publikaties
pese Softwarebeurs 1981 gehouden. Het betreft hier een vakbeurs
voor informatie-overdracht over, en van de handel in computer
programmatuur, programmatuurdiensten, computerservice en in-
formatica-opleidingen)
OPEIM AVOND ZOMERKAMP
De afdeling Geodesie van de TH Delft heeft ook dit jaar weer een
zomerkamp georganiseerd. Dit kamp zal van 9 juni t.m. 26 juni in
Marum (Gr.) worden gehouden. Op de tweede donderdag (18 juni)
van het kamp zal geheel volgens traditie een Open Avond worden
georganiseerd, waarvoor wij u hartelijk willen uitnodigen. Het adres
van het kamp is: Kloosterweg 5, Marum (Gr.).
G. P. Goselink, secretaris zomerkampcommissie.
EEN LIJST VAN LANDENNAMEN
De Spellingwet van 1947 bepaalde dat de schrijfwijze van de Neder
landse Taal zou zijn die van De Vries en Te Winkel, met inacht
neming evenwel van de bepaling dat we voortaan in z.g. ,,open
lettergrepen" slechts één e en één o zouden schrijven (delen, lo
pen), zoals reeds het geval was t.a.v. a en u. Bovendien verviel de
ch in woorden als Frans(ch), fris(ch), e.d. Een aantal spellingzaken
zou nader worden geregeld bij Algemene Maatregel van Be
stuur". Die maatregel kwam, geheel uitgewerkt, in 1954. En wel
met de Woordenlijst van de Nederlandse Taal" het z.g. Groene
Boekje". Sommige zaken evenwel werden daarbij niet geregeld:
de schrijfwijze van de Nederlandse aardrijkskundige namen en die
van historische namen. Tot op heden zijn hiervoor nog geen voor
schriften verschenen. Dat heeft al tot veel verwarring geleid, want
in deze gevallen bleven de oude (onveranderde) voorschriften van
De Vries en Te Winkel gehandhaafd. En wie kent die nog?
Nu sprak ik zoéven van Nederlandse aardrijkskundige namen, maar
hoe staat het met de buitenlandseDaarover bevatte de Spelling
wet gelukkig wél een voorschrift. En wel in Artikel 1, lid 9. Dit lid
bepaalt: „Namen van landen, zeeën, rivieren, steden, enz. buiten
Nederland en België, waarvoor het Nederlandsch* een eigen vorm
heeft, alsmede hun samenstellingen en afleidingen, volgen de
regels 1 tot en met 3 (van dit Artikel)". Dat zijn de regels die we
hierboven verkort weergaven (één e, één o, en s i.p.v. sch). Dit
betekende dat we voortaan Wenen mochten schrijven i.p.v. Wee-
nen, en Grote Belt i.p.v. Groote Belt.
Dit voorschrift regelde echter wel de schrijfwijze van dergelijke
namen, maar niet het officiële gebruik daarvan. Was het Engeland,
Groot-Brittannië of Verenigd Koninkrijk?
Thans is ook dit geregeld. Althans wat de landennamen betreft.
Want kort geleden verscheen er een officiële publikatie, uitgaande
van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, waarvan de
titel boven dit stukje staat. De Lijst is samengesteld door de „Com
missie voor de Spelling van Buitenlandse Aardrijkskundige Namen"
(CBAN). Zij werd afgesloten op 1 oktober 1979 en uitgegeven in
1980 door de Staatsuitgeverij in Den Haag (ISBN 90 12 03247 4).
Een vriendenhand legde de lijst op mijn tafel, met het verzoek er een
beschouwing aan te wijden; vandaar dit stukje. Die vriend was er
een die „mij mijn feilen toont", want de lijst raadplegend, kom ik
tot de conclusie dat ik het tot nu toe niet altijd goed heb gedaan.
Maar dat zal nu beter worden. De hand die mij hiertoe werd gereikt,
was die van prof. Ormeling, voorzitter van de CBAN, wiens naam in
onze kring geen nadere introductie meer behoeft.
U merkt aan haar benaming dat de taak van de CBAN meer omvat
dan alleen het vaststellen van landen namen. De Commissie is zich
hiervan natuurlijk bewust. Zij zegt dan ook in haar Inleiding tot de
Lijst: „De Commissie heeft gemeend allereerst een lijst van landen
namen te moeten samenstellen, aangezien deze categorie van
namen verreweg het meest gebruikt wordt en derhalve een richtlijn
voor de spelling hiervan het meest dringend is".
Verder lezen we in de Inleiding: „De Lijst bevat in beginsel de
namen van alle landen die genoemd worden in de volgende bron
nen: het Terminology Bulletin 248 van de Verenigde Naties, New
York 1968, het Demographic Yearbook van de Verenigde Naties,
New York 1972", en nog twee andere publikaties. Dit resulteerde in
een lijst van 228 landennamen. Zij is alfabetisch gerangschikt vol
gens de in ons land gangbare landennamen en is verdeeld in drie
kolommen. De eerste bevat de zoëven bedoelde namen, de tweede
vermeldt de officiële benaming van het betrokken land. Frankrijk
heet officieel „de Franse Republiek", Israël „de Staat Israël",
China is „de Volksrepubliek China" en Taiwan „de Republiek
NGT GEODESIA 81
China". „Dubbelvormen" zijn ook opgenomen; Iran bijv. mag ook
Perzië worden genoemd. Wel moet men de (gangbare) officiële
naam weten om het betrokken land op zijn juiste plaats in de alfa
betische lijst te kunnen vinden. Iran staat er wei in, Perzië niet.
Evenmin Duitsland, want „Duitsland" bestaat officieel niet (meer).
In de derde kolom staat de naam van de bewoner van het bewuste
land, alsmede het bij de landennaam behorende bijvoeglijke naam
woord (adjectief). Men kan daaruit o.a. leren dat een inwoner van
El Salvador een Salvadoraan heet, en van Israël een Israëliër. Niet
Israëli, zoals thans mode is en evenmin Pakistani, maar een Pa
kistaan. En een bewoner van Mongolië is een Mongoliër, niet een
Mongool. De officiële benaming van dat land is trouwens „de
Mongolische Volksrepubliek", niet „de Mongoolse enz."
De Commissie beveelt aan om afleidingen van landennamen, dus
ook de naam van de inwoners, van de taal, het adjectief e.d., con
sequent met een kleine letter te schrijven: franse kaas, de duitse
taal, het duits, een duitser, enz. „Afleidingen worden, buiten het
gebruik in een landennaam, met een kleine letter geschreven",
lezen we op blz. 9 van de Inleiding. Of iedereen zich daaraan zal
houden, betwijfel ik. De Commissie zelf is natuurlijk in deze conse
quent: de derde kolom van de lijst bevat uitsluitend „onderkast".
Ik heb mij er in dit stukje in elke geval (nog) niet aan gehouden.
In dit opzicht wijkt de lijst namelijk af van het „Groene Boekje".
Ik prefereer de praktijk van het laatste. Daarover wil ik met de Voor
zitter van de CBAN nog weieens van gedachten wisselen. Er is
trouwens over het vraagstuk van de spelling van aardrijkskundige
benamingen nog veel meer te vertellen. Dat hoop ik nog eens in een
uitvoeriger beschouwing te kunnen doen.
De lijst ziet er typografisch voortreffelijk verzorgd uit. Dat is trou
wens met alle uitgaven van de Staatsuitgeverij het geval. Dat is in
dit opzicht een modelbedrijf. Ik vind dat elk van ons een exemplaar
van de lijst moet bezitten. Zij is, zo vertelde prof. Ormeling mij, door
het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen aan alle scholen in
Nederland gezonden. Onze Minister van Onderwijs en Weten
schappen dr. Pais, voorzag de lijst van een „Ten Geleide".
U kunt het boekje bestellen bij de Staatsuitgeverij, Christoffel Plan-
tijnstraat 1-9, 2515 TZ, Den Haag. Prijs f 7,50 plus f 1,95 porto.
H. L. Rogge
Deze ch is hier goed. De wet was nog niet van kracht toen de
tekst werd opgesteld!
HANDBOEKJE VOOR HET UITZETTEN VAN BOGEN
Bij Kluwer Technische Boeken BV verscheen onlangs de tweede
druk van het Handboekje voor het uitzetten van bogen van ir. drs.
H. A. L. Dekker. Prijs: f32,50.
Twee verbeteringen aan dit boekje vallen direct op: de kunststof
omslag en de aanduidingen aan de randen van het papier der tabel
len, wat het opzoeken van de juiste tabel versnelt. Toegevoegd is
een aanvullende tabel voortan'/2a, waarbij 120 gr a zil90 gr is.
Vóór elke tabel is in deze tweede druk een bladzijde toegevoegd,
waarop figuren en formules staan aangegeven die betrekking heb
ben op de desbetreffende tabel. Terugbladeren in het eerste theo
retische gedeelte om op te zoeken „hoe het zat" is hiermee effi
ciënt verholpen.
Dit theoretische gedeelte 50 blz., evenals in de vorige druk) is
overigens zeer lezenswaard. Veel boeken over de lagere landmeet
kunde missen een zo uitgebreide behandeling van bogen. De ver
zameling formules en uitzetmethoden is toegesneden op praktisch
gebruik: nagenoeg elk bogenprobleem in het terrein kan men er
mee te lijf gaan, ook als de terreinomstandigheden beperkt zijn.
Enkele punten van kritiek zijn m.i. ook op zijn plaats:
Na de officiële invoering van het Sl-stelsel zou je kunnen verwach
ten dat de nieuwe voorschriften worden verwerkt: tg (tangens)
wordt: tan, radialen als nieuwe hoekeenheid e.d. mist men. Dit
duidt op een herdruk met enkele toevoegingen i.p.v. een herzie
ning.
In de tabellen zouden voor méér gemak aan de woorden „abscis"
en „ordinaat" de letters x en y kunnen worden toegevoegd. Een
bezwaar van een tabellenboek is en blijft altijd: de beperking van
het werken met ronde waarden. Nu er geen landmeter/uitzetter
meer rondloopt zonder elektronische calculator vraag ik me af of
een tabellenboek nog zinvol is. „Scheef lezen", het verkeerd inter
poleren e.d. kunnen lastige en tijdrovende fouten introduceren bij
het gebruik van een tabellenboek.
Conclusie:
Het theoretische gedeelte van dit boekje is uitstekend. Handzame
formules en slimme methoden. Voor de meeste gebruikers zullen de
tabellen als ballast worden ervaren.
Ing. J. M. Bakker
191