te raderen. De oppervlakte van de film wordt hierdoor niet bescha digd, waardoor het aanbrengen van revisies geen enkel probleem is. Onder invloed van temperatuur- en vochtigheidsverschillen zullen films, evenals metalen, uitzetten of krimpen. Bij het verwerken van films dient men met deze eigenschappen rekening te houden. Wanneer het origineel bijv. naar een reprobureau wordt gebracht, zal men de tijd moeten nemen om de toegeleverde originelen te laten acclimatiseren t.o.v. de te gebruiken film, opdat de verwer king plaatsvindt onder gelijke omstandigheden. Het oprollen van films kan eveneens de afmetingen beïnvloeden. Wanneer de film met de emulsie naar binnen wordt opgerold, kan dit een permanente krimping van het beeld veroorzaken. Om een maximale dimensionale stabiliteit te verkrijgen, is het dus altijd het beste vlakke films zoveel mogelijk vlak te laten en niet op te rollen. Belangrijk is ook dat we de films steeds weer behandelen volgens dezelfde methode. Factoren die de dimensionale stabiliteit van folie en films beïnvloe den zijn complex. Vele factoren zijn aan elkaar verwant. Wanneer de belangrijkste variabelen en de mogelijke oorzaken bekend zijn, kunnen de condities worden verbeterd, ten einde een uitstekend dimensionaal gedrag te verkrijgen. In veel gevallen kunnen vaak schijnbare en onvermijdelijke maat- veranderingen die door een bepaalde factor worden veroorzaakt, worden gecompenseerd door aanpassing van werkcondities. De ideale condities zijn 22° C en 45% relatieve vochtigheidsgraad. Kodak persdienst TERVISIELEGGING STRUCTUURSCHEMA VOOR DE LANDINRICHTING Het Structuurschema voor de Landinrichting wordt van 1 april tot 31 december 1981 ter visie gelegd o.m. in alle provincie- en ge meentehuizen en in de openbare bibliotheken. Daarmee krijgt ieder een gelegenheid om in deze periode in te spreken op het beleids voornemen van de regering voor de hoofdlijnen van het landinrich- tingsbeleid. In het Structuurschema voor de Landinrichting zijn de gebieden aangegeven die overeenkomstig de hoofdlijnen van het beleid voor landinrichting in aanmerking komen als de provinciale besturen daartoe verzoeken. Voor de inspraak is een samenvatting van het Structuurschema voor de Landinrichting, tevens wegwijzer voor de insprekers ver vaardigd, onder de titel Onze groene ruimte straks". Deze bro chure is gratis te bestellen bij het Ministerie van Landbouw en Visserij, Directie Voorlichting en Externe Betrekkingen, Postbus 204012500 EK 's-Gravenhage. EERSTE BEHEERSOVEREENKOMST IN GIETHOORN WANNEPERVEEN AFGESLOTEN ,,Het opstellen van beheersplannen in het kader van de beheers regelingen is geen kleinigheid. Zeker niet als dat voor een Advies commissie in de provincie voor de eerste keer het geval is. Het land bouwbelang en de belangen van natuur en landschap dienen bij zo'n plan nadrukkelijk te worden afgewogen. De overheid betaalt een vergoeding voor een daadwerkelijk natuur- en landschaps beheer door de boer. Dit beheer dient overigens wel te passen in de agrarische bedrijfsvoering. Het gaat om een nieuwe aangelegen heid, waarbij de streek nauw is betrokken Dit o.m. zei K. Wassenaar (Direkteur Beheer Landbouwgronden van het Ministerie van Landbouw en Visserij) ter gelegenheid van de ondertekening van de eerste beheersovereenkomst op 10 april j.l. in Giethoorn-Wanneperveen. Ter gelegenheid van deze onder tekening is hij verder ingegaan op een aantal andere punten betref fende de beheersregelingen. Stand van zaken In de Relatienota is het voornemen geuit om in totaal 200.000 ha onder de werking van deze nota te brengen. De regering heeft be sloten om hiervan 86.000 ha prioriteit te geven (de z.g. Voorrangs inventarisatie Relatienotagebieden). Van deze gebieden is reeds voor 50.000 ha het overleg over de globale aanwijzing afgerond, terwijl voor 10.000 ha de concrete begrenzing is vastgesteld. Nu de grenzen van verschillende gebie den bekend zijn, begint er schot te komen in het opstellen van be heersplannen. In de eerste helft van 1981 zal het bestuur van de Stichting Beheer Landbouwgronden (SBL) naar alle waarschijnlijk heid in totaal 8 beheersplannen hebben vastgesteld. Verder zijn er voor 13 gebieden met een oppervlakte van ruim 13.000 ha voor ontwerpen in voorbereiding. Voor 21 gebieden met een gezamen lijke oppervlakte van 6.800 ha zijn ontwerp-beheersplannen in be werking. Momenteel zijn in den lande reeds een 100-tal beheers overeenkomsten afgesloten, inclusief de z.g. ad hoe regelingen. Een beheersovereenkomst vormt een belangrijke oplossing voor NGT GEODESIA 81 situaties waar spanning bestaat in het raakvlak van natuur, land schap en landbouw. Indien een aan natuur en landschap aange paste vorm van landbouw wordt nagestreefd, is een beheersover eenkomst nodig om dat te realiseren. Juist door dit instrument wor den de verschillende belangen geïntegreerd. In gebieden waar natuur en landschap zich zodanig ontwikkelen dat een dergelijke in tegratie niet meer mogelijk is, kan worden overgestapt op reser vaatvorming. Hier vindt dan een scheiding van functies plaats. Een dergelijke oplossing is echter wel duur, omdat de gronden aan het agrarische gebruik zullen worden onttrokken. In de praktijk bete kent dit veelal aankoop, hetgeen in de huidige tijd van schaarser wordende overheidsmiddelen een nadeel vormt ten opzichte van de beheersovereenkomsten Acceptatie van beheersovereenkomsten Het is duidelijk, dat beheersovereenkomsten niet van de ene op de andere dag tot stand komen. Het gaat om een beleidsinstrument dat tijd nodig heeft om tot ontwikkeling te komen. Het is iets nieuws, waarmee ook de boeren nog nauwelijks vertrouwd zijn. Bij de opstelling van beheersplannen staat voorop, dat dit geschiedt in overleg met de streek. Verwacht mag worden, dat een meerder heid van de boeren zich in een dergelijk plan zal kunnen vinden. Toch zullen zeker in het begin niet alle boeren hier onmiddel lijk op ingaan. In het verleden is dat bij de ontwikkeling van andere vormen van beleid ook niet gebeurd. Binnen de landbouw is men er de laatste decennia aan gewend geraakt dat er steeds meer geproduceerd moest worden per koe of per ha om een acceptabel inkomen te kunnen verdienen. Thans is er een ontwikkeling van „niet meer, maar beter". Hoe het ook zij, beheersovereenkomsten beogen iets nieuws tot stand te brengen. Dat vraagt gewenning. Uitgangspunt zal moeten zijn dat rendabel boeren met een beheersovereenkomst mogelijk moet blijven, hoe wel dit veelal een aanpassing in de agrarische bedrijfsvoering zal vergen. Overigens is het voor het welslagen van de beheersregelingen van belang dat er een vertrouwensrelatie ontstaat tussen de boeren en de SBL. Als een boer, door wat voor omstandigheden dan ook, in een probleemsituatie geraakt, zal er snel een passende oplossing moeten worden gevonden. Uiteraard zullen dit oplossingen moeten zijn waarbij de doelstellingen van landbouw, natuur en landschaps beheer niet aangetast zullen worden. CENTRALE LUCHTFOTO CATALOGUS VAN NEDERLAND Samenvatting In het voorjaar van 1981 zal een Centrale Luchtfoto Catalogus (CLC) beschikbaar komen, waarin opnamegegevens van verticale luchtfoto's van Nederland, opgenomen sinds 1 januari 1975, zijn vermeld. De gegevens zullen jaarlijks worden bijgehouden. De Ca talogus wordt beheerd door de Topografische Dienst te Delft. Ge- interesseerden kunnen deze raadplegen en fotokopieën van cata logusbladen verkrijgen. De CLC is tot stand gekomen op initiatief van de Contactcommissie betreffende Landmeetkundige en Kartografische Aangelegenheden (CCLK), overlegorgaan van Kadaster, Landinrichtingsdienst, Meet kundige Dienst van Rijkswaterstaat en Topografische Dienst. Doel De Catalogus biedt een inventarisatie van recente verticale lucht opnamen van Nederland. Niet de luchtfoto's zelf zijn bijeenge bracht, doch de belangrijkste kenmerken van die foto's, zoals lig ging en schaal. De CLC is opgezet om te fungeren als schakel tussen de gebruiker van luchtfoto's en de instanties die afdrukken, vergrotingen enz. kunnen verstrekken. De CLC levert de gebruiker informatie die anders slechts op omslachtige wijze kan worden verkregen. Tevens zal de CLC een impuls kunnen geven tot verbreiding van het ge bruik van luchtfoto's. In incidentele gevallen zal overbodige foto grafie kunnen worden vermeden. Ontstaan CL C In 1975 is door de Contactcommissie betreffende Landmeetkundige en Kartografische Aangelegenheden, waarin de Rijksdiensten Ka daster, Landinrichtingsdienst, Meetkundige Dienst van Rijkswater staat en Topografische Dienst samenwerken, een inventarisatie op gemaakt van luchtfoto's. Het onderzoek beperkte zich tot verticale luchtfoto's. Oblique opnamen werden buiten beschouwing gelaten. Aanvankelijk werd het samenstellen van een centrale luchtfoto bibliotheek overwogen, waarin de negatieven en de afdrukken van luchtfoto's zouden worden opgenomen. Zo'n centrale bibliotheek bleek echter om verschillende redenen, waaronder vooral de finan ciële, niet haalbaar. Het vervaardigen van duplicaatnegatieven zou ook een te zwaarwegende kostenfactor worden. 189

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 19