Moet er worden gemeten in het terrein? Welke con
structies, welke bekende punten, welke instrumenten
moeten worden gebruikt? Of moet er worden gevlo
gen? Op welke hoogte, met welke camera, op welke
vliegschaal? De ene methode kan meestal niet buiten
de andere. Hoe moeten ze worden gecombineerd?
Kan er worden gedigitaliseerd? Welk kaartmateriaal is
goed genoeg? Welke digitiser voldoet aan de eisen en
hoe moet worden gedigitaliseerd en gecodeerd
Tientallen vragen met elke keer een keuze, die ertoe
moet leiden dat tegen minimale kosten de gewenste
precisie en betrouwbaarheid voor de plaatsbepaling
van de elementen voor een vastgoedsysteem worden
bereikt. Wat zijn die gewenste precisie en betrouw
baarheid? De gebruikers van een vastgoedsysteem
kunnen die niet definiëren. De geodeet zal daarbij
moeten helpen door de mogelijkheden, de middelen
en de eisen kort te sluiten.
Administratieve gegevens
Bij verwerking van een bestand administratieve ge
gevens met een database-systeem worden datadefi-
nitie, data-acquisitie en datamanipulatie onderschei
den. In de fase van gegevensverkrijging vinden de
datadefinitie en de data-acquisitie plaats.
Datadefinitie gebeurt met een DDL (data definition
language). Met een DDL wordt beschreven welke ge
gevens zullen worden ingevoerd in de databank en
hoe de relaties liggen tussen de gegevens. De struc
tuur van de database wordt vastgelegd. Het zal zon
der meer duidelijk zijn dat een bestand met bijv. een
reeks studentennamen en een reeks woonplaatsen
van studenten niet kan informeren over die studenten
die in een bepaalde plaats wonen, als niet ook in het
bestand de relatie student-woonplaats is vastgelegd.
Als de database is gedefinieerd, kan de data-acquisitie
plaatsvinden en de databank met gegevens worden
gevuld. Er bestaan veel database-systemen met daar
bij behorende database-managementsystemen.
Vaak is de keuze beperkt door de operationele hard
ware configuratie, een bepaalde geheugengrootte of
het beschikbare budget. De keuze is dan wel beperkt,
maar nog moeilijk genoeg. Allerlei criteria, zoals
compatibiliteit, flexibiliteit, continuïteit, betrouwbaar
heid, snelheid en overhead moeten worden gemeten
en gewaardeerd.
Database-systemen manipuleren altijd met grote hoe
veelheden gegevens. Geodeten zijn gewend grote
hoeveelheden gegevens te hanteren, te controleren
en te verwerken. Het opstellen van eisen waaraan hun
database-systeem zal moeten voldoen, zal hen dus
niet al te zwaar vallen.
Gegevensverwerking en gegevensbeheer
Verwerking van meetgegevens voor de bepaling van
de geografische ligging van elementen van een vast
goedsysteem gebeurt uiteraard met behulp van de
bekende geodetische technieken. Opmerkelijk is, dat
met de komst van geavanceerde apparatuur voor
dataverkrijging en -verwerking en de veranderende rol
van de kaart een, gedeeltelijk al bestaand, probleem
veld actueel is geworden.
Zonder de pretentie te hebben volledig te zijn zal ik
hierna het probleemveld nader omschrijven.
Digitale bestanden met liggingsgegevens van vast
goedelementen bevatten coderingen, coördinaten en
kwaliteitskenmerken
Codering van de elementen kan plaatsvinden door
tekencodering of objectcodering. Bij het hanteren van
tekencodering kan van tevoren, soms al bij de gege
vensverkrijging in het terrein, de generalisatie plaats
vinden die nodig is om de vele verschillende topogra
fische elementen met slechts een paar verschillende
beschikbare lijnsoorten af te kunnen beelden. Vaak
vindt de codering later (interactief) plaats aan de hand
van de gemaakte veldaantekeningen. Alle elementen
die moeten worden getekend met een bepaald lijn-
type, worden dus als zodanig gecodeerd en de weg
terug (bijv. selectie naar elementsoort) is niet meer
mogelijk. Tekencodering raakt in onbruik, omdat het
in feite onzindelijk computergebruik is; gebruik van de
computer als luxe trekpen.
Objectcodering laat flexibel gegevensgebruik toe. Alle
objecten c.q. topografische elementen die voor het
betreffende vastgoedsysteem van belang zijn, krijgen
een type-codering. Later kunnen voor de afbeelding
bepaalde types weer worden samengevoegd voor af
beelding als één lijnsoort, maar de type-codering blijft
gehandhaafd. Voor het toekennen van de type-code
ring is een classificatiesysteem noodzakelijk en als
men de mogelijkheid van uitwisseling en koppeling
van autonome systemen niet per definitie onmogelijk
wil maken, moeten de classificaties inhoudelijk op
elkaar worden afgestemd. De coderingen zelf kunnen
via een of ander uitwisselingsformaat worden overge
dragen en eventueel via een transferprogramma eerst
worden omgezet in het uitwisselingsformaat.
In het rapport „Classificatie van topografische ele
menten" heeft een deelgroep van de werkgroep
„Uniformering" van cfe Rijkscommissie voor Geo
desie in december 1980 aan de BOCO (Bestuurlijke
Overlegcommissie Overheidsautomatisering) een ad
vies uitgebracht met betrekking tot de classificatie-
problematiek. In dit advies worden aanbevelingen ge
daan en classificatieregels gegeven die uitwisseling
van vastgoedgegevens in de toekomst mogelijk moe
ten maken.
Verder kan de codering allerlei gegevens bevatten
over het object; is het een puntobject of maakt het
punt deel uit van een lijnobject? Zo ja, is de lijn deel
van een oppervlakte-object? Om automatisch opper
vlakken te kunnen genereren, worden van lijnsegmen-
ten in de codering ook gegevens opgeslagen over wat
links en wat rechts van de lijn ligt. Zodoende kunnen
omtrekken worden doorlopen waarvoor eenzelfde
conditie geldt, met andere woorden automatisch op
pervlakken worden gegenereerd die aan één eis of een
combinatie van eisen voldoen. Coderingssystemen
die informeren over de plaats en de soort van topo
grafische elementen zijn geocodingssystemen. Naast
de geocodingssystemen, die met behulp van polygo
nen (polygonen voor de figuratie en niet voor de
grondslag) een digitaal terreinmodel zo nauwkeurig
als nodig is in computerleesbare vorm opslaan, be
staan er geocodingssystemen die het terrein in de
vorm van een grid digitaal vastleggen.
Het afwegen van de voor- en nadelen van polygoon-
of gridcodering en de bepaling van de maaswijdte van
het grid leidt tot een keuze die men meestal éénmaal
maakt en is dus zeer belangrijk.
128
NGT GEODESIA 81