y v
Het ruilverkavelingsgebied Ruinen is grotendeels ge
legen op het zuidelijk deel van het Drentse plateau, in
zuidelijke richting afhangend naar de veenontginnin-
gen van Ruinerwold en Koekange. Er zijn nog fraaie
voorbeelden aanwezig van een brinkdorp (Ruinen) en
flank-esdorpen (Ansen en Hees), gelegen aan de rand
van de stroomdalen van Ruiner Aa en de Oude Vaart.
De essen van Ruinen en Ansen behoren tot de fraaiste
van Drenthe, terwijl de esverkaveling nog vrijwel
authentiek is aan de situatie ten tijde van de marke
verdeling.
Binnen de hoofdstructuren van stroomdal, nederzet
ting, es en veldgronden, onderscheiden we kavel
structuren, die gegevens bevatten over het historisch
gebruik en het tijdvak waarin de veldontginning heeft
plaatsgehad. Ook zien we naast de essen, ontstaan
tussen 1000 en 1400 na Chr., esachtige situaties, veel
al aangeduid met het woord ,,Kamp". Deze kampen
zijn van belangrijk latere datum. Ten noorden van
Oldenhave treffen we zo'n jongere" esontginning
aan. Om aan te duiden hoe soms historische lijnen de
tijd hebben getrotseerd, zijn de figuren 3 en 4 opge
nomen. Zij geven de situatie weer van respectievelijk
1810 en 1979.
e. De inventarisatie
Beperken we ons tot het inventariseren in het terrein
dan dient het volgende te worden onderzocht:
1. Uit welke hoofdonderdelen is het landschap op
gebouwd:
nederzetting (vorm, situering);
stroomdal; es; veld (ontgonnen tot bos en cul
tuurland);
overgangszones als huisweiden (goorns),
stroomdalrandzónes en overgangssituaties
t.a.v. ontginningstijdstip of -methodiek.
2. Welke wegen, waterlopen (stroompjes met zij
takken) verstrekken gegevens over de vroegere
structuren. Een en ander is soms te herkennen aan
nog aanwezig bodemreliëf of afwijkende vegetatie
en opgaande beplantingen.
3. Welke beplantingen vervullen een functie ter on
dersteuning of versterking van de hoofdonder
delen, structuren en patronen.
4. Uit welke soorten is de beplanting opgebouwd en
hoe is de gezondheidstoestand.
5. Hoe staat het met de veiligstelling d.m.v. rasters
of sloten. In hoeverre is de beplanting bedreigd
doordat ze midden in een kavel is gelegen of reeds
zichtbare schade ondervindt door veevertrapping,
afvalverbranding en/of vuilstort.
f. Het schetsontwerp
Op basis van de inventarisatie wordt bezien waar de
landschappelijke aankleding in het gebied versterking
c.q. restauratie behoeft. Bij dit werken aan het
schetsontwerp wordt in zekere zin ,,van groot naar
klein gewerkt". D.w.z.: eerst het toetsen van de
hoofdstructuren aan de aanwezigheid van beplan
tingen, wegen, waterloopjes en bodemreliëf; daarna
worden binnen de hoofdstructuur voorkomende de
tailstructuren en kavelpatronen aangegeven.
Waar de voor de herkenbaarheid van het landschap
pelijke karakter belangrijke lijnen zijn vervaagd of ver
dwenen, wordt aangegeven waar aanvulling, verster
king of totale „nieuwbouw" van beplanting is ge
wenst. Ook de natuurgebieden worden in het plan
geïntegreerd met eventueel gewenste bufferzones,
terwijl tevens de nederzettingen worden ingepast.
Voor het gebied Ruinen betekent een en ander dat
veel bestaande beplanting wordt gerestaureerd en
veilig gesteld.
Er is naar gestreefd een keuze te maken tussen:
structuurbepalende beplantingen, die ter plaatse
en in de huidige vorm gehandhaafd moeten blij
ven;
beplantingen die verschuifbaar zijn; soms omdat
de relatie met de landschappelijke opbouw vrijwel
verloren is gegaan of in een zeer vervallen staat
verkeert zodat zij nauwelijks nog een functie in het
landschap vervult.
Veel aandacht is geschonken aan de bestaande zand
wegen waarbij de meeste wegen als landschappelijke
en/of recreatief belangrijk op de schetskaart zijn aan
gegeven.
De eerder genoemde verschuifbaarheid geeft een
goed instrument in handen om èn tot goed exploiteer-
bare percelen te komen er mag dus in beperkte
mate hout worden geruimd èn tot goed beheerbare
en veilig te stellen beplantingen. Om voor behoud en
veiligstelling in aanmerking te komen, worden voorts
bepaalde bodemreliëfsituaties opgenomen, die ken
merkend zijn voor de morfologie van het landschap
ter plaatse en tevens oude beeklopen, die vaak nog
aanwezig zijn in de vorm van grillig verlopende sloot-
relicten en laagtes.
g. Landschapsplan ex art. 34
Voor de stemming over het ruilverkavelingsplan wordt
het landschapsplan ex art. 34 tervisie gelegd. Het plan
is dan ambtelijk goedgekeurd; de resultaten van de
inspraakprocedure zijn er in verwerkt.
Een hoofdstuk planontwikkeling is hiermee afgeslo
ten. Voor Ruinen geldt heden het ontwerp-land-
K i::
Detail schetsontwerp
bestaande te handhaven kavelgrensbe-
planti ng
WV aanvullende kavelgrensbeplanting
kan verwijderd worden
O© O te handhaven solitaire bomen
bos
VVV relatienotagebied
te handhaven reliëf
Fig. 5. Detail van het schetsontwerp landschapsplan.
NGT GEODESIA 81
227