V'i:: ito en: beplantingen. Voorts is een vraag, hoe beleeft de voor de inventarisatie verantwoordelijke mens de relatie nederzettingsvorm-buitengebied. Ook verschaffen bostypes en vegetatiepatronen al enige gegevens ten aanzien van bodemkaart, grondgebruik, regiem en cultuurgeschiedenis. Tenslotte vraagt de ontsluiting, vooral t.a.v. de nog aanwezige zandwegen, de aan dacht. b. Verzamelen historische gegevens Als aanvulling op de gegevens die uit de actuele situa ties in het gebied zijn te verkrijgen, wordt literatuur- en archiefonderzoek gedaan en oud kaartmateriaal ver geleken met de huidige topografie. Hoewel het allerminst de bedoeling is om het 19e eeuwse landschap te reconstrueren (van de tijd tus sen 1850 en 1900 wordt gezegd dat de Drentse land schappen toen hun grootste diversiteit en biologische rijkdom bezaten), toch verschaft naslagwerk de land schapsarchitect een mogelijkheid de ontwikkelingen en veranderingen in het landschap te classificeren. Hij is hierdoor in staat met een voorstel te komen, waarin zoveel mogelijk, naar de eisen van de tijd, maar met behoud van de kenmerken van het speci fieke landschap, de diverse belangen zijn betrokken. c. Verzamelen actuele gegevens Ook voor de Ruilverkaveling Ruinen zijn door de Na tuurwetenschappelijke Commissie van de Natuurbe- schermingsraad de natuurwetenschappelijke aspec ten en de landschappelijke waarden in het z.g. NWC- rapport verwoord. Voorts zijn als uitvloeisel van de „Relatienota Landbouw-Natuur en Landschap" de relatienotagebieden in het ruilverkavelingsblok aan gewezen. Ook het landbouwvooronderzoekrapport is mede bepalend voor een landschapsplan, dat rekening houdt met de belangen van landbouw, leefbaarheid, recreatie en natuurbehoud. fcPiv.'Jiió'-l tirV; \7/. Landschapstypen 1es 2. stroomdal 3. veldontginning na 1900 4. 1850 - 1900 5. nederzetting 6. hoven en goorns vóór 1900 Fig. 2. Landschapstypen rond Ruinen, d. Landschapstypen Om een kader te verkrijgen waarbinnen het land schapsplan wordt ontworpen, worden eerst de land schapstypen bepaald, die in het gebied zijn te onder scheiden. Gieselt Klinker/grindwegen Zandwegen Runer Aa v v (Veen)heide Klinker/grindwegen Zandwegen Runer Aa Gijsselte Fig. 3. Sitatie bij Ruinen in 1810. Fig. 4. Situatie bij Ruinen in 1979. 226 NGT GEODESIA 81

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1981 | | pagina 12