De oorsprong en de eerste toepassingen van de triangulatie methode: o 0,57 mm; gemotoriseerd: o i 0,59 mm), maar de standaardafwijking, berekend uit de kringsluittermen, is groter bij de gemotoriseerde methode (V: 0,69 mm; G: o 0,92 mm). Dit verschil is overigens niet significant. Het zou interessant zijn om, inzake de betrouwbaar heid van de metingen, een vergelijking te maken tus sen metingen, uitgevoerd met centrale en met niet- centrale opstelling van het instrument (in de meet- wagen). De gemotoriseerde methode is geschikt gebleken voor nauwkeurigheidswaterpassing op een kwalita tieve, zowel als op een kwantitatieve manier en ver geleken met de voetmethode biedt deze een stijging in de produktie van meer dan 100% en een kosten besparing van 17% per gemeten kilometer (met een bemanning van 1 landmeter en 2 meethulpen bij de voetmethode en een bemanning van 2 landmeters en 2 meethulpen bij de gemotoriseerde methode, uit gaande van 125 dagen per seizoen). 6. Literatuur Becker, J. M., 1977. Experiences using motorized levelling tech niques in Sweden, FIG. Stockholm. Peschel, H., 1974. Das Motorisierte Prazisionsnivellement leis- tungsfahigstes Verfahren genauer Höhenmessungen. Vermes- sungstechnik H. 2. Becker, J. M. en Urban, A., 1978. De gemotoriseerde nauwkeurig heidswaterpassing. Geodesia no. 4, p. 103-108. Van Beusekom, W., 1980. De waterpassing boven het Groninger gasveld in 1978. NGT Geodesia no. 5, p. 173-181 door H. C. Pouls, adjunct-secretaris van de Rijkscommissie voor Geodesie. Summary This article, originally written for the French publication Cartes et Figures de la Terre" deals with the origin of triangulation. Attention is paid to Gemma Frisius, who introduced the method of intersection (1533) and to the first maps based on this method, produced by the famous Dutch surveyor Jacob van Deventer. In 1600 two Dutch surveyors Johan Sems and Jan Pietersz. Dou published the first books on surveying in the Netherlands in which they described the method of intersection and the use of a plane table. In order to obtain information about the dimensions of the earth Snellius, who was professor at the university of Leyden, observed a triangulation-network between the towns of Alkmaar and Bergen op Zoom. The results were published in 1617. In France the method of Snellius was used by Picard and the Cassini's for a new map of France. Over de geschiedenis van de kaart en allerlei aspecten die daarmede verband houden is het vorige jaar in het Centre Pompidou te Parijs een grote tentoonstelling gehouden waaraan ook door ons land een bijdrage is geleverd. Tegelijkertijd is bij deze expositie een zeer uitgebreid boekwerk, Cartes et Figures de la Terre", als toelichting verschenen. Hierin komen ook enige bijdragen voor van Nederlandse deskundigen. Een van deze bijdragen gaat over het ontstaan van de driehoeks meting en lijkt belangwekkend genoeg om ook in ons land een ruimere bekendheid te krijgen, te meer daar het in het verleden vooral Nederlanders zijn geweest die hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van de triangulatie; een feit dat in Frankrijk niet of nauwelijks bekend was. Enige in de Franse publikatie voorkomende afbeel dingen zijn vervangen door andere omdat die al eerder waren gebruikt bij artikelen in Geodesia en het NGT. Inleiding De gedurende de Renaissance ontstane belangstelling voor de geleerden uit de oudheid, waaronder Ptole- maeus, de uitvinding van de boekdrukkunst in de tweede helft van de 15e eeuw en daarnaast het toe nemend gebruik van de houtsnede en de kopergra vure voor illustraties, waren ontwikkelingen die in 1477 leidden tot de eerste gedrukte uitgave van de ,,Geo- graphia" van Ptolemaeus. Deze uitgave, bestaande uit Tl kaarten, gaf het wereldbeeld weer zoals men zich dat in de oudheid voorstelde. In de loop der jaren verschenen daarna andere uitgaven, waaraan dikwijls nieuwe kaarten waren toegevoegd. Door de versprei ding van deze uitgaven raakten steeds meer mensen vertrouwd met de „Landkaart" en ontstond tevens de 90 behoefte aan een meer nauwkeurig en getrouw kaart beeld, niet alleen van werelddelen en landen maar ook van kleinere gebieden. Het is goed om zich te realiseren dat vóór 1500 de landmeter geen kaartenmaker was. In de Nederlanden bijvoorbeeld vinden we de oudste vermeldingen over landmeters al omstreeks 1300. Hij blijkt dan meestal een overheids- of semi-overheidsfunctie te bekleden: we vinden hem in dienst van de bisschop van Utrecht, de graaf van Holland of van Hoogheemraadschappen. Zijn werkzaamheden bestaan uit het uitzetten en op meten van grenzen, het verdelen en toedelen van land, het meten van lengten en oppervlakten voor de „hoefslag" (d.i. de bijdrage in de kosten van de NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 8