Ik wil wat verder op de werkzaamheden van juist deze
groepen ingaan, omdat er tussen deze groepen en de
Afdeling der Geodesie van de TH Delft een samen
werkingsverband vorm begint te krijgen, waarop ik
straks uitgebreider terugkom.
De taakomschrijving van beide groepen is in essentie
de volgende:
Adviseren hoe concrete automatiseringsactiviteiten
binnen de gehele overheid op het gebied van Topo
grafie en Leidingen, respectievelijk Vastgoedinfor
matie op elkaar kunnen worden afgestemd, zodanig
dat wordt voldaan aan de uitgangspunten, die ik
zoëven opsomde. In het kader van deze taak zijn
onder meer inventarisaties van de bestaande situatie
uitgevoerd. Uit de inventarisaties van beide groepen
(gepubliceerd als de BOCO-rapporten 3 en 4) kwam
het volgende algemene beeld naar voren: op basis
van incidentele afspraken en regelingen vindt wel
informatie-uitwisseling tussen instanties uit verschil
lende bestuurslagen plaats, maar er ontbreekt een
integraal stelsel bestuurlijke afspraken, dat de gehele
overheid dekt. Hierdoor is landelijk gezien de
kans op hiaten en doublures in de informatievoor
ziening aanwezig.
Dit probleem komt duidelijk naar voren bij een aan
tal instanties, die registraties voeren op het gebied
van vastgoed, concrete voornemens tot automati
sering bestaan. Een belangrijke oorzaak van het ont
breken van zo'n integrale bestuurlijke structuur voor
de informatievoorziening blijkt te zijn het niet bestaan
van een uniform begrippenstelsel op het gebied van
vastgoed, dat algemeen binnen de overheid is aan
vaard. Daardoor wordt informatie-uitwisseling be
lemmerd. Ik doel hier bijvoorbeeld op een classificatie
schema van topografische en vastgoedelementen,
éénduidige definities van elementaire begrippen als
„woning", „perceel" en „adres", gestandaardiseer
de identificaties van vastgoedinformatie, gestandaar
diseerde, gemakkelijk hanteerbare, kwaliteitsnormen
en standaard uitwisselingsformaten.
Hoe anders ligt bijvoorbeeld de situatie op het gebied
van natuurlijke personen. Daar bestaan nauwelijks
begripsverwarringen over de informatie-elementen,
ledereen weet precies wat met voornaam, achter
naam, geboortedatum enz. wordt bedoeld. Boven
dien bestaat daar een elementaire integrale bestuur
lijke regeling voor de informatievoorziening, die zeer
gedetailleerde voorschriften geeft, nl. het Besluit
Bevolkingsboekhouding.
Uit het voorgaande kan de conclusie worden getrok
ken, dat binnen de sector vastgoed voor de BOCO de
volgende twee hoofdactiviteiten van groot belang zijn:
1. het opstellen en bestuurlijk aanvaard krijgen van
een integraal structuurplan voor de geautomatiseerde
informatievoorziening binnen de gehele overheid;
2. het door middel van onderzoek adviseren over
technische standaards en richtlijnen als classificatie
stelsels, definities, kwaliteitsnormen, identificaties en
uitwisselingsformaten
En hier manifesteert zich dus heel concreet de ver
bondenheid, maar ook het principiële verschil tussen
vastgoedonderzoek enerzijds en bestuurlijke coördi
natie anderzijds.
Vastgoedonderzoek is nodig om technische stan
daards en begrippen op te stellen, waarvan de alge
mene toepassing een absoluut noodzakelijke voor-
NGT GEODESIA 81
waarde is voor de realisatie van nagestreefde integrale
bestuurlijke structuur. Dit onderzoek dient te worden
uitgevoerd door technisch-administratieve deskundi
gen. Bestuurlijke coördinatie is nodig om de integrale
structuur voor de informatievoorziening in de sector
vastgoed van de grond te krijgen en tevens de op
gestelde technische standaards algemeen aanvaard
en ingevoerd te krijgen.
Uit wat ik heb gezegd zal het u duidelijk zijn geworden
waarom het Ministerie van Binnenlandse Zaken het
initiatief tot oprichting van de Stichting Studiecen
trum voor Vastgoedinformatie ondersteunt. Wij zien
in de bundeling van technisch gerichte onderzoeks
activiteiten op het gebied van vastgoedinformatie
binnen één organisatorisch verband een mogelijkheid
tot effectieve ondersteuning van onze eigen coördi
nerende taak op het gebied van de bestuurlijke infor
matievoorziening.
Ik wil nu nog kort ingaan op het thans, in opdracht van
de BOCO-overleggroep Topografie en Leidingen, lo
pende onderzoek bij de werkgroep „Uniformering"
van de Rijkscommissie voor Geodesie. Het eerste ini
tiatief voor samenwerking is vlak na de oprichting van
de BOCO genomen door de Rijkscommissie voor
Geodesie en gaarne door de BOCO overgenomen.
Na het voltooien van haar inventarisatie-onderzoek
heeft de overleggroep eind 1978 de werkgroep „Uni
formering" opdracht verstrekt tot het verrichten van
een onderzoek naar de criteria waaraan gedetailleerde
gegevensverzamelingen op het gebied van vastgoed
moeten voldoen om een doelmatige en doeltreffende
geautomatiseerde informatie-uitwisseling van Hg-
gingsgegevens van vastgoed mogelijk te maken. Prio
riteit dient daarbij te worden gegeven aan het op
stellen van een classificatieschema van topografische
elementen. Het onderzoek wordt naar verwachting
eind 1980 afgesloten.
Toch wil ik reeds enige van belang zijnde ervarings-
punten noemen:
de samenwerking tussen opdrachtgever en uit
voerende instanties verloopt goed, mede dank zij
bindende, van te voren gemaakte afspraken over
projectopzet, begeleiding van het onderzoek en finan
ciering. Bij verstrekking van de opdracht aan een neu
trale overkoepelende rechtspersoonlijkheid, bijvoor
beeld een stichting, was dit waarschijnlijk eenvou
diger geweest. De voorkeur van de opdrachtgever
gaat dus duidelijk in deze richting;
bij onderzoekingen als de onderhavige is de in
breng van personen met praktische ervaring op het
gebied van vastgoedregistratie en de automatisering
hiervan, absoluut noodzakelijk. Daarmee zal bij de
opzet van de Stichting, zowel bij de selectie van aan
te trekken medewerkers als bij de organisatie van de
onderzoeksactiviteiten, rekening moeten worden ge
houden.
Na deze kritische kanttekening wil ik ten slotte een
aantal onderzoeksonderwerpen aangeven waarvoor
van de zijde van de BOCO in de toekomst belang
stelling bestaat. Het noemen van deze onderwerpen
houdt geen concrete toezegging in tot het verstrek
ken van opdrachten. Veel zal daarbij afhangen van het
welslagen van de lopende opdracht en de algemene
acceptatie van de resultaten ervan.
Als mogelijke onderzoeksgebieden kan ik noemen:
5