L
L
L
1
1
Hl
11^
L.
I
I
s
a
s
1
"G
Oi
Wind
kracht
Symbool
I
co
ai
Beschrijving van de zichtbare uitwer
king van de windkracht op objecten in
het binnenland.
Stil: rook stijgt recht of bijna recht om
hoog.
Windrichting goed herkenbaar aan
rookpluimen.
Wind begint merkbaar te worden in
het gelaat; bladeren beginnen te ritse
len en windvanen kunnen gaan bewe
gen.
Bladeren en twijgen zijn voortdurend
in beweging.
Kleine takken beginnen te bewegen.
Stof en papier beginnen van de grond
op te dwarrelen.
Kleine bebiaderde takken maken
zwaaiende bewegingen; er vormen
zich gekuifde golven op meren en
kanalen.
Grote takken bewegen; parapluies
kunnen slechts met moeite worden
vastgehouden.
Gehele bomen bewegen; de wind is
hinderlijk, wanneer men er tegen in
loopt.
Twijgen breken af; het voortgaan
wordt belemmerd.
Veroorzaakt lichte schade aan gebou
wen (schoorsteenkappen en dakpan
nen worden afgerukt).
Ontwortelde bomen; aanzienlijke scha
de aan gebouwen enz. (komt op land
zelden voor).
Veroorzaakt uitgebreide schade (komt
op land zeer zelden voor).
Beschrijving van de zichtbare uitwerking
van windkracht op het zee-oppervlak
(schaal van Petersen).
Spiegelgladde zee.
Golfjes, welke zee een geschubd aan
zicht geven. Schuimvorming heeft niet
plaats.
Kleine, nog korte golven, maar beter ge
vormd. De toppen hebben een glasach
tig aanzicht en breken niet.
Kleine golven: de golftoppen beginnen
te breken en het hierdoor gevormde
schuim heeft een overwegend glasachtig
aanzicht, ten/vijl hier en daar op zichzelf
staande witte schuimkoppen kunnen
voorkomen.
Kleine langer wordende golven. De witte
schuimkoppen beginnen vrij veel voor te
komen.
Matige golven, van aanmerkelijk grotere
lengte. Overal zijn witte schuimkoppen
te zien en hier en daar komt opwaaiend
schuim voor.
Grotere golven beginnen zich te vormen:
de brekende koppen doen overal grote
witte schuimplekken ontstaan (opwaai
end schuim komt vrij veelvuldig voor).
De golven worden hoger en het witte
schuim van de brekende koppen begint
zich als strepen in de richting van de
wind te ontwikkelen.
Matige hoge golven, met aanmerkelijke
kamlengte: de toppen der golven waaien
af en vormen goed ontwikkelde schuim
strepen in de richting van de wind.
Hoge golven: zware strepen schuim in
de richting van de wind: de karakteristie
ke rollers beginnen zich te vormen; het
zicht kan door verwaaid schuim worden
beïnvloed.
Zeer hoge golven met lange overstorten-
de golfkammen; grote oppervlakken
schuim worden door de wind in zulke
zware witte strepen verspreid, dat de zee
een wit aanzicht krijgt, zware overslaan
de rollers; het zicht is door verwaaid
schuim verminderd.
Buitengewoon hoge golven (kleine en
middelmatig grote schepen verliezen el
kaar in de golfdalen tijdelijk uit het zicht);
de zee is geheel bedekt met lange, in de
windrichting lopende schuimstrepen; de
randen der golfkammen verwaaien over
al; het zicht is sterk verminderd.
De lucht is met schuim en verwaaid zee
water gevuld. De zee is volkomen wit
door schuim. Zicht op enige afstand be
staat niet meer.
Benaming
Duits
Deutsch
Stille
Leiser Zug
Leichte Brise
Schwache Brise
Massige Brise
Frische Brise
Starker Wind
Steifer Wind
Stürmischer
Wind
Sturm
Schwerer
Sturm
Orkanartiger
Sturm
Orkan
Frans
Franpais
Calme
re
-O
re
•re
h-
Légère brise
Petite brise
Jolie brise
Bonne brise
Vent frais
Grand frais
Coup de vent
Fort coup de
vent
Tempéte
Violente
tempéte
Ouragan
Engels
English
Calm
Light air
Light breeze
Gentle breeze
Moderate breeze
Fresh breeze
Strong breeze
Near gale
Gale
Strong gale
Storm
Violent storm
Hurricane
Nederlands
boven land
Cn
Zwakke wind
Matige wind
Vrij krachtige
wind
Krachtige wind
Harde wind
Stormachtig
Storm
Zware storm
Zeer zware storm
Orkaan
boven zee
Stilte
Flauw en stil
Flauwe koelte
Lichte koelte
Matige koelte
Frisse bries
Stijve bries
Windsnelheidsequivalenten op 10 m
hoogte boven vlak terrein
s/ut
grenzen j
d
I
o
0.3- 1.5
1.6- 3.3
3.4- 5.4
5.5- 7.9
8.0-10.7
co
cn
1
co
o
13.9-17.1
17.2-20.7
T
CM
1
00
O
CM
24.5-28.4
28.5-32.6
>32.6
gem. j
O
6 0
2.4
4.4
6.7
9.3
cn
CM
15.5
18.9
22.6
26.4
30.5
1
Zeemijlen per
uur(knopen)
grenzen
V
m
I
o
1
(O
1
17-21
r-
CM
1
Rl
28-33
34-40
41 -47
is
i
3
56-63
>63
E
re
EB
O
CM
tn
O)
co
CD
CM
r*
m
3
100 NGT GEODESIA 81