Middelbare Technische School te Arnhem Afdeling Weg- en Waterbouwkunde, studierichting Landmeetkunde Eindexamen (2e deelexamen maart 1980) - Landmeetkunde Tijd: 100 min. 1a. Welke methoden van vlaktewaterpassing ken je? b. Welke factoren bepalen een keuze uit deze methoden? 2. Wat wordt verstaan onder a. de richtlijn van een buisniveau; b. de vizierlijn van een kijker; c. de hoekwaarde van een buisniveau; d. het raakvlak van een doosniveau? 3. a. Verklaar de begrippen slag, sectie en traject bij een door gaande waterpassing, b. Welke fouten worden geëlimineerd als we uit het midden waterpassen? 4. a. Noem de regelingseisen van een waterpasinstrument, b. Welke typen waterpasinstrumenten kennen we? (ag bg) (a1 b-j 5. fA 4 /b a. Bewijs deze formule. b. Wat stelt de formule voor? 6. a. Ha 18,093 NAP Hb 19,278 NAP Aflezing bij A 2654 Wat wordt de aflezing bij B? b. Wat is de aardkrommingsfout in een waarneming, als de baak op 200 m van het waterpasinstrument staat? Neem als aardstraal 6400 km. 7. Resumtie hoogteverschillen punt sectielengte heen terug hoogte t.o.v. NAP 19 0,32 km 0181 0179 - 0,337 A 20 0,41 km 0441 0437 0,281 Neem v 10 la Gevraagd de hoogte van punt A. 8. a. Als van de objectieflens in een kijker van een waterpasinstru ment de brandpuntsafstand 35 cm zou bedragen, wat is dan de afstand tussen bovenste en onderste kruisdraad op het diafragma? Met de centrale instellens behoeft geen rekening te worden gehouden, b. Teken de eerste 110 mm van een E-baak met rechtopstaande becijfering. 9. De onderstaande gegevens zijn van een lengteprofiel. Teken dit lengteprofiel op A4-formaat (liggend). Lengteschaal 1 500, hoogteschaal 1 50. Een aannemer vraagt de landmeter het bouwterrein uit te zetten. De landmeter wil hiervoor de meetlijn VP 1979 - VP 1980 gebrui ken. De coördinaten hiervan zijn: X y VP 1979 1285,75 951,67 VP 1980 1385,50 868,07 Gevraagd: a. Een gecontroleerde berekening van de voetpunten en lood lijnen van de punten A, B, C en D op de meetlijn VP 1979 - VP 1980. Formules: XN+1 XN P Vn 1 Yn Pl (UN 1 un' - Q (VN 1 vn' luN 1 un' P'VN 1 VN> a 100 - 'I' AB (uv) AB (xy) Tab (xyi 'AB (uv) p sin a q cos a x' x y <l" M' 50 y' x y f. I 2 b. Maak een schets van het uitzetveldwerk en geef hierop ook een noordpijl aan in ongeveer de goede richting. Meetcijfers en puntnummers vermelden. ■2.3.fZ /SO O aa Bovenstaand perceel moet een oppervlakte hebben van 1500 m2. Hoe groot moet dan de lengte AB zijn? punt afstanddraden middendraad opmerkingen achter voor achter voor 0 2164 1914 vzl2,518 NAP 1663 1 2319 2098 1877 2 2311 2116 1921 3 2825 2653 2481 4 14 50 instrument 5 1583 1532 1481 6 1686 1585 1484 7 2046 1893 1740 8 1928 1727 1527 9 2010 1761 1511 Landmeetkundige berekeningen Tijd: 100 min. 1. ABCD is een bouwterrein, dat op een matenplan voorkomt. De coördinaten van de hoekpunten zijn X Y A 1311,74 921,34 B 1347,74 894,34 C 1361,24 912,34 D 1325,24 939,34 Bedrijfskunde Tijd: 100 min. Onderdeel 1: Recht 1. a. Wat wordt door het erfrecht geregeld? b. Wat is representatie of plaatsvervulling? c. Wat is een erfgenaam? 2. Geef aan op welke wijze de volgende nalatenschap verdeeld moet worden: erflater laat na f24.000, nabestaanden zijn de ouders van de erflater, drie broers van de erflater en één zoon van een vooroverleden zuster van de erflater; er is geen testament opgemaakt. 3. Wat wordt verstaan onder: a. een legitieme portie; b. een codicil; c. beneficiair aanvaarden van een erfenis; d. boedelscheiding? 4. a. Voor welke rechtshandelingen hebben de echtgenoten el- kaars toestemming nodig? b. Waartoe dient het huwelijksgoederenregister? c. Hoe eindigt de gemeenschap van goederen? 5. a. Geef in een schema aan de onderverdeling van de vermo gensrechten. b. Welke vermogensrechten zouden van belang zijn voor een landmeetkundige? 6. De wet maakt verschil tussen roerende en onroerende zaken. a. Waardoor kunnen zaken onroerend zijn? (Noem ook voor beelden.) b. Welke formaliteiten zijn nodig voor de eigendomsverkrijging van onroerende goederen? 58 NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 16