dag moeten worden. Jammer genoeg mocht dit niet zo zijn. Door
onvoorziene werkzaamheden kon de heer Hillman niet uit Engeland
overkomen. Toch bood het programma nog genoeg om volle zalen
te trekken. Dat bleek al uit de eerste lezing, die gehouden werd
door jhr. dr. H. W. M. van der Wijck, over „Registratie, bescher
ming en beheer van buitenplaatsen en historische landschappen".
Ondanks het feit dat er de vorige dag vermoeiende excursies had
den plaatsgevonden, was de zaal goed gevuld. Zowel het weten
schappelijk personeel als studenten waren aanwezig, en in de loop
van de dag zou de zaal alleen nog maar voller worden.
De heer Van der Wijck bracht aan de hand van verscheidene dia's,
vertoond met een heuse toverlantaarn, het begrip buitenplaats in
beeld. De buitenplaats is een eenheid van huis en omliggend park.
Door de structuur van het huis met park te belichten aan de hand
van oud kaartmateriaal, historische ontwikkelingen en de huidige
toestand ter plaatse kan men komen tot een kwalificatie. Hierdoor
is het dus mogelijk om, indien nodig, te komen tot conservering en
goed beheer van die buitenplaatsen.
Na een kopje koffie vervolgde ir. J. J. E. Pöttgens de lezingen
cyclus. Als laatst afgestudeerde mijngeodeet was het niet verwon
derlijk dat zijn praatje ging over „Bodembeweging, deformatie
meting en geomechanica". Bij het winnen van bodemschatten op
grote schaal blijft dit niet zonder effect. De grond kan dalen danwel
stijgen en het is zaak dit waar te nemen of liever nog: te voor
spellen. Voor het voorspellen van dergelijke bewegingen bestaan
diverse modellen. Zo kan men bijv. afgaan op historische waarne
mingen bij soortgelijke situaties, of uitgaande van bodemgesteld
heid de nodige berekeningen uitvoeren. Op basis van de meetresul
taten werd een beschouwing gegeven over: a. bodembewegingen
door steenkoolwinning in het Limburgse mijnengebied; b. bodem
daling door drukdaling in een poro-elastisch medium in het Gro
ningse gasveld; c. bodemstijging door stijgend mijnwater; d. moge
lijke bodembewegingen bij opberging van kernsplijtafval in zout-
formaties.
Na deze tweede lezing werd er een lunchpauze gehouden. De
sprekers aten samen met de Lustrumcommissie en het Snellius-
bestuur. Na de lunch werden de lezingen voortgezet door prof. dr.
ir. H. N. van Lier. De heer Van Lier (Vakgroep Cultuurtechniek van
de Landbouw Hogeschool Wageningen) verzorgde een lezing over
„Het ontwerp Landinrichtingswet en de Geodesie". Hij gaf een
historisch overzicht van het verschijnsel ruilverkaveling, om ten
slotte bij de landinrichting uit te komen. De gedachte als zou ruil
verkaveling, en in de toekomst landinrichting, leiden tot saaie en
vooral kale landschappen trachtte hij te ontzenuwen. Direct na de
ruilverkaveling zien we vaak wel „leeg" aandoende gebieden, maar
als de jonge beplantingen na enkele jaren zijn uitgegroeid tot echte
bomen ziet het er al heel anders uit. Enkele dia's ondersteunden
deze uitspraken. Het was alleen jammer dat de heer Van Lier niet
toe kwam aan het plaatsen van de geodeet en cultuurtechnicus,
en met name de samenwerking tussen beiden, in het proces van de
landinrichting.
Als laatste spreker was s.b.n. J. C. Kreffer van de Dienst der
Hydrografie in Den Haag uitgenodigd. Hij sprak over het maken van
de zeekaart en de relatie van haar makers met de geodesie.
De zeekaart, een blad vol dieptecijfers of dieptelijnen, moet alle
gegevens bevatten die nodig zijn voor een veilige navigatie. Vroeger
werden de diepten gemeten met een handlood en voor plaats
bepaling was men aangewezen op het kompas. Verdere apparatuur
bestond uit kwadrant, astrolabium of Jacobstaf, waarmee de
breedte werd bepaald. Voor lengtebepaling was er o.a. een chrono
meter benodigd. Tegenwoordig werkt men met elektronische navi
gatiesystemen (zoals Decca). Voor dieptemeting gebruikt men
echolood, sonar en Side Scanning Sonar. De gegevens worden
automatisch verwerkt en de computer houdt het schip automatisch
op de goede lijn. Als laatste vermeldde de heer Kreffer de werk
zaamheden van de Dienst der Hydrografie m.b.t. de plaatsbepaling
van boorplatforms.
Toen ook de heer Kreffer zijn verhaal had beëindigd werd er door de
Lustrumcommissie een aperitief aangeboden. Dit in de hoop de
teleurstelling over het niet doorgaan van de lezing van de Flat Earth
Society te verkleinen. In de kantine werd de laatste hand gelegd
aan het koud buffet. Er stond een grote tafel met daarop de vele
salades, de nodige flessen wijn en toast. Ook een piano met bij
behorende pianist ontbrak niet. Ruim 90 gastronomen zouden er
voor zorgen dat het een gezellige avond werd. Al keuvelend etend
en drinkend tikten de uren weg en toen het eten was gedaan en de
koffie was rondgegaan werden de gesprekken aan de bar tot in de
late uurtjes (of is het vroege?) voortgezet.
Vrijdag 28 no vember
Het was de bedoeling om op deze dag een voetbalwedstrijd te
houden tussen een team afgestudeerden en een team studenten.
Maar helaas uitgerekend op deze dag zat het weer tegen zodat er
niet gespeeld werd. Deze kleine tegenslag werd door velen benut
De Lustrum- en Lustrumboekcommissie worden bedankt.
nu eens lekker uit te slapen om weer op krachten te komen voor het
slotfeest.
Onder begeleiding van het Benelux-Combo zouden we swingend
de avond ingaan naar middernacht en later. Ook een vermaard
pianist (die van het koud buffet), Alexander Povel, luisterde het
geheel op met vrolijke deunen. De zaal zelf was door sfeervolle ver
lichting en een grote bar niet meer als kantine en hal te herkennen
en zo'n 250 feestneuzen hadden het al snel naar de zin.
Om 12 uur 's nachts kondigde het Snelliusbestuur zich aan, voor bij
het podium, alwaar de voorzitter een woord tot ons richtte. Een
reusachtig bierglas met schuim en bier verscheen ten tonele. Een
Neptunus-achtig figuur, waarin een ieder onze voorzitter Hiddo
Velsink herkende steeg op uit het schuim. Nadat hij beide com
missies (Lustrum en Lustrumboek) voor hun werkzaamheden had
bedankt feliciteerde hij het Landmeetkundig Gezelschap Snellius op
gepaste wijze, d.w.z. met een gratis vat bier. Dit gebaar werd met
gejuich ontvangen en het was dan ook niet eenvoudig voor de voor
zitter van de Lustrumboekcommissie om ook het een en ander te
kunnen zeggen. Toen hij dit zelf inzag repte hij zich maar naar de
bar om vooral toch maar niet te veel van het feest te missen. Onder
tussen was de muziek weer in alle hevigheid losgebarsten en werd
er weer naar hartelust gedanst.
De Lustrumcommissie had echter ook nog wat in het verschiet en
wel een veiling. De hele week door waren er hier en daar wel wat
zaken overgebleven zoals blikken erwtensoep, sinaasappels enz.
Om een uur of één 's nachts verscheen dan ook een vreemd uit
gedost persoon met Oosterse inslag en poolmantel op de dans
vloer. Het bleek een Amerikaanse handelsreiziger, op doorreis, die
werkte in opdracht van de Lustrumcommissie. Met veel verve en
vakbekwaamheid verkocht hij zo menige snuisterij. Een bijzonder
gewild object was een globe met binnenverlichting. Deze wereldbol
was eigenlijk bestemd voor de vertegenwoordiger van de Flat Earth
Society.
Onze handelsreiziger wist deze bol snel van de hand te doen. Bij het
laatste bod bracht hij na éénmaal, andermaal, de bol in overeen
stemming met de Flat Earth gedachte door een rake klap met een
voorhamer. Ook het veilen van een kleine 7000 cocktailprikkers ging
moeiteloos. Na deze uiterst succesvolle verkoop had onze vreem
deling nog een verrassing in petto: onder luid geknal en met glazen
vol nam het gezelschap bezit van een wagen vol champagne
flessen. Het feest ging door tot diep in de nacht.
De volgende ochtend, toen de Lustrumcommissie wakker werd in
de practicumzaal, was het duidelijk dat het feest, en daarmee de
afsluiting van een week bruisende, lustrumactiviteiten, was ge
slaagd. Overal glazen, serpentines erf lege champagneflessen. Nog
een dag moest er worden gewerkt en dan zouden zo'n 400 dia's,
een aantal lustrumboeken en wat posters de enige overblijfselen zijn
van een week vol lezingen, excursies, plezier, feest en bier.
Met dank aan de vele medewerkers, de Lustrumcommissie, René
van Noord, Jos Anneveld, Jan Jans, Ad Pluijmers, Peter van
Welsenes.
22e NGL CONGRES VOOR DE REGIO ZUID-WEST
NEDERLAND
In een ver verleden begonnen als een gezelligheidstreffen van
Zeeuwse landmeetkundigen is de „Goese dag" onder de bezie
lende leiding van de heer D. v. d. Steenhoven allengs uitgegroeid
tot een heus congres. Met gastsprekers, tentoonstelling en lunch.
De laatste jaren onder de vlag van het NGL.
NGT GEODESIA 81
239