Voor de recreanten worden verder veel wandel-, fiets- en ruiter
paden aangelegd,
CURSUSSEN PAOP
De faculteit der rechtsgeleerdheid van de Rijksuniversiteit Utrecht
organiseert in samenwerking met de Commissie van Voorbereiding
Post-academisch Onderwijs in de Ruimtelijke Planning en Planolo
gie (PAOP) in februari en maart 1981 een herhaling van de post
academische cursus over het onderwerp Overheid en vergoeding
bij gebruiksverandering van grond". Deze cursus is speciaal be
doeld voor ambtenaren en advocaten.
Programma: 10 februari 1981Algemene inleiding door prof. mr. R.
Crince Ie Roy, hoogleraar bestuurskunde en administratief recht
aan de Rijksuniversiteit Utrecht.
16 februari 1981: De bestuurscompensatie door de heer J. A. C.
van der Gouwe, hoofd bureau Grondverwerving van de Hoofd
directie van de Rijkswaterstaat te 's-Gravenhage.
24 februari 1981De vergoeding in de praktijk door mr. ing. J. A.
Jansens van Gellicum, rentmeester bij 't Schoutenhuis NV te
Woudenberg.
9 maart 1981Schadevergoeding bij onteigening door mr. P. C. E.
van Wijmen, advocaat te Brada.
Cursusleider is prof. mr. RCrince Ie Roy.
Plaats: Jaarbeurscongrescentrum (Beatrixgebouw) te Utrecht.
Cursusgeld: Het cursusgeld bedraagt f 275, inclusief syllabus en
consumpties. Betaling dient te geschieden direct na ontvangst van
bericht van toelating en de factuur.
De Commissie van Voorbereiding Post-academisch Onderwijs in de
Ruimtelijke Planning en Planologie organiseert op 20, 21 en 22
januari 1981 de cursus Ontwikkelingen op Rijks- en regionaal
niveau, wisselwerking tussen theorie en praktijk".
De cursus beoogt een overzicht te geven van enkele recente ont
wikkelingen in het vakgebied van de planologie en de invloed daar
van op de praktijk van de ruimtelijke planning. De cursus is opge
bouwd rondom drie thema's:
de beslissingsgerichte benadering;
procedurele en inhoudelijke aspecten in de ruimtelijke planning;
de sociaal wetenschappelijke basis van de ruimtelijke planning.
De cursus wordt verzorgd door de Rijksuniversiteit Utrecht, Insti
tuut voor Planologie en de Universiteit van Amsterdam, Planolo
gisch en Demografisch Instituut.
Plaats: Utrecht. Kosten: f600,
Aanmelding en inlichtingen voor beide cursussen: Bureau PAOP,
Van Speijkstraat 27, 2518 EV Den Haag. Telefoon nr. 070-469652,
toestel 95.
UITSLAG FOTOWEDSTRIJD 8e LUSTRUM SNELLIUS
De jury, bestaande uit mej. J. Mol en de heren A. Smits en H. C.
van der Hoek, heeft op 24 november 1980 de uitslag bekend ge
maakt van de fotowedstrijd, ter gelegenheid van het 8e lustrum van
het Landmeetkundig Gezelschap Snellius.
Uit 14 inzenders, met in totaal 44 foto's, kozen zij de volgende prijs
winnaars:
1e prijs: „Meetploeg en wegrijdende meetassistent", G. Wij-
menga te Leeuwarden;
2e prijs: Metamorfose van een landmeter", B. D. van Raai te
Ede;
3e prijs: Koeien", Hans Versluijs te Schiedam.
Een eervolle vermelding kregen
„Deformatie-waterpassing Akzo-Zout-Chemie", F. Hofman te
Schiedam;
„Meetploeg klaar voor het vervoer van grensstenen", H. M. G.
Alers te Swalmen.
Alle prijswinnaars hebben hun prijzen inmiddels ontvangen. Wij
danken hierbij iedereen, die met één of meer foto's een bijdrage
leverde, hartelijk voor zijn medewerking, en zo ook de jury voor het
moeilijke werk dat zij verrichtte. De Lustrumcommissie
HERINRICHTING OOST-GRONINGEN EN GRONINGS
DRENTSE VEENKOLONIËN
Minister Braks: een gigantisch structureel karwei
Op 4 december 1980 werd in Ter Apel het secretariaat van de Her
inrichtingscommissie Oost-Groningen en Gronings-Drentse Veen
koloniën officieel geopend.
Bij die gelegenheid noemde minister ir. G. Braks de herinrichting
van Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën een
gigantisch structureel karwei.
Zonder substantiële financiële medewerking van het Rijk kan de
doelstelling van de herinrichting niet worden bereikt. De herinrich
ting is bedoeld om de achterstandsituaties, die gaandeweg in dit
gebied zijn ontstaan, zoveel mogelijk weg te werken.
Dit doel moet worden bereikt door een geïntegreerde en gecoördi
neerde uitvoering van maatregelen en voorzieningen van velerlei
aard en strekking. Daarbij heeft het kabinet wel de plicht de uit
gaven te bezien in relatie tot het totale nationale uitgavenpatroon.
De realisering van de herinrichting heeft daarbij als essentieel
onderdeel van het regeringsbeleid voor het noorden des lands
een relatief hoge prioriteit.
Het vrijmaken van 126 miljoen gulden voor de versnelde uitvoering
van een groot aantal afzonderlijke projecten, die zich daarvoor
lenen, getuigt daar onder meer^van. Het daartoe door de Herin
richtingscommissie uitgewerkte voorstel voor 1981 is reeds door de
Centrale Cultuurtechnische Commissie met een positief advies
doorgezonden naar de zgn. Stuurgroep voor het Integraal Struc
tuurplan voor het noorden des lands.
De regio zélf zal ook een belangrijke bijdrage aan de realisering
moeten leveren. Sommige gemeentelijke overheden zien hierdoor
financiële problemen op zich afkomen. Er moet worden bezien, in
welke mate en op welke wijze hieraan kan worden tegemoetge
komen.
Voor het landinrichtingsbeleid op langere termijn zal het Structuur
schema Landinrichting een belangrijke pijler zijn. Bekendmaking
van dit regeringsvoornemen kan naar alle waarschijnlijkheid zeer
binnenkort plaatsvinden. Daaruit zal blijken dat er in ons land grote
behoefte is aan landinrichtingsactiviteiten. In de huidige budget
taire situatie moet ervan worden uitgegaan dat de komende tijd
gemiddeld niet meer dan 40.000 hectare per jaar aan landinrich
tingsprojecten kunnen worden uitgevoerd. Van deze 40.000 hectare
zal ook de herinrichting van Oost-Groningen en de Gronings-
Drentse Veenkoloniën deel moeten uitmaken.
Bij de fasering van de werkzaamheden van de herinrichting zal de
behoefte elders in het land een rol blijven spelen. Niettemin voorziet
de bewindsman, dat over enkele jaren een relatief groot deel van de
voor landinrichting beschikbare middelen naar de herinrichting
zullen gaan.
De financiering van de herinrichting hangt nauw samen met de aard
van het programma, dat moet aangeven in welke richting de plan
nen moeten worden uitgewerkt en uitgevoerd.
Bij de beoordeling van het programma moet er rekening mee
worden gehouden, dat voor een periode van 10 a 15 jaar niet alles is
te voorzien. Het is niet mogelijk vandaag de behoefte en de reële
mogelijkheden voor verwezenlijking te overzien.
Heden ten dage gelden soberheid en doelmatigheid. Als dat blijkt
uit het definitief vastgestelde programma is daarmee de basis
gelegd voor eenzelfde voortvarendheid bij de uitvoering als bij de
voorbereiding.
INTEGRATIE TOPOGRAFISCHE DIENST EN KADASTER
LIGT NIET VOOR DE HAND...
Gezien het nu bestaande grote verschil in karteerschalen tussen de
onder het departement van Defensie ressorterende Topografische
Dienst (schaal 1 10.000) en de onder het departement van Volks
huisvesting en Ruimtelijke Ordening vallende Dienst van het Kadas
ter en de Openbare Registers (schaal groter dan of gelijk aan
1 2000) ligt integratie van de activiteiten van de beide diensten niet
voor de hand.
De bewindslieden van Defensie en van Volkshuisvesting en Ruimte
lijke Ordening hebben dit meegedeeld in antwoord op vragen van
de Tweede-Kamerleden Brinkhorst en Nypels. Onderbrenging in
één departement zou volgens de kamerleden belangrijke kosten
besparingen en versnelling en vergemakkelijking van het belangrijke
werk van de beide diensten kunnen opleveren. Zij doelden onder
meer op verhoging van de bezettingsgraad van het zeer dure en
toenemend geautomatiseerde instrumentarium van de diensten,
de samenwerking bij luchtfoto-opnamen en het bijhouden van
kaarten en de inrichting van een gezamenlijke luchtfoto-bibliotheek.
De bewindslieden wijzen er in hun antwoord op dat het gebruik van
dezelfde luchtopnamen door de beide diensten technisch onmoge
lijk is, gegeven de zeer verschillende karteerschalen. Dit sluit het
gelijktijdig fotograferen uit.
Ter bevordering van de coördinatie tussen de diensten worden
zowel de opnamen-programma's als de gebieden waarin het ko
mende jaar zal worden gekarteerd aangemeld in de Contactcom
missie voor Landmeetkundige en Kartografische aangelegenheden
(CCLK), waarin behalve de beide diensten ook de Meetkundige
Dienst van de Rijkswaterstaat en de Landinrichtingsdienst deel
nemen.
Het inrichten van een luchtfoto-bibliotheek, wat het afdrukken van
enkele honderdduizenden foto's noodzakelijk maakt, wordt uit
financiële overwegingen niet haalbaar geacht. Een speciale werk
groep van de CCLK heeft wel de aanbeveling gedaan een bij de
Topografische Dienst berustende Centrale luchtfotocatalogus in te
voeren, waarin alle sinds 1975 vervaardigde luchtopnamen worden
geregistreerd. Deze catalogus is vrijwel gereed.
De bewindslieden wijzen er ook op dat op het gebied van repro-
duktie- en kartografische technieken al een geregelde uitwisseling
NGT GEODESIA 81
21