stichting NGL
Vraag 3: ongeveer 65% van de respondenten was van mening dat
de hoogtekaarten moeten worden bijgehouden ten aanzien van ge
bieden die aan veranderingen onderhevig zijn. Enkele belangrijke
gebruikers gaven zelfs te kennen dat de sterke veroudering van de
kaarten niet alleen de bruikbaarheid zal doen afnemen, maar er ook
toe kan leiden dat men in de toekomst zelf weer terreinwaterpas
singen zal moeten verrichten om aan de gewenste hoogtegegevens
te komen; uiteraard een zeer ongewenste situatie, die destijds juist
een van de aanleidingen is geweest voor het uitgeven van de
,,Hoogtekaart van Nederland".
De bijhouding
Mede op grond van de resultaten van de enquête hebben de Meet
kundige Dienst van de Rijkswaterstaat en de Topografische Dienst
besloten tot de volgende gedragslijn
Indien zich ingrijpende veranderingen hebben voorgedaan met
betrekking tot de hoogtegegevens wordt een nieuwe hoogtekaart
samengesteld; deze zal uiteraard de meest recente topografische
ondergrond als basis hebben.
Bij een beperkt aantal wijzigingen zullen de aanvullingen en ver
beteringen in de bestaande hoogtekaart worden verwerkt. Deze
kaarten zullen in de toekomst van de meest recente topografische
ondergrond worden voorzien.
De Meetkundige Dienst gebruikt voor de bijhouding van de
hoogtekaarten in het algemeen alleen de door andere diensten en
instanties uitgevoerde hoogtemetingen. Deze diensten hebben in
het verleden immer welwillend medewerking verleend, hetgeen ook
in de toekomst noodzakelijk zal zijn.
Van een aantal hoogtekaarten zijn reeds aanvullende gegevens
voorhanden. Deze zijn in eerste aanleg verwerkt op de zogenaamde
hoogteminuten (werkstukken van de Topografische Dienst, waarop
hoogtelijnen zijn geïnterpoleerd met een interval van 2,5 m). In
voorkomend geval worden afdrukken van deze hoogteminuten als
hoogtekaart geleverd, zodat de gebruiker steeds kan beschikken
over de nieuwste gegevens.
Voor nadere informatie betreffende het gereed, c.q. herzien zijn van
hoogtekaarten wordt verwezen naar de Catalogus van Kaarten, uit
gegeven door de Topografische Dienst.
De Directeur van de Topografische Dienst (mede namens het
Hoofd van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat)
8e EUROPESE URBAN DATA MANAGEMENT SYMPOSIUM
Het 8e Europese Urban Data Management Symposium zal van 2-5
juni 1981 gehouden worden in Oslo, Noorwegen.
Toepassingsgebied
Sedert het 1e Europese Symposium in 1971 is het concept van deze
bijeenkomsten verder ontwikkeld en uitgebreid. Hoewel niet is ge
tracht een scherpe afbakening te geven, is men het er in het alge
meen wel over eens dat dit concept betrekking heeft op stedelijke
en landelijke informatiesystemen, die ten dienste staan van de plan
ning en het beheer door de overheid. Het betreft zowel de functie
gerichte informatiesystemen die de lagere bestuurlijke overheids
organen gebruiken om aan hun informatiebehoefte te voldoen als
de informatieverstrekkende systemen die door de hogere of lagere
bestuurlijke eenheden worden gebruikt, bijv. statistische of karto-
grafische diensten.
De informatiesystemen omvatten functionele, technische en orga
nisatorisch/administratieve aspecten, die in toenemende mate
complexer worden. Een belangrijk onderdeel is ook het informatie
object in de informatiesystemen, zoals bijv.: grond, gebouwen en
leidingen; publiek- of privaatrechtelijke rechtstoestand; plannen,
besluiten of meningen; berekeningen, activiteiten of gebeurtenis
sen.
Algemeen thema
In 1981 wordt het Symposium gekenmerkt door de 10e verjaardag
van het 1e Europese Symposium. Vandaar dat als algemeen thema
voor het 8e Symposium Ten years on" is gekozen. Voorrang is
dan ook gegeven aan die papers, die
1. of een terugblik geven op de ontwikkelingen gedurende de af
gelopen 10 jaar en de relatie tussen gestelde en verwezenlijkte
doelen weergeven;
2. en/of een indicatie geven van mogelijke toekomstige ontwikke
lingen op het onderhavige gebied, mede bezien vanuit econo
mische overwegingen.
Structuur en inhoud van het Symposium
Het Symposium kent zowel plenaire als groepszittingen, die het
presenteren van invited papers, korte voordrachten (z.g. mini-
papers), forumdiscussies en algemene discussies beogen.
Op de plenaire zittingen zullen algemene thema's worden be
handeld:
terugblik op de gedurende 10 jaar opgedane ervaringen;
nieuwe apparatuur t.b.v. informatiesystemen in de tachtiger
jaren;
de organisatie van computercentra bij de lagere bestuurlijke
overheidsorganen;
technische, sociale en politieke beslissingen in de tachtiger
jaren.
De groepsbijeenkomsten zullen zich richten op specialisaties binnen
het toepassingsgebied van de informatievoorziening voor stedelijke
gebieden:
informatiesystemen t.b.v. het beheer;
informatiesystemen t.b.v. de planning;
vastgoedsystemen;
computerkartografie.
De programma's voor de groepsbijeenkomsten omvatten ervarin
gen met huidige informatiesystemen en ontwikkelingen rond nieu
we apparatuur.
De bijna 50 invited papers zullen gepresenteerd worden door spre
kers uit België, Canada, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Italië,
Nederland, Noorwegen, Polen, Spanje, Tsjecho-Slowakije, Vere
nigde Staten, Zweden en Zwitserland. Alle papers worden van te
voren gedrukt en tijdens de inschrijving aan de deelnemers uit
gereikt.
Talen en vertalingen
De Symposiumtalen zijn Engels en Frans. Gedurende alle plenaire
zittingen en de groepsbijeenkomst met het grootst aantal deel
nemers vindt simultane vertaling plaats.
Deelnemers
Het Symposium richt zich op stafleden van overheid, bedrijfsleven
en universiteiten, die betrokken zijn bij de ontwikkeling van infor
matiesystemen op lokaal en regionaal niveau. Hieronder worden
begrepen bestuurders, planologen, politici en onderzoekers, die
werkzaam zijn op het onderhavige vakgebied.
Organisatie
Het Symposium valt onder auspiciën van het Ministerie van Ruim
telijke Ordening in Noorwegen. Het programma is samengesteld
door een UDMS-secretariaat binnen dit Ministerie in samenwerking
met het UDMS Internationale Programma Comité en met hulp van
de Noord-Europese Ondersteuningsgroep en het Noorse Nationale
Organisatie Comité. Het Symposium wordt georganiseerd door het
UDMS-secretariaat binnen het Ministerie van Ruimtelijke Ordening.
Programma
Het volledige programma is in Nederland verkrijgbaar bij: mevr.
E. M. Seinstra-Pendel, Afdeling der Geodesie, Thijsseweg 11,
2629 JA Delft, tel. 015- 784548.
RAYONBIJEENKOMST NGLTE GOES
Op woensdag 22 april a.s. zal in „De Prins van Oranje", Nieuw-
straat 20 te Goes het 23e congres van het NGL voor de regio Zuid-
West Nederland worden gehouden. Het programma is als volgt:
I I
9.15-10.00: ontvangst, waarbij een kop koffie wordt aange
boden;
10.00-10.15: opening door ing. D. van der Steenhoven, namens
de stichting NGL;
10.15: dhr. H. N. Pelkman, landmeter hydrograaf, waar
nemend hoofd van de Afdeling Geodesie van Inge
nieursbureau Oranjewoud verzorgt een lezing over
de geodetische aspecten van de hydrografie;
11.00: pauze;
11.15: voordracht betreffende: enkele aspecten van de
automatisering bij de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat, door: ir. P. G. Schwarz, stafmede
werker van de Meetkundige Dienst van de Rijks
waterstaat te Delft;
12.00-14.15: lunchpauze. In deze pauze zal een expositie en de
monstratie van landmeetkundige instrumenten en
computers worden verzorgd door firma'sTektronix,
Ahrin, De Koningh, Zeiss, Geoinstruments, en Pol
Geotechniek;
14.15: lezing over het onderwerp: kartografie in vogel
vlucht, zoals toegepast bij de gemeente Rotterdam,
welke zal worden verzorgd door: dhr. J. Meyer, chef
kartografie bij de Afdeling Landmeten en Kartografie
van de Dienst Gemeentewerken Rotterdam;
142
NGT GEODESIA 81