is als de inhoud van de plankaart van het door de Gemeenteraad vast gestelde plan (afgezien van wijzigingen in het plan, die de Raad bij de vaststelling kan aanbrengen). Er is nog een belangrijk argument om het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp te kiezen voor het uittekenen van de plankaart op ondergronden met GBKN-indeling. Op dat moment zal namelijk „het grote publiek" voor het eerst (afgezien van eventuele inspraak- of voorlichtingsbijeenkomsten) kennis kun nen nemen van het (ontwerp-)bestemmingsplan. Het is van belang, om later verwarring te vermijden, dat het plan, en dus de plankaart, al in dit stadium de zelfde uitvoering (in letterlijke betekenis) heeft als het na vaststelling en goedkeuring definitieve bestem mingsplan. Voor de beantwoording van de vraag of de Gemeente nu opnieuw een ondergrond moet aanleveren zijn drie situaties te onderscheiden a. in de voorontwerpfase is een montage aange leverd; b. de al of niet gemonteerde ondergrond voor de voorontwerpfase is langer dan een half jaar gele den aangeleverd; c. de voorontwerpondergrond volgde ook al de GBKN-indeling (bestond bijvoorbeeld uit één blad) en is recent aangeleverd. In de (meest voorkomende) situaties a. en b. wordt nu door de Gemeente een nieuwe, voor wat betreft kadastrale gegevens zo recent mogelijke, ondergrond volgens de GBKN-indeling aangeleverd. In situatie c. (meestal eenvoudige, kleine plannen) wordt de oor spronkelijke ondergrond gehandhaafd. Het tekenen van de plankaart op GBKN-onder- gronden Bij het tekenen van de plankaart van het voorontwerp of het ontwerp van het bestemmingsplan op GBKN- ondergronden zijn enkele verschillen te onderkennen ten opzichte van de in de stedebouwkundige praktijk (nog) meer gebruikelijke kadastrale ondergronden. In de eerste plaats is dit de aanwezigheid van topo grafische gegevens op de al of niet gemonteerde GBKN-ondergrond. In de tweede plaats zijn, bij het tekenen op afzonderlijke GBKN-bladen, de „blad overgangen" te noemen. Op beide punten wordt hier onder nader ingegaan. Overigens kan nog worden vermeld, dat het materiaal van de GBKN-ondergrond, polyesterfilm, geen bij zonder probleem voor de tekenaars van het stede bouwkundig bureau vormt. Topografie De op het GBKN-blad aanwezige topografie is een be langrijk hulpmiddel bij: het weergeven van inventarisatiegegevens (op af zonderlijke inventarisatiekaarten, niet op de plan kaart); het bepalen van de juiste ligging van de bestem- mings- en de bebouwingsgrenzen; het bepalen van de plaats en/of de begrenzing van bijzondere aanduidingen op de plankaart. Ter verduidelijking van de laatste toepassing een voorbeeld: het werd in een bepaald bestemmingsplan wenselijk geacht regelingen op te nemen om de aan wezige, gebakken klinkerverharding van enkele trot toirs te kunnen handhaven. Hiervoor was het nood- 464 NGT GEODESIA 80

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1980 | | pagina 10