nauwkeurigheid waar te nemen. In de aardweten schappen of in de ruimtewetenschappen bijvoor beeld, zijn de nieuwe problemen, waar de geodesie voornamelijk mee wordt geconfronteerd, het bijhou den van bepaalde zaken die variëren in tijd. Dit is een vrij recente ontwikkeling van een omvangrijk onder zoeksgebied. Maar ook in niet-wetenschappelijke toe passingen van geodesie neemt de vraag naar nauw keurigheid voortdurend toe. Nieuwe onderzoeksge bieden ontstaan door de toenemende rol van land en bezit, het gebruik van bronnen zoals gas en water en ook door al die veranderingen in het milieu, die steeds complexer worden. Ik denk, dat de taken van de geo deet nog exponentieel zullen toenemen. Het ziet er niet naar uit, dat we zonder werk komen te zitten. Er is ook een constante wedloop tussen de nauwkeu righeid van de metingen versus de nauwkeurigheid van de theorieën. Welke van de twee ligt er op het ogenblik voorop in uw vakgebied? Wanneer in de satelliet-altimetrie het Seasat-project een succes was geworden (een klein technisch mankement bracht de satelliet SEASAT tot zwijgen, na enige weken veelbelovende waarnemingen te heb ben gedaan, red.) door het momentane zee-oppervlak tot op 10 cm nauwkeurig te bepalen, dan denk ik, dat de theorie duidelijk bij de precisie van de waarne mingen zou zijn achtergebleven. Er zijn nog vele on opgeloste problemen aan de realisering van een corresponderend model verbonden. Op andere gebieden, zoals van de geodetische net werkanalyse, is de theorie goed ontwikkeld. Een nieuw gebied, waar praktijk en theorie zich hand in hand ontwikkelen, is de traagheidsgeodesie. Ik kan daarom op uw vraag geen eenduidig ant woord geven. Wel zie ik op dit moment een grofe toe name in geometrische toepassingen, zoals kinemati- sche studies op het aardoppervlak met behulp van ,,Very Long Baseline Interferometry" of „Satellite Laser Tracking". Ook hier is de slingerbeweging te herkennen: het ene moment overheersen de geome trische aspecten, het volgende moment de aspecten van het zwaartekrachtveld, verkregen door satelliet waarnemingen. Op dit moment zie ik een zeker voordeel voor het geo metrisch gebruik van de satelliet-geodesie. Dit zou kunnen veranderen, zodra satelliet-gradiometers of satellite-to-satellite tracking tot een erg hoge precisie zijn ontwikkeld. U noemde reeds diverse internationale projecten, maar nu terugkerend naar Nederland: Nederland is toch vlak. Wat is dan ons nationaal belang bij de fysische geodesie? Ik aarzel om deze vraag, op de manier zoals hij is ge steld, te beantwoorden. De vraag impliceert op de een of andere manier, dat een bepaalde tak van wetenschap altijd moet worden verdedigd aan de hand van economisch voordeel. Laat mij een voor beeld geven: voor zover ik weet heeft de Nederlandse beoefening van astrofysica en sterrenkunde interna tionaal gezien een buitengewoon hoog niveau bereikt. Wat is nu het nationale belang in astrofysica en sterrenkunde? Ik denk, als je deze vraag wilt beantwoorden, dat je je zou moeten afvragen, wat het nationaal belang is bij wetenschap en wetenschappelijke ontwikkelingen. In deze context zou ik willen zeggen, dat voor een rijk en NGT GEODESIA 81 hoog-ontwikkeld land als Nederland het nationaal be lang bij ontwikkeling van wetenschap en onderwijs daarin ligt, dat het één van de beste investeringen in de toekomst is. Nu kom ik wat meer concreet op de geodesie. Ik denk, dat het algemeen of wetenschappelijk niveau van de geodesie in Nederland internationaal gezien uitermate goed is. Voor wat mijn terrein betreft, is het verbonden met de naam Vening Meinesz, die zijn tijd ver vooruit was in het ontwikkelen van nieuwe ideeën. Hij slaagde erin een brug te leggen tussen de geodesie en de geofysica, wat tegenwoordig een erg belangrijk onderzoeksgebied is. Ik denk dat het daarom van be lang is om de ontwikkeling van mijn vakgebied te con tinueren en verder te gaan met de traditie van het samenwerkingsverband, dat in Nederland bestaat tussen geofysica, sterrenkunde en geodesie. Kunt u ingaan op het belang van de fysische geo desie, maar nu internationaal gezien? Het onderzoek in de geodesie is internationaal erg goed georganiseerd. Omdat de wetenschappelijke groep nogal klein is, bestaat er een intensieve dialoog tussen wetenschappers uit min of meer alle landen in alle takken van de geodesie. De internationale rol van de fysische geodesie is voornamelijk een goede bena dering te geven van het aardse zwaartekrachtveld, gebaseerd op betrouwbare theorieën. Dit veld wordt door geofysici gebruikt voor de definitie van een wereldomvattend hoogte-referentiesysteem, als één van de belangrijkste informatiebronnen voor wereld omvattende en lokale studies van het inwendige van de aarde. Voor oceanografen is het noodzakelijk om over een referentie-oppervlak te beschikken tot vaststelling van het feitelijk zee-oppervlak. Een goede benadering van het aardse zwaartekrachtveld is ook vereist voor een preciese bepaling van de baan van een ruimtevoer tuig, zowel t.b.v. toepassingen van wetenschappelijke ruimtevaart als ook voor geodetische toepassingen van satelliet-geodesie. U zei, dat het voordeel van lesgeven is, dat je je ge dachten zorgvuldig moet formuleren. Hoe zou u het verschil tussen fysische en gravimetrische geodesie aan studenten uitleggen? Ik hou niet van dit soort benamingen, zoals die voor de verschillende facetten van de geodesie zijn ont worpen. Vroeger werd de geodesie als één geheel gezien. Een typerend voorbeeld van wat geodesie allemaal kan zijn, is te vinden in het klassieke leerboek van Bomford. Deze lijn is voortgezet in het recent ver schenen boek van Groten. Heel veel soorten infor matie worden samengevoegd om de basisproblemen van de geodesie op te lossen. Het is niet eenvoudig om strakke lijnen te trekken tussen wat wordt genoemd geometrische of gravi metrische of fysische of astronomische of satelliet- geodesie. Laten we een voorbeeld nemen: zou je de „Very Long Baseline Interferometry" (het meten van intercontinentale afstanden tussen punten op aarde met behulp van radiotelescopen, die ruis ont vangen van bronnen buiten ons melkwegstelsel, red.) als tak van de geodesie, moeten rekenen tot de satel liet-geodesie, tot de sterrenkunde of tot de fysische geodesie? Ik zou het eenvoudig niet weten. Wanneer men zulke benamingen gebruikt, is dat om bepaalde namen te geven aan leerstoelen aan univer- 53

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 11