In Nederland bestaat het systeem van de door de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers bij gehouden Rijksdriehoeksmeting. Een deel van de thans voorhanden deelverzamelingen op het gebied van vastgoedinformatie is reeds aan dit systeem ge koppeld, een ander deel is er tamelijk eenvoudig mee te verbinden. En deze unieke situatie m.b.t. vastgoed stelt ons dan in staat om deze informatie, voor zover opgeslagen in systemen, over en weer uitwisselbaar te maken, of onderling in relatie te brengen. Het oprichtingsidee van een stichting voor vastgoed informatie is zo'n anderhalf jaar geleden ontstaan. Hoewel toen alles nog lang niet zo duidelijk was als thans, heerste bij de initiatiefnemers het gevoelen, dat er wel degelijk een nieuwe toegevoegde waarde van een stichting als deze uit zou kunnen gaan. Overigens wil ik daarmee allerminst suggereren, dat we nu het gevoel hebben alles al op een rij te hebben. Integendeel, de meeste leden van het eerste bestuur van de Stichting hebben deelgenomen aan de verga deringen van de zgn. beraadsgroep, die deze oprich ting mogelijk moest maken. Juist in die vergaderingen is ons al wel duidelijk geworden, dat er niet alleen veel (deel)verzamelingen op het gebied van vastgoed be staan en dat er nogal wat bedrijven en instanties zich met vastgoed bezighouden, maar óók en vooral dat de manieren, waarop over vastgoed gedacht wordt, en de wijzen, waarop er mee gewerkt wordt, grote onderlinge verschillen vertonen. Tekenend voor het geloof in de mogelijkheden als die van deze Stichting en voor de wil om er samen wat van te maken is voor mij dan ook de relatief korte tijd, gelet op deze verschillen, die alle leiden tot verschil lende opvattingen, nodig om te komen tot de consen sus zoals neergelegd in de akte. Het weerspiegelt tevens de goede sfeer, die in de vergaderingen heer ste. Een en ander werd gekenmerkt door een open staan voor eikaars opvattingen. Die ,,open sfeer" heeft sterk bijgedragen tot een over en weer erkennen van de verschillen èn voor een waardering van een andere inbreng dan die welke voor het eigen gebeuren van primair belang lijkt. Terugkijkend kan ik nu al constateren dat we van elkaar hebben geleerd. In dat opzicht, excellentie, kan ik uw verwachting van een belang voor alle betrokke nen reeds nu in positieve zin onderstrepen. Laat ik aan de hand van enkele voorbeelden duidelijk trachten te maken, wat ons als Stichting voor ogen staat aan concrete studieprojecten. Een deel van de hierna weer te geven vraagstukken is reeds in studie genomen. 1. In ons land bestaat, ondanks wat er op dit gebied is gebeurd, relatieve achterstand ter zake van onder zoek op het gebied van de identificatie, classificatie en structurering van vastgoedgegevens. Verschillende (overheids-) instanties vervaardigen langs automati sche weg grootschalige topografische basiskaarten en kaarten, waarop liggingsgegevens van specifieke informatieobjecten (bijv. leidingen en bovengrondse vastgoedelementen) te zamen met een topografische ondergrond worden weergegeven. Waarschijnlijk zal een groter aantal instanties hier in de toekomst toe overgaan. De tendens is sterk om voor de betreffende activitei ten gebruik te maken van in computergeheugens op geslagen gegevensverzamelingen van topografische informatie of liggingsgegevens van specifieke infor matie-objecten. Kaartvervaardiging is één van de ge bruikersdoeleinden van deze gegevensverzamelingen. Daarom behelst een thans nog in uitvoering zijnde op dracht van de BOCO aan de werkgroep Uniformering van de Rijkscommissie voor Geodesie het verrichten van een onderzoek naar de criteria, waaraan gedetail leerde topografische gegevensverzamelingen en eventueel ook vastgoedelementen (zoals woningen, leidingen, e.d.) moeten voldoen. Het ontwerpen van functionele vastgoed-classificatiesystemen, gericht op bijvoorbeeld het „gebruik", het „juridisch re giem", e.d. van vastgoedelementen, zal thans onder werp van voortgezet onderzoek dienen te zijn. Dit zou moeten leiden tot wetenschappelijk verantwoorde, maar toch zeker ook praktisch hanteerbare systemen. 2. Het inrichten van vastgoed heeft een belangrijke maatschappelijke betekenis. Bij het inrichtingsproces spelen steeds complexere belangen een rol. De af weging van deze belangen ten behoeve van de inte gratie tot een indelingsplan wordt daardoor kritischer. Dit stelt hoge eisen aan de methoden, die ten grond slag liggen aan de beschrijving van het vastgoed, het ontwerpen en evalueren van indelingsplannen en ook aan het kadastrale instrumentarium, dat bij het inrich ten van vastgoed ingezet wordt. Dit geeft aanleiding tot een aantal onderzoeksonder werpen, waarvan genoemd kunnen worden: a. de maatschappelijke vraag. De kadastrale bijdrage aan het inrichten van vast goed beperkt zich tot nu toe tot ruilverkaveling, c.q. landinrichting. Uit de maatschappij komen sig nalen, waaruit afgeleid kan worden, dat het Kadas ter wellicht ook bij andere vormen van inrichting zijn nut kan bewijzen. Tegen de achtergrond van de trits bestemming, inrichting en beheer, valt te denken aan de aanpassingsinrichting, beheersver- kavelingen, belangenafweging bij de totstand koming van bestemmingsplannen, relatienotage- bieden, stadsinrichting en dorpsvernieuwing; b. ontwerp-en evaluatiemethoden. De kadastrale methode voor beschrijving van vast goed is rond 1830 vastgelegd. Op basis hiervan zijn de openbare registers en de kadastrale en hypo thecaire boekhouding ontstaan. Daarop is bij de ruilverkavelingsboekhouding voortgebouwd. Na gegaan dient te worden in hoeverre voor andere vormen van inrichting een andere methode voor het beschrijven van het vastgoed nodig en bruik baar is. 3. In het kader van het voornemen tot decentralisatie van belangrijke delen van het bestuur in ons land, kunnen taken dienaangaande verschuiven. Daarbij zullen provincies (regio's) en vooral de gemeenten voor nieuwe vraagstukken komen te staan. Een be langrijk deel hiervan heeft te maken met vastgoed; zo als u al hebt genoemd valt te denken aan bijvoorbeeld volkshuisvesting en belastingheffing. Op dit moment sterk de aandacht trekkende beleids velden zijn stadsvernieuwing; leegstandsregistratie; aanschrijvingsbeleid; huisvestingsbeleid; vernieuwbouw; huurharmonisatie; onroerend goed-belasting. 16 NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 18