CxsexkeUL
nederlands geodetisch tijdschrift
De ervaring met gemotoriseerde
waterpassing in Nederland in vergelijking
met de voetmethode
door ir. A. Urban, medewerker van IngenieursbureauOranjewoud" BV.
SUMMARY
Experiences with motorized levelling in the Netherlands, as compared to conventional
levelling
In view of detecting deformations above the Groningen gasfields levelling surveys were performed
partly conventionally (by feetl, partly motorized (by car). In this article levelling-by-car, introduced in
the Netherlands by engineering company Oranjewoud, is compared to levelling-by-feet in terms of
accuracy and efficiency.
HetSecond International Symposium on Problems Related to the Redefinition of
North American Vertical Geodetic Networks" werd van 26 t/m 30 mei 1980 gehou
den in Ottawa (Canada). Aan het symposium hebben ongeveer 170 vakgenoten
deelgenomen, waarvan ongeveer 30 man uit West-Europa kwam. In de zes com
missies werden in totaal 65referaten gehouden.
De commissies behandelden de volgende thema's:
De toestand van de Noord-Amerikaanse hoogtenetten.
II. Het vraagstuk van verticale referentiesystemen.
III. Gebruik en toepassing van hoogtenetten.
IV. Toevallige (stochastische) invloeden op de waterpasnetten.
V. Systematische invloeden op de waterpasnetten.
VI. Technologische aspecten van hoogtebepaling.
Uit Nederland zijn twee bijdragen naar voren gebracht. De bijdrage van het auteurs
collectief ir. J. J. Kok, ir. H. Rietveld en ir. W. Ehrnsprenger, handelde over de in
1979 uitgevoerde vereffening en de analyse van precisie en betrouwbaarheid van het
Europese hoogtenet (Unified European Levelling Network, UELN) in de commissie
IV. De tweede bijdrage was het volgende referaat van ir. A. Urban in de commissie
VI.
1. Algemeen
Ingenieursbureau „Oranjewoud" BV introduceerde
de gemotoriseerde waterpassing in Nederland in
maart 1978. Vanaf deze tijd heeft het bureau ongeveer
1200 km dubbele waterpassing uitgevoerd, volgens
deze methode. In 1978 nam het bureau deel aan de
hoogtemeting van het Groninger gasveld, waar een
hoogtenet van ongeveer 1500 km werd gemeten IVan
Beusekom, 1980]. (Zie fig. 1.) De metingen werden
gelijktijdig uitgevoerd door drie bureaus, die op ver
schillende gedeelten van het gasveld werkten. Van
het gehele net werd 510 km op de gemotoriseerde
wijze en ongeveer 1000 km te voet gemeten.
2. Voorschriften
De criteria voor beide methoden waren dezelfde,
namelijk:
aflees volgorde AVVA^
sectie tolerantie 2,5 l^L (mm);
tolerantie voor de kringsluitfouten 2 fL (mm);
maximale slaglengte 100 m;
standaardafwijking per traject a 1 mm;
even aantal slagen per sectie.
NGT GEODESIA 81
Bij de gemotoriseerde methode werden de trajecten
c.q. kringen eerst geheel in heen- en later in terug
richting gemeten (met de klok mee en tegen de klok
in).
3. Uitrusting
De gebruikte instrumenten waren Jena Ni 002 bij de
gemotoriseerde methode en Jena Ni 007 bij het water
passen te voet; beide instrumenten waren voorzien
van een micrometer van 0,5 cm.
De uitrusting, die wordt gebruikt bij gemotoriseerde
waterpassing bestaat uit twee baakauto's en een in
strumentauto. De baakauto, met de baakhouder en
de straatpot, is een variant op de Zweedse uitrusting
[Becker, 1977], De oplossing voor de instrumentauto
is anders dan de bekende Oostduitse [Peschel, 1974]
en Zweedse oplossingen.
Wegens het veel voorkomen van wind in Nederland is
voor een oplossing gekozen, die tegen de invloed van
wind het meest effectief bescherming biedt. Bij deze
oplossing wordt het instrument in het centrum van de
auto geplaatst en boven de auto is een huif gecon
strueerd, die tot taak heeft het instrument tegen
85