2
5
8
1
4
7
0
3
6
Y N l\b
dus in de eerste plaats voor het administratieve
beheer.
De aanduiding „perceel" kan op twee verschillende
manieren worden geïnterpreteerd:
het kadastrale perceel: dit wordt bepaald volgens
de normen van het kadaster en staat in verband
met de eigendom;
het niet-kadastrale perceel: hieronder worden alle
elementaire oppervlakken verstaan, die de vorige
eigenschap niet hebben, zoals publieke pleinen,
stukken van waterlopen, straten, kruispunten,
enz. Al deze elementaire oppervlakken worden als
gesloten beschouwd. Wegen, waterlopen en
spoorwegen vormen in de werkelijkheid een net
en hun elementaire delen moeten op ieder ogen
blik kunnen worden samengebracht.
Wat de kadastrale percelen betreft bestaat er reeds
een dergelijk identificatienummer in de vorm van het
perceelsnummer, dat slechts een zuiver administra
tieve functie heeft. Dit nummer is alfanumeriek en
zeer onpraktisch en werd daarom niet aangehouden.
De keuze van de nieuwe „identifiant" werd vervol
gens geïnspireerd door de gedachte dat hij ook de
lokalisatie van het perceel zou moeten bevatten. Deze
lokalisatie wordt betrokken op een nationaal referen
tiesysteem, dat in feite het Belgische kaartprojectie
systeem is. Door het invoeren van deze bijkomende
functie spreekt men nu van een Geocode, die aan elk
perceel zal worden toegekend. De geocode van het
perceel wordt bepaald door de samenvoeging van de
benaderde X- en Y-coördinaat (in volle meters uitge
drukt) van een punt dat binnen de perimeter van het
perceel is gelegen. Door deze keuze ontstaat een
innig verband tussen het administratieve en het land
meetkundige karakter van het elementaire oppervlak
van het nationale grondgebied. Het toekennen van de
geocode gebeurt door het Kadaster, dat ervoor zal
zorgen dat geen overlappingen of gapingen optreden.
Verdere eigenschappen van de geocode zijn:
hij is uniek: elk perceel heeft één geocode en met
elke geocode stemt één perceel overeen;
hij is permanent maar daarom niet onveranderlijk:
indien meerdere percelen worden samengevoegd
of indien een perceel wordt gesplitst „verdwijnen"
de oude geocodes en worden nieuwe samen
gesteld;
hij is gemakkelijk door de gebruiker te bepalen;
hij moet controleerbaar zijn op zijn validiteit, bij
gevolg zal hij een constante lengte hebben en zal
een controlesleutel ingebouwd worden.
De geocode is een getal, dat is opgebouwd door de
volgende waarden achter elkaar te zetten
karakteristiek C;
codex;
codey;
controlesleutel.
Het grondgebied van België is ingedeeld in negen
vierkanten van 100 km bij 100 km, volgens het ruiten-
net E; N, en genummerd als volgt:
Als X, Y de „Lambert-coördinaten" van een wille
keurig punt van het grondgebied zijn, kan men
schrijven
X E E;
waarbij E, N veelvouden zijn van 100 km en E, N de
gereduceerde coördinaten van dit punt, dus de rest
van de deling van X resp. Y door 100.000.
De karakteristiek C, dus het nummer van het vierkant,
wordt berekend met de formule:
C 3 E N
De codes x en y zijn de waarden van E resp. N, af
gerond naar beneden op volle meters.
Het getal van de geocode bestaat op deze wijze uit elf
cijfers, waaraan nog twee cijfers worden toegevoegd.
Deze zijn bestemd voor de controlesleutel, die over
eenkomst met de restwaarde van de deling van de
eerste elf cijfers van het getal van de geocode door
het getal 97.
6. Het computerbestand
Per perceel wordt aan de geocode en het controle-
cijfer bijkomende informatie van thematische aard
toegevoegd om zo tot een bestand te komen. Om het
bestand zo eenvoudig mogelijk te houden moet de in
formatie aan de volgende voorwaarden voldoen
de informatie moet onbeperkt toegankelijk zijn;
de informatie moet van algemeen belang zijn;
de informatie moet economisch codeerbaar zijn;
de informatie moet van permanente aard zijn;
de verantwoordelijke instanties moeten borg staan
voor het verstrekken en het bijhouden van de in
formatie.
Praktisch komt dit neer op thematische informatie van
kartografische, administratieve en sociaal-economi
sche aard.
Informatie in verband met de nationale kartografie:
het nummer van het kaartblad (1 10.000): het
geeft toegang tot het bestand der geodetische of
topografische (planimetrische en altimetrische)
vaste punten van het Rijk, en vergemakkelijkt het
aanschaffen van topografische kaarten, alsmede
informatie betreffende de laatste luchtopnamen;
het nummer van het multidisciplinair plan op grote
schaal.
Administratieve informatie:
de identificatie van de gemeente (NIS-code);
het nummer van de statistische sector;
het perceelnummer (van de administratie van het
Kadaster). Met dit nummer kan via de kadastrale
legger de naam worden opgezocht van de zakelijk
rechthebbende of de mede zakelijk gerechtigde.
Sociaal-economische informatie
Deze informatie verwijst naar de potentieel sociaal-
economische functie, de huidige sociaal-economische
functie en de beoogde sociaal-economische functie
van het perceel, alsook naar informatie betreffende de
vorm of het uiterlijk aspect van het perceel in verband
met deze functies. Er bestaan classificaties die som
mige van deze kenmerken weergeven. Als voorbeeld
noem ik:
NACE: nomenclature des activités des commu-
nautés européennes;
National Land Use Classification (GB).
Zoals reeds werd gezegd bevat de centrale databank
slechts basisinformatie die toelaat, langs de geocode
48
NGT GEODESIA 81