wel goede landmeters vermoedelijk wel inwendige controles toepasten, is dit kennelijk geen gemeen goed geweest. De controlemethoden, die de inge nieurs-verificateur op grond van het Recueil Métho- dique toepasten door verificatielijnen te meten en steekproefsgewijs enkele percelen te controleren brachten de fouten nauwelijks aan het licht; en zeker werd het plan er niet beter op als dit alleen maar werd aangepast aan de metingsuitkomsten van de inge nieur-verificateur; een handeling die kennelijk zijn in stemming heeft gehad! Interessant is het in dit ver band te lezen aan welke exameneisen een ingenieur verificateur in 1829 moest voldoen. (Zie fig. 7). Aan den Heer Gouverneur N°. 109. (KADASTER). 's Gravenhage, den 26sten September 1829. Daar de ondervinding mij bereids het nut en zelfs de nood zakelijkheid heeft aangetoond om de landmeters der 1ste klasse van het kadaster of anderen, welke zouden kunnen toegelaten worden om naar de opengevallen plaatsen van Ingenieur-Verificateur van het kadaster te dingen, aan een opzettelijk examen te onderwerpen, is het mij doelmatig voorgekomen, nu voor alsdan, de voornaame punten te bepalen welke gemeld examen zal ten onderwerp hebben. Dezelve zijn vervat in het navolgende PROGRAMMA. 1°. De rekenkunde, de theorie der progressien en der logarithmen daaronder begrepen; 2°. De algebra, tot het binome van Newton ingesloten; 3°De gronden der landmeetkunde; 4°. De regtelijns driehoeksmeting en het gebruik der loga rithmen en sinus-tafels; 5°. De eerste gronden van de spherische driehoeksmeting; 6". De voorbereidende kennis van de kegelsneden; 7°. De voorbereidende kennis van hoogere landmeetkunde (gèodesie), bepaaldelijk met betrekking tot de verschillende wijzen van projectien, tot het maken der kaarten in gebruik; 8°. Het gebruik der werktuigen welke bij het kunstmatig gedeelte van het kadaster gebezigd worden; 9°. Eindelijk de vereischte kennis om zoowel de werkzaam heden te velde als die van het bureau van een Ingenieur- Verificateur van het kadaster behoorlijk te leiden. Zullende, wat de kennis van de Nederlandsche en Fransche talen betreft, het daartoe staande onderzoek afhangen van de meerdere of mindere noodzakelijkheid welke vacatures daartoe opleveren. Hoezeer de tegenwoordige bepalingen kunnen geacht wor den meer uitsluitend in betrekking te staan tot de belangen der Landmeters, verzoek ik U H. Ed. Gestr. nogtans de tegenwoordige circulaire onder al de ambtenaren van mijn bestuur in Uw H. Ed. Gestr. provincie te willen doen mede- deelen, terwijl ik het ontvang-berigt derzelve van U H. Ed. Gestr. zal te gemoet zien. De Staatsraad, Administrateur van de Registratie, het Kadaster en de Loterijen, GERICKE. Fig. 7. Aan de landmeters zullen dus aanmerkelijk lagere eisen zijn gesteld! Maar zelfs in 1880 wist nog geen ingenieur-verificateur een beter systeem te bedenken dan een paar verificatielijnen om het nieuwe plan Soest D 2 te controleren Voor diegenen, die zich interesseren voor de meet systemen uit de periode van 1811 tot 1832, is gelukkig nog voldoende materiaal aanwezig. De z.g. Trigono metrische berekeningen zijn van de meeste gemeen ten bewaard gebleven. Van het oorspronkelijke veld werk is veel minder over, maar toch zijn volgens Tee ling (Geodesia 1968, p. 30) ,,van bijna 500 minuut plans... alle meetresultaten bewaard gebleven". En wat de verificatieveldwerken betreft: op de kadaster kantoren te Roermond, Leeuwarden en Middelburg zijn er nog vele aanwezig, terwijl er landelijk vrij veel processen-verbaal van verificatie zijn. In sommige gevallen bieden de minuutplans nog en kele specifieke gegevens, die kadastraal nauwelijks ter zake zijn, zoals markescheidingen, allerlei plaatselijke benamingen, topografie in de vorm van aanduidingen voor heggen, bomen, molens, grenspalen, hoogten, terwijl op de Franse plans met letters de cultuur is aangeduid. Sommige landmeters zijn ware artiesten geweest: zij versierden speciaal het schild en de noordpijl met tekeningen en verfraaiingen. Belangrijker echter is het gedetailleerde beeld dat de kaarten geven van de si tuatie zoals deze anderhalve eeuw geleden bestond. Daardoor bieden ze samen met de registers de moge lijkheid om voor cultuurhistorisch onderzoek zowel hulpmiddel als bron te zijn. Als zodanig kunnen de minuutplans, ondanks hun tanende landmeetkundige betekenis, een steeds belangrijker rol gaan spelen. Er is dus m.i. alle reden voor om deze kaarten, hoe erg ze in het verleden in sommige gevallen ook zijn ge maltraiteerd, met alle zorgvuldigheid te behandelen, en ze te bewaren ten behoeve van allerlei oudheid kundig en wetenschappelijk onderzoek. Bronnen (voor zover niet in de tekst genoemd) Beth, J. C. Het Kadaster gedurende het tijdvak 1814-1843. Ned. Arch. Blad nr. 3 1907/8. Decreten en Besluiten van Z.M. den Koning van Holland. Hessels, J. T. Het Kadaster tijdens de Bataafse Republiek en het Koninkrijk Holland. K en L 1891/3. (N.B. Blijkens een aantekening op p. 1891/64 was abusievelijk ,,het Koninkrijk der Nederlanden" in plaats van „het Koninkrijk Holland" als titel boven het artikel ge plaatst). Koopman, W. 160 jaar geleden. NGT Geodesia 1980/227-231 en 265-267. Helaas wordt hierin niet vermeld waar de gegevens te vinden zijn; vermoedelijk in het Alg. Rijks Archief te Den Haag. Poelman, H. A. Het Kadasterarchief. Verslagen omtrent 's Rijks Oude Archieven XLI, 2e deel 1918 (p. 354-416). V. d. Poll, J. Verzameling van vaderlandsche wetten en besluiten enz. 1798-1810. Amsterdam 1840 (p. 433). Rijksarchief Utrecht, Rechterlijke Archieven: Hof van Utrecht no. 274. Archief van de Provincie Utrecht nr. 8805 B (Corr. v. d. Gou verneur betr. het Kadaster) 1826-1843. Hypotheekbewaarders 1811-1838 no. 471-512. Topografische Atlas: nr. 136-1: Maatboe- ken en figuratieve kaarten uit 1809-1811. no. 136-2: 95 kaarten uit 1810-1811no. 136-3: 105 kaarten uit 1818, 1819 en 1821 Scheffer, A. Het „Hollandse Kadaster". NGT 1977/17. Soutendijk, A. De Hypothecaire en Kadastrale Boekhouding. Deel II 1916, bewerkt door J. Mulder (p. 114, 115, 152, 163 en 210). De Vos, M. Het Kadaster en de Boekhouding op de Hypotheken. 1902 (p. 17, 27, 28 en 29). 182 NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 12