berichten „kryptische" ondertitel van dit stuk is een gevolg van de Franse klank die aan de benaming van deze schaal kleeft. De Engelse „Beauforts" zijn ongetwijfeld van Franse afkomst. De adellijke familie ,,de Beaufort" kwam waarschijnlijk met Willem de Veroveraar (1027-1087) in 1066 uit Frankrijk naar Engeland. Zij werd daardoor Brits. Men moet haar naam dus op zijn Engels als ,,Bófert" uitspreken (eerste deel van de ondertitel). Maar veel Nederlanders geven er de voorkeur aan de oorspronkelijke Franse uitspraak ,,Bofört" te hand haven (tweede deel van de ondertitel). Het eerste is beter, het tweede niet helemaal fout. Leden van het geslacht „Beaufort" (Bófert) speelden o.a. een rol in de z.g. „Rozenoorlogen" die Engeland van 1455 tot 1485 teisterden. Een verre nazaat van deze familie was Sir Francis Beaufort (1774-1857). Deze was op en top een En gelsman. Hij werd zee-officier bij de Britse marine, en bracht het daarin tot de rang van admiraal. Hij diende op de Engelse vloot in de tijd van Napoleon. Dat was dus in het begin van de 19e eeuw. Er kwam toentertijd in maritieme kringen behoefte aan een methode, waarbij verschillen in windsterkte in een goed-gedefi- nieerde „gradatie" (trapsgewijze opklimming) konden worden ingedeeld. Men zocht naar een „windsterkte- schaal" waarvan de trappen door duidelijke, goed van elkaar te onderscheiden, criteria zouden moeten wor den gekenmerkt. Tot die tijd had men zich beholpen met veel vagere aanduidingen als: „labberkoelte" (zwakke wind), „bramzeilskoelte" (matige wind), „stijve bries" (krachtige wind) e.d. In 1805 kwam ad miraal Beaufort met het ontwerp van zo'n schaal. De ze was onderverdeeld in dertien trappen van wind sterkte. De indeling was gebaseerd op verschillen in aantal zeilen, afhankelijk van de windsterkte, die een volgetuigd zeilschip, bij een bepaalde windkracht, vei lig kon voeren. Het ontwerp van de Engelse admiraal werd door de toenmalige maritieme wereld enthousiast ontvangen. Het werd binnen betrekkelijk korte tijd vrijwel overal aanvaard. Deze eerste „Beaufortschaal" bleef precies een eeuw in gebruik. Zij bleek zó bruikbaar, dat een andere Engelsman, Sir George Simpson, haar in 1905 ook geschikt maakte voor gebruik op stoomschepen. Daartoe herzag hij de omschrijvingen. Ook stelde hij equivalenten daarvan op in gewone, alledaagse, ver schijnselen als: „opstijgende rook", „bewegende twijgen", „zwiepende takken", e.d. Bovendien bracht hij het aantal trappen van de oorspronkelijke schaal, dat, zoals we hierboven zagen, dertien had bedragen, terug tot twaalf. Intussen hadden, ondanks de algemeen erkende bruikbaarheid van de „Beaufortschaal", verschillende andere zeevarende volken toch eigen windsterkte schalen opgesteld. Dat veroorzaakte natuurlijk veel verwarring. Het „Internationaal Meteorologisch Co mité" vroeg daarom in 1921 aan Sir Simpson een ont werp voor een nieuwe „Standaard-Beaufortschaal" uit te werken. Die zou dan voor alle volken, zeevarend of niet, aanvaardbaar moeten zijn. Simpson voldeed aan dit verzoek. Hij bewerkte de oorspronkelijke schaal nogmaals. Tevens breidde hij de „omschrijvin gen" uit met „gevolgen". Die werden geformuleerd in termen die ook door „landrotten" konden worden begrepen. Bovendien gaf hij, bij de afzonderlijke trap pen van de schaal, ook windsnelheden op. Deze maakten het mogelijk om bij het meten van die snel heden door middel van z.g. „anemometers" wind- snelheidsmeter), de uitkomsten onmiddellijk te „rela teren" aan een bepaalde trap uit de schaal van Beau fort. Ook stelde hij daarbij goed herkenbare en ge makkelijk hanteerbare te tekenen) symbolen voor de verschillende windsterkten vast. Deze konden op weerkaarten worden toegepast. Dat gebeurt dan ook nog steeds. Het is deze, door Simpson herziene, „tweede Beaufortschaal", die thans als de schaal van Beaufort door alle meteorologen overal ter wereld wordt gebruikt. Als u in het weerbericht van het KNMI door de radio, of op de t.v., hoort dat er „Storm uit het zuidwesten wordt verwacht, wind kracht 9", dan is dat „9" uit de „schaal van Beau fort". In figuur 6 wordt de schaal afgedrukt met haar „num mers" schaalgetallen), omschrijvingen, gevolgen, snelheden en symbolen. Hoewel de schaal van Beaufort slechts tot 12 gaat, spreekt men toch weieens van windkracht 13, 14 of 15, wanneer windsnelheden van 130-150 km/h wor den gemeten. (Fig. 6 werd mij welwillend door het KNMI ter beschikking gesteld.) STUDIEDAG NEDERLANDSE VERENIGING VOOR FOTOGRAM METRIE De Nederlandse Vereniging voor Fotogrammetrie organiseert op 23 april 1981 een studiedag over analytische plotters en interactieve (fotogrammetrischel systemen. Deze studiedag wordt gehouden in Delft, gebouw voor Geodesie, Thijsseweg 11 Het programma luidt als volgt: 9.00 - 9.25 Ontvangst 9.25 - 9.30 Opening door prof. dr. ir. G. H. Ligterink, voorzitter van de NVF 9.30 - 10.00 J. Klaver, The Kern DSR1 Digital Stereo Restitution Instrument and the Kern GP1 Graphical Peripheral 10.00 - 10.30 D. Hobbie, PresentstatusoftheZeissC100Planicomp 10.30 - 11.00 Pauze 11.00 - 11.30 C. Vigneron, The Matra analytical Stereoplotter T raster 11.30 - 12.00 W. Burgemeister, The Wild Aviolyt AC1 Analytical plotter 12.00 - 12.30 Discussie 12.30 - 14.00 Lopende lunch en bezoek aan de Planicomp en het M&S-systeem van de afdeling der Geodesie 14.00 - 14.30 H. G. van Holthoon, Het Informap/Wildmap inter actieve grafische systeem 14.30 - 15.00 R. Gallaway, Laser Scan and automated cartography. 15.00 - 15.30 Pauze 15.30 - 16.00 D. Hobbie, The integrated photogrammetric plot ting system from Zeiss 16.00 - 16.30 J. Klaver, The Kern Contraves IS2000 Interactive Graphic System and the Kern GDES 100 Graphic Display and Editing System 16.30 - 17.00 Discussie 17.00 Sluiting Voor niet-leden van de NVF bestaat op beperkte schaal de moge lijkheid om deze dag bij te wonen. Men kan zich opgeven door vóór 10 april 1981 f 10,— (incl. lunch) over te maken op gironummer 368873 t.n.v. penningmeester Nederlandse Vereniging voor Foto grammetrie, Smaragdstraat 20, 7314 HG Apeldoorn. A. H. Polderman, secretaris CURSUS PAOP Het geografisch en planologisch instituut van de Vrije Universiteit organiseert in samenwerking met de Commissie van Voorbereiding Postacademisch Onderwijs in de Ruimtelijke Ordening en Planologie PAOP) de cursus Inleiding in het computergebruik ten behoeve van ruimtelijk onderzoek. Het doel van de cursus is vooral om enige basiskennis over werking NGT GEODESIA 81 101

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 19