berichten
RECONSTRUCTIE VAN OUDE GLASTUINBOUWGEBIEDEN
KOMT OP GANG
Tot nu toe is voor zes gebieden een aanvraag op grond van de Be
schikking reconstructie oude glastuinbouwgebieden ingediend. Dit
betreft een oppervlakte van 1.730 ha.
Dit deelde minister ir. G. Braks (Landbouw en Visserij) mede ten
behoeve van een overleg in de bijeenkomst met de Vaste Com
missie voor Landbouw en Visserij van de Tweede Kamer op 26 fe
bruari 1981
Voor de gebieden ,,Het Ven", „Aalsmeer" en „Huissen-Lent"
heeft de Centrale Cultuurtechnische Commissie (CCC) nagegaan,
of deze gebieden voldeden aan de criteria van de beschikking:
duurzaam is bestemd dan wel mede bestemd voor de uitoefe
ning van glastuinbouw;
geheel of grotendeels bestaat uit economisch verouderde, in
hoofdzaak aaneengesloten glasopstanden, en
behoefte heeft aan ruimte ten behoeve van de ontwikkeling van
een economisch gezonde glastuinbouw en de daarmee samen
hangende infrastructurele en andere voorzieningen.
Op grond van het feit, dat dit het geval bleek te zijn, heeft de CCC
een positief advies over deze drie aanvragen aan de minister uitge
bracht; zij heeft deze gebieden op het voorbereidingsschema voor
landinrichtingsprojecten geplaatst. Inmiddels heeft de minister in
overeenstemming met de betrokken Colleges van Gedeputeerde
Staten, Burgemeester en Wethouders en met de betrokken water
schapsbesturen de gebieden „Het Ven" en „Aalsmeer" aangewe
zen als reconstructiegebieden.
Het oude glastuinbouwgebied „Het Ven", waarvoor de Limburgse
Land- en Tuinbouwbond een aanvraag heeft ingediend, is gelegen
vlak ten noord-oosten van Venlo. Het gebied is tevens in de ruilver
kaveling „Rijnbeek" (330 ha) opgenomen. In het gebied zijn 24
glastuinbouwbedrijven gelegen. De in januari 1981 geïnstalleerde
Reconstructiecommissie houdt zich momenteel bezig met het op
stellen van een voorontwerp-reconstructieplan, dat naar verwach
ting in de tweede helft van 1981 in concept zal gereedkomen.
Voor het oude glastuinbouwgebied „Aalsmeer" heeft de Stichting
ter verbetering van de agrarische structuur De Meerlanden-Amstel-
land een aanvraag ingediend. Naar het zich laat aanzien, zal in de
eerste helft van 1981 de installatie van de Reconstructiecommissie
kunnen plaatsvinden.
De Aartsdiocesane Boeren- en Tuindersbond heeft de reconstructie
voor het oude glastuinbouwgebied „Huissen-Lent" aangevraagd.
Dit gebied, gelegen tussen Arnhem en Nijmegen, is tevens opge
nomen in de ruilverkaveling „Over-Betuwe-Oost" (4.600 ha). In het
gebied worden 227 glastuinbouwbedrijven aangetroffen. Naar ver
wachting zal de minister dit gebied binnen enkele maanden aan
wijzen.
Voor de oude glastuinbouwgebieden „Roelofarendsveen" en „Ter
Aar" is een aanvraag ingediend door de Stichting tot verbetering
van de agrarische structuur in de Veen- en Rijnstreek.
Voor het gebied „Pijnacker" is een aanvraag ingediend door het
Overlegorgaan agrarische belangen Pijnacker.
Het laat zich aanzien, dat deze gebieden in de loop van 1981 op het
voorbereidingsschema voor landinrichtingsprojecten kunnen wor
den geplaatst.
BEHEERSOVEREENKOMSTEN MOGELIJK IN „HAVELTE"
EN „GIETHOORN-WAN NEPER VEEN"
Beheersplannen vastgesteld
Voor relatienotagebieden in „Havelte" en „Giethoorn-Wanneper-
veen" zijn beheersplannen vastgesteld. Op basis hiervan kunnen
agrariërs in deze gebieden met ingang van 1 april a.s. beheersover
eenkomsten afsluiten. Zo'n overeenkomst betekent dat vergoedin
gen worden gegeven aan een landbouwbedrijf, indien de bedrijfs
voering mede wordt gericht op doeleinden van natuur- en land
schapsbeheer.
De plannen voor „Havelte" en Giethoorn-Wanneperveen" zijn in
intensief overleg met instanties en direct belanghebbenden in de
streek opgesteld.
Beheersplan voorHa velte
Onder het beheersplan voor „Havelte" vallen gebieden met natuur
wetenschappelijke waarden langs de randen van de percelen. Daar
naast gaat het om enkele kleinere gebieden die van betekenis zijn
wegens de weidevogels.
De vastgestelde beheersbepalingen hebben in hoofdzaak betrek
king op waterhuishoudkundig, bodem- en perceelskantenbeheer.
NGT GEODESIA 81
Ook bevat het plan beheersmaatregelen omtrent de wijze van be
mesting en gewasbescherming.
De hoogten van de vergoedingen hangen af van de inhoud van het
pakket beheersverplichtingen, die de agrariërs bereid zijn op zich te
nemen. De gemiddelde bedragen liggen in het merendeel der ge
vallen tussen de f 200,— tot ruim f 500,— per hectare. Naast de
beheersvergoeding kan er ook een aanpassingsvergoeding worden
gegeven. Deze vergoeding kan variëren van f 85,— tot f 358,— per
hectare. Verder is ook een vergoeding voor de verpachter mogelijk.
Aanvragen voor een beheersovereenkomst kunnen thans worden
ingediend bij de Hoofdingenieur-Directeur (HID) voor Landinrich
ting, Grond- en Bosbeheer in Drenthe, Vaart Zuidzijde 33, 9401 GG
Assen (telefoon 05920-10144) of bij de dichtsbijzijnde districts
bureauhouder (DBH).
Beheersplan voor,, Giethoorn-Wanneperveen"
Het beheersplan voor „Giethoorn-Wanneperveen" heeft betrek
king op een gebied dat is aangewezen als reservaatsgebied. Dit be
tekent, dat wordt getracht de gronden op vrijwillige basis te ver
werven. Dit om de bijzondere kwaliteiten van natuur en landschap.
Na aankoop vindt overdracht plaats aan een natuurbeschermings
instantie. Vooruitlopend op verwerving kunnen echter beheersover
eenkomsten worden afgesloten. Op deze manier blijft de aankoop-
waarde van de gronden aanwezig.
Het beheer in „Giethoorn-Wanneperveen" is gericht op het karak
teristieke landschap en de variatie in flora en fauna. Vandaar dat de
beheersverplichtingen onder andere inhouden het achterwege laten
van wijzigingen in de externe produktie-omstandigheden en het niet
verrichten van veldwerkzaamheden (rollen, slepen e.d.) gedurende
een bepaalde periode. Ook het niet toepassen van drijfmest en gier
behoort tot de bepalingen. In sommige gebieden gelden beper
kingen voor weiden en maaien.
Wanneer een bedrijf met een belangrijk deel van de totale bedrijfs-
oppervlakte binnen het reservaat ligt, kan voor een bepaalde opper
vlakte van maai- en beweidingsbepalingen ontheffing worden ver
leend. Dit geldt eveneens voor de toepassing van drijfmest. Daar
mee wordt bereikt dat deze beheersbepalingen op een redelijke
wijze in de bedrijfsvoering kunnen worden ingepast.
De beheersvergoedingen lopen uiteen van ruim f 300, tot f 500,
per hectare. Daarboven kan een aanpassingsvergoeding worden
gegeven. De maximale hoogte hiervan is ruim f 450, per hectare.
De exacte hoogte van het bedrag wordt per individueel bedrijf
berekend.
Aanvragen voor een beheersovereenkomst kunnen worden inge
diend bij de Hoofdingenieur-Directeur (HID) voor Landinrichting,
Grond- en Bosbeheer in Overijssel, Assendorperdijk 2, 8012 EH
Zwolle (telefoon 05200-10533) of bij de dichtstbijzijnde districts
bureauhouder (DBH).
Landinrichtingsprojecten 1981
MINISTER BRAKS: BESCHIKBAAR KREDIET VOOR
FRIESLAND REDELIJK
In Friesland is ten behoeve van landinrichtingsprojecten voor 1981
een krediet toegewezen van 32 miljoen gulden. Dit komt overeen
met ruim 18% van het totale beschikbare bedrag.
Dit onder meer antwoordt minister Braks (Landbouw en Visserij) op
schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid Faber. Deze wilde
weten waarom het noodzakelijk geachte bedrag met 30% was
gekort.
De bewindsman verklaart op zijn begroting voor 1981 231,8 miljoen
gulden te hebben uitgetrokken voor rijksbijdragen, financiering en
bijdragen van derden voor de uitvoering van ruilverkavelingen en
landinrichtingsprojecten.
De Centrale Cultuurtechnische Commissie (CCC) verdeelt dit be
drag over de provincies, daarbij rekening houdend met de fase van
uitvoering, de mogelijkheid van verwerking van kredieten en de
technische noodzaak om de uitvoering voort te zetten van elk van
de 83 in uitvoering zijnde landinrichtingsprojecten (die een geza
menlijke oppervlakte hebben van ruim 525.000 hectare). Voor die
verdeling vormen de opgaven van hetgeen de plaatselijke commis
sies voor een goede voortgang van de uitvoering noodzakelijk ach
ten een belangrijke basis.
Hoewel minister Braks tussen de hem ter beschikking staande
mogelijkheden aan deze activiteiten een hoge prioriteit heeft gege
ven door deze post belangrijk te verhogen, is het totaal van de op
gaven van de plaatselijke commissies belangrijk hoger dan hetgeen
beschikbaar is. De CCC heeft daarom aan vrijwel alle provincies een
lager bedrag toegekend dan de plaatselijke commissies voor een
goede voortgang noodzakelijk achten.
Gelet op de spanning tussen de beschikbare middelen en de ge
noemde behoeften, en op de noodzaak ook elders in ons land de
landinrichtingsprojecten zo goed mogelijk te laten verlopen, acht de
187