berichten
volgens: astronomische waarnemingen (hoofdstuk
5), slingerwaarnemingen en zwaartekrachtsmetingen
(6), nauwkeurigheidswaterpassing (7), en getijde
waarnemingen (8). Het opstel wordt besloten met een
overzicht (hoofdstuk 9) van de internationale contac
ten der Commissie. Dat zijn contacten met internatio
nale organisaties op eigen of verwante vakgebieden,
t.w.:
1. De „International Association of Geodesy" (IAG),
2. De „International Society of Photogrammetry
(ISP),
3. De „International Cartographic Association" (ICA),
en
4. De „Fédération Internationale des Géomètres"
(FIG).
Ik hoop u met het bovenstaande een goede indruk te
hebben kunnen geven van de rijke inhoud van dit
belangrijke boek in het algemeen, en van de boeiende
studie van Van der Schraaf over honderd jaar geo
detische geschiedenis in Nederland in het bijzonder.
Doch een „indruk" duurt maar even, zij is uiteraard
vluchtig en „beklijft" dus niet. Daarom herhaal ik:
lees het boek liever zelf. Of nóg beter: koop en lees
het! Het werk is niet goedkoop. Maar gezien de in
houd en de uitvoering is het ook weer niet (te) duur.
Het kost f 75, U kunt het bestellen via de heer
H. C. Pouls, adjunct-secretaris van de Rijkscommissie
voor Geodesie, Postbus 5030, 2600 GA Delft, tel. 015-
782819.
Als ik tot slot toch nog een paar kritische opmerkin
gen mag maken, betreffen deze niet de inhoud, maar
de vorm. Zij betreffen namelijk zaken die ik in het boek
een beetje mis. Dat zijn: een (alfabetische) lijst van in
het werk voorkomende namen, een dito lijst van ge
bruikte afkortingen of „acroniemen", en een alfa
betische, en/of systematische, lijst (liefst allebei!) van
behandelde onderwerpen. Alles onder verwijzing
natuurlijk, naar de bladzijde(n), waarop deze namen
voorkomen of waarin deze dingen behandeld worden.
Voor de vakman is het ontbreken van bedoelde lijst
overigens niet zo'n bezwaar. Hij vindt zijn weg in de
tekst toch wel. Hij weet wel ongeveer waar namen als
die van Schols of Heuvelink, van Kwisthout of Tien
stra te vinden zijn, hij kent de betekenis van acronie
men als NAVADO, of SEASAT, of IFAG, en hij weet
waar hij iets kan lezen over „Remote Sensing" of
„Land Information Systems". Aan zo'n kleurige com
posiet mag een enkel bloemblaadje desnoods ont
breken.
Aan het eind van mijn bespreking gekomen, wil ik
graag collega (en collega-redacteur!) Van Gelder
danken voor zijn assistentie. Hij las het ontwerp van
mijn opstel kritisch door. Hij verbeterde menige fout
en verrijkte het met waardevolle aanvullingen. Het is
voor mij tevens een grote voldoening dat ook de heer
Van der Schraaf nog in staat was kennis van het ont
werp te nemen. Ook hij wees mij op fouten en omis
sies, en gaf mij nuttige suggesties voor verbeteringen
en aanvullinqen.
M H. L. Rogge
BIJHOUDING HOOGTEKAART VAN NEDERLAND
De vervaardiging van de Hoogtekaart van Nederland
De Hoogtekaart van Nederland, waarvan de eerste bladen in 1961
zijn verschenen, nadert thans haar voltooiing. Van de 658 kaart-
bladen zijn er momenteel 590 gereed; de overige bladen zullen naar
verwachting in de komende drie jaar verschijnen.
Zoals wellicht bekend, bestaat een hoogtekaart uit een gerasterd
beeld van de topografische kaart 1 10.000, waarop in zwart hoog-
tecijfers (afgerond in dm) zijn aangegeven met een dichtheid van
ongeveer 1 punt per ha. Uitzondering daarop vormen de bladen van
Zuid-Limburg en het gebied van de zeeduinen. Deze kaarten zijn
voorzien van een opdruk van hoogtelijnen in bruin, met een interval
van 2,5 m, aangevuld met hoogtecijfers.
Met het samenstellen en uitgeven van de Hoogtekaart werd onder
meer beoogd de reeds uitgevoerde hoogtemetingen voor alle be
langstellenden toegankelijk te maken en daardoor overbodig water-
paswerk te voorkomen. De vervaardiging van hoogtekaarten is het
gezamenlijke werk geweest van de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat en de Topografische Dienst, met daarbij de onmis
bare hulp en medewerking van zeer veel ambtelijke diensten en
particuliere landmeetkundige bureaus.
De werkwijze was als volgt: De Meetkundige Dienst verzamelde
waterpassingen van derden en ontleende daaraan gegevens die
konden worden gebruikt voor de samenstelling van de hoogte-
kaarten. Daar waar de bestaande waterpassingen niet voldeden aan
de gestelde eisen van nauwkeurigheid of van dichtheid van het
puntennet, alsmede in die gebieden waar nog niet eerder een hoog
temeting was uitgevoerd, heeft de Meetkundige Dienst zelf de ont
brekende gegevens door waterpassing bepaald (dit betreft onge
veer 1/4 deel van het land). De Topografische Dienst heeft de repro-
duktie en de verkoop van de hoogtekaarten verzorgd.
Oorzaken van hoogteveranderingen
Bij het naderen van de voltooiing van de eerste editie rees de vraag
of de kaart als eenmalige uitgave moest worden beschouwd of dat
er een al dan niet regelmatige herziening zou moeten plaatsvinden.
Hoewel mag worden aangenomen dat de hoogte van Nederland in
het algemeen weinig verandert, enkele centimeters per eeuw, zijn
er toch een aantal oorzaken te noemen die plaatselijk wel tot aan
zienlijke hoogteveranderingen leiden. Voorbeelden hiervan zijn de
bodemdaling in Groningen als gevolg van de aardgaswinning en
plaatselijke verzakkingen in Zuid-Limburg ten gevolge van de vroe
gere steenkoolwinning. Een andere oorzaak voor bodemdaling is
klink, welke na de drooglegging van bijv. de IJsselmeerpolders een
rol speelt of klink die optreedt in veengebieden waar het waterpeil is
verlaagd. Ook spelen een groot aantal lokale terreinwijzigingen een
rol zoals wegenaanleg, stadsuitbreidingen, ontgrondingen, ruilver
kavelingen, enz.
Enquête over de wenselijkheid van bijhouding van de hoogtekaart
Ten einde enig inzicht te verkrijgen in de behoeften aan bijgewerkte
hoogtekaarten heeft de Topografische Dienst, in overleg met de
Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat, in 1976 een enquête
gehouden onder de afnemers van de hoogtekaarten. Deze enquête
betrof onder meer de volgende vragen
1. Voldoen de huidige vorm en inhoud van de hoogtekaarten aan
de eisen die u stelt?
2. Vormt het voor u een bezwaar dat de topografische ondergrond
van de hoogtekaarten geleidelijk veroudert?
3. Is het voor u van belang dat de hoogtekaarten in de toekomst
worden bijgehouden ten aanzien van ingrijpende veranderingen in
de vertikale terreinvormen als gevolg van stadsuitbreidingen, ruil
verkavelingen, landaanwinning, aanleg van wegen e.d.? Wat zijn
voor u de gevolgen als dit in de toekomst niet zou gebeuren?
Het enquêteformulier is toegezonden aan de bij de Topografische
Dienst bekend zijnde gebruikers van hoogtekaarten. Van de ver
stuurde enquêteformulieren is ongeveer de helft beantwoord terug
ontvangen. Kort samengevat bleek hieruit het volgende:
Vraag 1ongeveer 70% van de respondenten gaf te kennen dat de
huidige verschijningsvorm en inhoud voldoen aan de eisen die men
stelt. Enkele gebruikers gaven te kennen dat zij het op prijs zouden
stellen als de hoogtekaarten zouden worden voorzien van hoogte
lijnen.
Vraag 2: voor ongeveer 50% van de respondenten heeft het ver
ouderen van de topografische ondergrond van de hoogtekaarten
tot nu toe geen onoverkomelijke bezwaren opgeleverd, hoewel aan
een zo recent mogelijke ondergrond de voorkeur wordt gegeven.
Het ligt voor de hand dat met de jaren deze bezwaren zich wel
steeds sterker zullen doen gevoelen, speciaal in gebieden die aan
ingrijpende veranderingen in de topografie onderhevig zijn.
NGT GEODESIA 81
141