het massacentrum van de aarde ligt. Uit de Doppler- tellingen en de vectoren rk, rj(kan dan de onbe kende positievector r0 van de ontvanger worden be paald. Er zijn op dit moment vijf Doppler-satellieten operatio neel in vrijwel cirkelvormige, polaire banen, alle op een hoogte van 1100 km. In fig. 2 wordt het Doppler-effect voorgesteld. De fre quentie van het ontvangen signaal is hoger dan de uit gezonden frequentie als de satelliet nadert en lager als de satelliet zich verwijdert. 132 KHz 110 KHz(max) Fig. 2. Voorstelling van het Doppler-effect. We definiëren de volgende grootheden: fs door de satelliet uitgezonden frequentie, nomi naal: 400 MHz - 32 KHz 399,968 MHz. De 150 MHz signalen worden benut voor de berekening van de ionosferische correctie [Richardus en Schuringa, 1979]; fr de ontvangen frequentie, variabel i.v.m. het Doppler-effect; fr verschilt bij deze satellieten niet meer dan 25 delen op de miljoen met fs 10 KHz); fg de grondfrequentie van de ontvanger, nominaal: 400 MHz; fd fr fs de feitelijke Doppler-verschuiving; (fq fr) de zwevingsfrequentie, die als waarne mingsgrootheid gebruikt kan worden. Reeds in het begin van de ontwikkeling van de Dopp- ler-techniek heeft men ontdekt dat betere resultaten worden verkregen, wanneer men i.p.v. de ontvangen frequentie (fr) de z.g. zwevingsfrequentie (fgfr) inte greert, d.w.z. dat men het aantal perioden telt van (fgfr)Deze zwevingsfrequentie ontstaat in de ont vanger door het mengen van fg met fr. Gedurende een satellietpassage van ongeveer 16 minuten vindt in de ontvanger een doorlopende integratie plaats van de zwevingsfrequentie, die in bekende tijdintervallen van ongeveer 4,6 seconden wordt uitgelezen en geregis treerd t2 A t2 N i ((fg—fr) dt ti At, waarin N de gemeten Doppler-telling, t1( t2 tijdmo- menten van uitzenden en At1f At2 looptijden van ra diogolven van satelliet naar ontvanger zijn. Men kan verder schrijven: t2 -l- A t2 N fg (t2-t,) fg (At2- At,) - S fr dt (2) ti+At, Het aantal uitgezonden perioden moet echter gelijk zijn aan het aantal ontvangen perioden in een bij passende tijdsinterval, dus t2 t2 At2 C fsdt frdt ti t-| A t. Substitutie van (3) in (2) geeft: N fg (t2tn) fg At2At-, ofwel (3) fs «2 tl N (fg fs) (f2 tl) fg(At2 At,) (4) Als we nu de looptijden At, en At2 vervangen door de verhouding afstand/lichtsnelheid, krijgen we de vol gende vergelijking: N (fg—fs) (t2-t,) fg |(S2—S,) c} (5a) Dit is de basisvergelijking van de Doppler-satelliet plaatsbepaling, waarbij de integratie plaatsvindt in satelliettijd. Nauwkeurige geodetische ontvangers re gistreren ook de tijdstippen van aankomst van het signaal Tj t, At,) in de tijdschaal van de ont vangende klok met een nauwkeurigheid van 0,2 micro seconden. De berekening kan dan ook in deze tijd schaal worden uitgevoerd met een soortgelijke for mule: N (fg-fsMT2-ri> fs(S2S,c (5b) waarin de Doppler-telling N identiek is aan N in (5a). Programma GEODOP Het computerprogramma GEODOP is ontwikkeld in de jaren 1970-1975 bij de Geodetic Survey of Canada door Jan Kouba. Het mathematische model van het programma is gebaseerd op vergelijking (5a) en luidt: (SkSj) Atjk Af Sj (Nj Éj) 0 (6) waarin: Sj, Sk afstanden tussen de ontvanger en satelliet op momenten tj en tk (wanneer het signaal dus de satelliet verlaat); deze afstanden worden in de verdere behandeling vervangen door geocentrische coördina ten, bijv.: Sk V (Xk - X)2 (Yk - Y>2 (Zk - Z)2; A c/fg nominale golflengte; Atjk tktj integratieinterval van Doppler-tellin- gen waarvoor een aantal perioden van 4,6 sec worden samengevoegd tot ongeveer 30s tijdsintervallen; Af fg—fs frequentie-offset 32 KHz (onbe kend); s, systematische fouten, waarin worden verdiscon teerd de fouten in de satellietbaan r,, r2, r3 (in drie rich tingen: along, radial, out of plane), een tijdfout (At) en de invloed van de troposferische refractie (Ak). De waarnemingsvergelijking wordt met twee onbe kende vectoren X, Y in de volgende vorm geschreven: AX CY W V 0 waarin X de onbekende coördinaten van de waar nemer zijn en Y de systematische modelfouten zijn (1) volgens: X X r, Y Y r2 Z r3 Af At Ak en W de sluittermen zijn, berekend met benaderde waarden en V de kleinste kwadratencorrecties. Met behulp van deze vergelijkingen kan men een onbe- 174 NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 4